Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Om te kunnen posten in dit forum is lidmaatschap van een gebruikersgroep (leden Religie-fora) nodig.
Klik hier voor meer info en het aanvragen van postrecht

Moderators: henkie, elbert, Moderafo's

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 12 mar 2016 09:44

Doodlopende weg

Wij dwaalden allen als schapen, wij keerden ons een iegelijk naar Zijn weg
Jesaja 53 vers 6a

Wij bedenken wel allerlei wegen om weer tot God te komen. Het zijn echter allemaal onze eigen wegen, die Gode niet behagen! Wij hebben dan wegen van allerlei goede werken en door onszelf uitgedachte vroomheid en willen ook ons leven naar de 10 geboden inrichten. En dan menen wij, als wij onszelf en ons vlees wat hebben afgepijnigd en gekweld, dat wij voor ons de weg tot God hebben gebaand.

Maar al zouden wij ook ons hele leven naar de 10 geboden hebben ingericht, dan mag dit nuttig zijn en voor God en de mensen te prijzen, en mogen wij menige vrucht daarvan oogsten; toch is dit alles de weg niet! Want anders zou onze Heere een leugenaar zijn, omdat Hij zegt: Ik ben de Weg!

In diepten van ellende ellenden
Wil Hij Zich tot ons wenden;
Waar Hij niet kan genezen,
Dáár wil Hij ook niet wezen.


H.F. Kohlbrugge
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Johan100
Kolonel
Kolonel
Berichten: 3644
Lid geworden op: 22 okt 2015 15:06
Contacteer:

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Johan100 » 14 mar 2016 00:08

De gezegende uitkomst van het altijd bidden en niet vertragen

Ik zeg u dat Hij hun haastelijk recht doen zal. Lukas 18 : 8.

Bij een vorige gelegenheid sprak ik over de strekking van de gelijkenis, waarin wij worden aangespoord altijd te bidden en niet te vertragen. Wij vinden deze gelijkenis beschreven in Lukas 18:1-8. In het achtste vers, ons tekstwoord, spreekt Christus van de gezegende uitkomst van het aanhoudend gebed.

Onze Heere had in het zevende vers een bemoediging gegeven in de woorden: "Zal God dan geen recht doen Zijnen uitverkorenen die dag en nacht tot Hem roepen?" Hij herhaalt deze bemoediging in ons tekstvers: "Ik zeg u dat Hij hun haastelijk recht doen zal." Dit is een punt van geloof, waarvan veel afhangt. Het gaat hier over het altijd bidden en niet vertragen van Zijn volk, en dat God ze ten laatste zekerlijk zal verhoren. Daarom moeten zij aan Zijn hand blijven hangen, roepende en niet vertragende.

Beschouw nu hen aan wie deze gunst wordt beloofd en verzekerd. Het zijn degenen die "dag en nacht tot Hem roepen." Uit het verband blijkt dat hier bedoeld wordt het volk, dat "altijd bidt en niet vertraagt", welke woorden ik reeds heb verklaard. Zij die hun smeekbeden om voorziening in hun nood voor de Heere neergelegd hebben; zij die Hem aanhangen en bij Hem aanhouden, zonder te bezwijken en zonder het op te geven, worden verzekerd van een gelukkige uitkomst, niettegenstaande de verhoring soms lang wordt uitgesteld. Dit is goed nieuws voor smekelingen aan het hof des hemels, ofschoon zij reeds lang op antwoord hebben gewacht, zodat het schijnt dat zij nooit zullen worden verhoord. Dit zal hun nieuwe kracht geven om te bidden, en om voort te gaan als een held die opwaakt van de wijn.

Mogelijk zal men tegenwerpen, dat deze belofte wordt beperkt tot de uitverkorenen. Zulk ene zal zeggen: Ofschoon ik ook nog zo lang aanhoud, misschien ben ik niet een van Gods uitverkorenen, en daarom kan ik er geen bemoediging uit hebben. Ik antwoord: De gelijkenis ziet op mensen, onbepaald, want daar staat: "Dat men altijd bidden moet en niet vertragen." Het woord uitverkorenen is geen beperking van de bidders die zullen worden verhoord, alsof er sommigen zijn die dag en nacht tot God roepen, die niet uitverkoren zijn, en anderen die dag en nacht tot Hem roepen en wél uitverkoren zijn. Neen, maar het roepen der uitverkorenen dag en nacht, in de zin van de tekst, wordt voorgesteld als een blijk van eeuwige verkiezing. Uit hun roepen dat zij zó doen, wordt afgeleid, dat zij uitverkorenen zijn, en dat zij daarom zekerlijk zullen verhoord worden. De onrechtvaardige rechter hoorde een weduwe voor wie hij geen achting had, hoewel zij voortdurend tot hem kwam. Hoeveel te meer zal een rechtvaardig God hen horen die voortdurend tot Hem komen, daar zij ongetwijfeld uitverkorenen zijn. Indien zij niet uitverkoren waren zouden zij het zekerlijk opgeven, en naar een andere deur gaan.
Boston
(..)Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.(..)Rom.3.

Johan100
Kolonel
Kolonel
Berichten: 3644
Lid geworden op: 22 okt 2015 15:06
Contacteer:

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Johan100 » 16 mar 2016 20:06

HET ARGLISTIGE HART
„Arglistig is het hart, meer dan enig ding, ja dodelijk is het, wie zal het kennen? Ik, de HEERE,
doorgrond het hart, en proef de nieren; en dat, om een iegelijk te geven naar zijn wegen, naar de
vrucht van zijn handelingen.” (Jeremia 17 : 9 en 10).

I. De toestand van het natuurlijke hart. (vers 9).
Dit is een nauwkeurige beschrijving van het natuurlijke hart van een mens: het hart
van Adam, voordat hij gevallen was, was geheel anders. „God heeft de mens recht
gemaakt.” Zijn ziel was helder en hemels. Zij was gericht op Goddelijke dingen. De mens
zag hun heerlijkheid onbewolkt en onverduisterd. Zijn hart was oprecht voor God. Zijn
genegenheden stroomden liefelijk en in volheid de Heere toe. Hij beminde God zoals
God beminde hij haatte zoals God haatte. Er was toen geen arglistigheid in zijn hart.
Het was doorschijnend als kristal. Hij had niets te verbergen. Er was geen boosheid in
zijn hart, geen drijfveer tot haat, lusten, of hoogmoed. Hij kende zijn eigen hart. Hij kon
duidelijk in deszelfs diepste schuilhoeken zien, want het was een weerschijn van Gods
hart.
Toen Adam zondigde, werd zijn hart veranderd. Toen hij de gunst Gods verloor,
verloor hij het beeld Gods. Zo ook als Nebukadnézar plotseling het hart van een beest
kreeg, zo ook kreeg Adam plotseling een hart in het beeld van de duivel. En van die tijd
is de beschrijving: „Arglistig is het hart meer dan enig ding, ja dodelijk is het.” (vers 9).

Leert hieruit de treffende liefde van Christus. Hij was de enige, die de boosheid
kende van de schepselen, voor welke Hij stierf. Hij, die de harten van de zondaars
doorgrondt, stierf voor hen. Zijn oog alleen had hun harten doorgrondt, ja, het
doorgrondde hun harten zelfs terwijl Hij kwam. Hij wist wat in de mens was. Hij stierf
niet voor enige goedheid des mensen. Deze zag Hij niet. Hij zag geen kleine zonden in
de mens. Hij is het enige Wezen in het heelal, dat al de zonden zag, die in het peilloze
hart des mensen wonen. Hij zag tot op de bodem van de vulkaan, en nochtans kwam
Hij en stierf Hij voor de mensen. Hierin is de liefde! Als tollenaars en zondaars tot Hem
op aarde kwamen, wist Hij wat er in hun harten was. Zijn oog was op hen gedurende
hun hele leven geslagen. Hij had al de lusten en driften gezien die er heersten, nochtans
heeft Hij ze niet uitgeworpen. Zo ook met u. Zijn oog heeft al uw zonde gezien, de
duisterste, zwartste uren, waarin u geleefd hebt. Zijn oog was op u. Nochtans stierf Hij
voor de zodanigen, en nodigt u uit tot Hem te komen, en zal u geenszins uitwerpen.
R.M. Mc Cheyne
(..)Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.(..)Rom.3.

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 19 mar 2016 10:19

Een appel in een fles

Heel goed herinner ik mij, dat ik als kind op de schoorsteenmantel van mijn grootmoeder een appel in een flesje zag. Dit was een waar wonder voor mij, dat ik probeerde te doorgronden. Hoe kon de appel in zo’n klein flesje komen?, vroeg ik mezelf af. De appel was precies even dik en rond als het flesje; hoe heeft men hem erin kunnen krijgen? Hoewel het ten strengste verboden was de schatten op de schoorsteenmantel aan te raken, nam ik het flesje eraf en kwam in mijn jong gemoed tot de overtuiging, dat de appel niet door de hals in de fles gekomen kon zijn, en na vruchteloos geprobeerd te hebben de bodem los te schroeven, was ik er ook even zeker van, dat de appel er niet van onderen in gebracht was.

Eens, in de volgende zomer, zag ik echter aan de tak van een appelboom een ander flesje, dat een eigen neefje moest zijn van mijn oude vriend op de schoorsteenmantel. In dit nieuwe flesje groeide een appeltje, dat met het takje door de hals gestoken was toen het nog heel klein was. Als men goed bekend is met de natuur, blijft er nu geen verwondering meer over.

Deze ontdekking uit mijn kinderjaren zal ik thans gebruiken als een beeld. Laat ons de appels in het flesje brengen, als zij nog klein zijn; hetwelk is, overgezet zijnde: laat ons de jeugdigen van jaren naar het huis Gods brengen doormiddel van de zondagschool, in de hoop, dat zij in latere jaren de plaats des tabernakels Zijner ere lief zullen hebben, en daar het eeuwige leven zullen zoeken en vinden.

Als wij onze zondagen somber en vervelend maken, kan in menig jeugdig gemoed hierdoor een vooroordeel ontstaan tegen de godsdienst. Wij wensen juist andersom te handelen. De preek moet niet zo lang en zo vervelend zijn, dat de jongelui eronder zuchten, of er zal iets heel verkeerds uit voortkomen! Met een levendige, boeiende prediking, die de aandacht gaande houdt, en liefdevolle onderwijzers, die de waarheid nog meer op het jeugdige hart trachten te binden, zullen wij over het volgend geslacht niet hebben te klagen dat zij hun lering hebben vergeten.

C.H. Spurgeon
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 26 mar 2016 10:12

Waar dan heen?

En een zekere vrouw, die 12 jaren de vloed des bloeds gehad had, en al veel geleden had van vele medicijnmeesters, en al het hare daaraan ten koste gelegd en geen baat gevonden had, maar met welke het veeleer erger geworden was.
Markus 5 vers 25 en 26

Wij zien in de ziekte van deze vrouw als in een spiegel de ziekte van onze eigen ziel, de verdorven aard, die ook het lichaam bedekt. De zonde in zulk een gestalte dat wij deze niet eens durven noemen. Wij zien hier het verschrikkelijke van de lange duur van ons verderf en onze volslagen onmacht om onszelf te heiligen, zolang en voor zoveel ons geen barmhartigheid wedervaart.

Wij worden indachtig dat wij uit onszelf niet anders kunnen dan de zonde dagelijks nog groter maken. Maar wij leren ook inzien waar onze menselijke raadgevingen, voorgeschreven of zelfbedachte reinigingsmiddelen van ons werken en sloven om onszelf te reinigen, op uitlopen. Tenslotte loopt het hierop uit, dat wij zo doodarm worden, dat we geen penning meer overhouden om, stel dat er nog een middel bestaat, dat te betalen.
Ook worden wij indachtig dat er op aarde of bij de mensen geen middel meer te vinden is.

Nu, indien wij ten einde raad zijn en ons van Gods aangezicht voor immer verstoten achten, als wij zó arm zijn dat wij op de hele wereld geen middel meer vinden om ook onze geestelijke ziekte te doen ophouden, en als wij dan van Jezus horen hoe Hij medelijden met ons kan en wil hebben, hoe barmhartig Hij is, hoe genadig en goedertieren Hij voor armen en reddeloos verlorenen is, ja als wij van Jezus horen wat Hij kan, en wij dan de Heere toebehoren en wij door Hem tot ons heil beproefd zijn, dan hebben wij vanaf het moment dat wij van Jezus horen, geen rust meer. Wij worden tot Jezus getroken. Slechts in Hem zien wij onze redding.

H.F. Kohlbrugge
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 21 mei 2016 14:05

Wie is het, die verdoemt? Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is, Die ook ter rechterhand Gods is, Die ook voor ons bidt. Romeinen 8:34

Zoals de ziel geleid en onderwezen wordt door de Geest, zo volgt zij de Heere Jezus in al de verschillende daden en lijdensgangen van Zijn leven. De eerste plaats waar de Heilige Geest de arme zondaar bij brengt, is het kruis van Jezus. Dit is het eerste lichtstraaltje der verlossing die wij krijgen van de Heere des levens en der heerlijkheid. De Heilige Geest brengt de arme, schuldige zondaar, belast met een gewicht van duizenden zonden, tot de voeten van het kruis en opent zijn ogen om de Zoon van God te zien, zoals Hij daar hangt, bloedend, als een verzoening voor onze zonden. Aldaar gebracht te worden door de kracht des Heiligen Geestes en die gezegende verborgenheid van de bloedende, lijdende en de doodstrijd strijdende Zoon van God in ons hart en geweten verklaard te mogen vinden, is de eerste zalige ontdekking waarmee God de Heilige Geest ons begunstigt.

Doch vandaar gaan wij voort om Jezus te beschouwen, liggende in het graf; want wij moeten ook sterven, en wij hebben nodig te zien dat de Voorloper in het graf gegaan is voor ons. Wij hebben nodig te beseffen dat wij in het graf kunnen nederliggen en dat die enge slaapplaats door Jezus welriekend is gemaakt, doordat Hij daarin vóór ons heeft gelegen.

En als wij gewandeld hebben van het kruis naar het graf, dan gaan wij een stap verder, namelijk tot de opstanding van de Heere des levens en der heerlijkheid. Wij zien Hem door het geloof op de derde dag het graf, waar Hij was neergelegd, uitgaan in heerlijkheid en kracht, tot onze rechtvaardigmaking. En zo zien wij in de opstanding van de Heere Jezus de hoop der ziel op een zalige onsterfelijkheid.

Doch wij blijven ook hier niet staan. Als de Geest des Heeren ons ogen geeft om te zien, en ons hart beweegt, dan gaan wij weer een stap verder. Dat is tot de hemelvaart des Heeren. Wij blijven niet op aarde vertoeven (want Hij bleef ook niet hier), maar wij klimmen op om Hem te zien, zittende aan de rechterhand des Vaders, als Middelaar tredende tussen God en mensen, als de Goddelijke Pleitbezorger, als het heerlijk Hoofd der genade, uit Zijn volheid gaven mededelend. Wij hebben al de dagen nieuw licht en genade nodig om gehouden te worden op de weg waarop de Heere Jezus onze voet gezet heeft. Zo, dat de hemelvaart van Christus geen dorre dogmatiek is, maar dat zij in verband staat met de gewaarwording van ons hart, onze diepe val en ongeluk, met al onze schuld, met al onze benodigdheden, en dat elk ogenblik wanneer wij door het onderwijs van de Geest op deze Middelaar mogen zien, het voor ons een waarheid wordt van uitnemend genoegen en zaligheid.

J.C. Philpot (1802-1869)
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Gebruikersavatar
elburger
Kapitein
Kapitein
Berichten: 1112
Lid geworden op: 14 mar 2016 14:59

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor elburger » 17 sep 2016 12:53

Ik kan een ieder het boekje: Uitnemende openbaringen van Andrew Gray aanbevelen.
Er staan 7 mooie preken in.
Doen!
ongerechtigheden hadden de overhand over mij, maar onze overtredingen die verzoent Gij

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 31 okt 2016 14:45

Deze meditatie stond vandaag op RD.nl

HERVORMINGSDAG

Meditatie
Mattheüs 11:2
Komt allen tot Mij, die vermoeid en belast zijt en Ik zal u rust geven.”

De zonden zijn niet langer zonden, maar zijn overwonnen en in Christus verslonden. Want zoals Hij jouw dood op Zich neemt, zodat deze je geen schade meer berokkenen kan, als je het maar gelooft dat Hij dat doet en jij jouw dood in Hem, en niet in jezelf aanschouwt, zo neemt Hij ook jouw zonden op Zich en overwint die in Zijn gerechtigheid uit louter genade. Wanneer je dat gelooft, berokkenen zij je nooit meer schade.

Zo is Christus het beeld van leven en genade, onze troost tegen het beeld van dood en zonde. Dat zegt Paulus: „God zij lof en dank, dat Hij ons in Christus overwinning van de zonde en de dood geschonken heeft” (1 Korinthe 15:57). Kijk naar het hemelse beeld van Christus, Die omwille van jou naar de hel is afgedaald en door God in de steek gelaten is als een voor eeuwig verdoemde, toen Hij sprak aan het kruis: „Mijn God, mijn God, waarom hebt Gij mij verlaten?” (Mattheüs 27:46). Zie, in dit beeld is jouw hel overwonnen en jouw onzekere uitverkiezing zeker gemaakt. Wanneer jij je alleen daarmee bezig houdt en gelooft dat het voor jou geschied is, dan zul je in dit geloof zeker gered worden. Daarom: houd dit beeld voor ogen en zoek jezelf slechts in Christus en niet in jezelf, dan zul je jezelf voor eeuwig in Hem vinden!

Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg

(”Preek over de voorbereiding op het sterven”, 1519)
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Johan100
Kolonel
Kolonel
Berichten: 3644
Lid geworden op: 22 okt 2015 15:06
Contacteer:

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Johan100 » 18 feb 2017 22:01

1 - WAT WEDERGEBOORTE BETEKENT!

De brief aan de Romeinen spreekt ervan als mensen “die uit de doden levend geworden zijn” (Rom.6:13). De tweede brief aan de Korinthiërs noemt het: “een nieuw schepsel [worden]; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden” (5:17). De brief aan de Efeziërs spreekt ervan als een opstanding met Christus: “En u [heeft Hij mede levend gemaakt], daar gij dood waart door de misdaden en de zonden” (2:1). En als: “dat gij zoudt afleggen, aangaande de vorige wandeling, de oude mens … En dat gij zoudt vernieuwd worden in de geest van uw gemoed, En de nieuwe mens aandoen, die naar God geschapen is in ware rechtvaardigheid en heiligheid” (4:22-24). De brief aan de Kolossenzen noemt het “uitgedaan hebben de oude mens met zijn werken, En aangedaan hebben de nieuwe [mens], die vernieuwd wordt tot kennis, naar het evenbeeld van Hem, Die
hem geschapen heeft” (3:9-10).
In de brief aan Titus luidt het “zalig gemaakt … door het bad der wedergeboorte en vernieuwing van de Heilige Geest (3:5)
De eerste brief van Petrus spreekt ervan als: “uit de duisternis geroepen tot Zijn wonderbaar licht” (2:9).
En de tweede brief zegt “opdat gij de goddelijke natuur deelachtig zoudt worden” (1:4). De eerste brief van Johannes noemt het “uit de dood overgaan in het leven” (3:14).


Al deze uitdrukkingen hebben dezelfde inhoud. Ze spreken allemaal over dezelfde waarheid van
verschillende kanten bekeken. En ze hebben alle één en dezelfde betekenis. Zij beschrijven de grote
en radicale verandering van hart en natuur, een algehele verandering en vernieuwing van de gehele
innerlijke mens, een deel hebben aan het opstandingsleven van Christus, of om de woorden van de
Engelse catechismus te gebruiken: “dood tot de zonde en een nieuwe geboorte tot rechtvaardigheid”
De verandering van hart in een waarachtig christen is zo volledig, dat geen ander woord deze verandering
beter kan weergeven dan het woord “wedergeboorte”. Het is beslist geen uiterlijke lichamelijke
verandering, maar ongetwijfeld is het een totale verandering van de innerlijke mens. De
wedergeboorte bezorgt de mens geen nieuwe bekwaamheden, maar hij krijgt wel een geheel nieuwe
instelling. Zijn smaak wordt nieuw, zijn opvattingen veranderen, zijn gezicht op zonde, wereld, Bijbel
en Christus wordt zo nieuw dat hij een volkomen nieuw mens wordt. De verandering mag met
recht een nieuwe schepping heten: een wedergeboorte.

Gelovigen ontvangen de wedergeboorte op heel verschillende leeftijd. Sommigen worden als kleuter
wederom geboren. Jeremia en Johannes de Doper werden zelfs al vanaf de moederschoot vervuld
met de Heilige Geest. Sommigen worden op rijpere leeftijd wedergeboren. Bij de grote meerderheid
van ware christenen vindt dat op jeugdige leeftijd plaats. Van een groot aantal mensen moet
gevreesd worden, dat zij in het graf gaan zonder wedergeboren te zijn.
Deze verandering van hart heeft in volwassenen niet altijd op dezelfde manier plaats. Bij sommigen,
zoals bij Paulus en de gevangenbewaarder te Filippi, is het een krachtdadige en plotselinge verandering
die gepaard gaat met diep zondebesef. Bij anderen gebeurt het stil en geleidelijk, zoals bij Lydia
van Thyatira; hun winter wordt lente zonder dat zij weten hoe. Bij sommigen wordt de verandering
teweeggebracht doordat de Geest werkt door verdrukkingen of beproevingen. Bij anderen,
en waarschijnlijk het grootste aantal ware christenen, is het Woord van God, gepredikt of geschreven,
het middel dat de wedergeboorte teweegbrengt.

“De prediking van het Woord is hèt grote middel dat God beschikt heeft om de wedergeboorte tot
stand te brengen: “Zo is dan het geloof uit het gehoor, en het gehoor door het Woord Gods” (Rom.
10:17). Toen God de eerste mens schiep, “blies Hij de levensadem in zijn neus”. Wanneer God een
nieuwe mens schept, ademt Hij in zijn oren. Dit is het Woord dat de doden doet oprijzen uit de graven,
dit is het Woord dat de ogen van de blinden opent, dat het hart van ongehoorzamen en opstandigen
omkeert. En ofschoon goddeloze mensen de prediking bespotten en de woorden van predikers,
en ook Gods Woord, in de wind slaan, is dit Woord inderdaad een wind, die rotsen kan splijten
en bergen scheuren. Als deze mensen ooit gered willen worden moet er ook zo’n wind schudden
aan de grondvesten en aan hun vooroordelen. Laat dit een aansporing zijn om meer acht, te geven
op het Woord en veelvuldiger te horen naar de prediking”. Bisschop Hopkins, 1670.


De wedergeboorte is een verandering, die we alleen in haar uitwerking leren kennen en onderscheiden.
De oorsprong ligt verborgen; die kunnen wij niet zien. Onze Here Jezus zegt dit heel eenvoudig:
“De wind blaast, waarheen hij wil, en gij hoort zijn geluid; maar gij weet niet, van waar hij komt, en
waar hij heen gaat; alzo is een ieder, die uit de Geest geboren is” (Joh. 3:8).

Wilt u weten of u wedergeboren bent? Dan moet u door onderzoek proberen uit te vinden wat u van
de werking van de wedergeboorte ervaart. De uitwerkingen zijn altijd dezelfde. De wegen waardoor
ware christenen geleid worden als zij de grote verandering ondergaan, zijn zeer verschillend, maar
hun uiteindelijke toestand van hart en ziel is altijd gelijk.
Vraag hen hoe zij over de zonde, over Christus, over heiligheid, de wereld, de Bijbel en gebed denken
en u zult ontdekken dat ze hierover allen van één gemoed en zin zijn.
Geen mens kan deze verandering bewerken, noch bij zichzelf, nòch bij anderen. Kinderen van God
worden “niet uit den bloede, noch uit de wil des vleses, noch uit de wil des mans, maar uit God geboren”
(Joh. 1:13).
Soms wordt de verandering toegeschreven aan God de Vader: “de God en Vader van onze Heere
Jezus Christus, Die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren, tot een levende hoop”
(1 Petr. 1:3).

Soms wordt die aan God de Zoon toegeschreven: “alzo maakt ook de Zoon levend, die Hij wil” (Joh
5:21). “Indien gij weet, dat Hij rechtvaardig is, zo weet gij, dat een ieder, die de rechtvaardigheid
doet, uit Hem geboren is” (1 Joh. 2:29).
Soms wordt ze toegeschreven aan de Geest en in feite is Hij de grote Vertegenwoordiger door Wie
het altijd wordt uitgewerkt: “wat uit de Geest geboren is, [dat] is geest” (Joh. 3:6).
Menselijke kracht is niet in staat deze verandering te bewerken; het ligt ver buiten ons bereik. Geen
enkele predikant op aarde kan genade op iemand van zijn gehoor overbrengen. Hij kan zo zuiver en
krachtig preken, als Paulus of Apollos maar God moet de wasdom geven (1 Kor. 3:6). Hij kan in
naam van de Drie-eenheid dopen, maar tenzij de Heilige Geest Zijn zegen gebiedt, is er geen “dood
tot de zonde” en geen “nieuwe geboorte tot rechtvaardigheid”. Alleen Jezus, het grote Hoofd van de
gemeente, kan dopen met de Heilige Geest. Gezegend en gelukkig zijn zij die zowel de inwendige
als uitwendige doop hebben ontvangen.

“De Schrift maakt duidelijk dat, zoals geen kind zichzelf kan doen geboren worden of een dood
mens zichzelf levend kan maken; net zo min kan een vleselijk mens zichzelf opnieuw geboren doen
worden of ware reddende genade in zijn ziel laten werken”. Bisschop Hopkins 1670.


J.C.Ryle.
Laatst gewijzigd door Johan100 op 20 feb 2017 13:12, 2 keer totaal gewijzigd.
(..)Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.(..)Rom.3.

Johan100
Kolonel
Kolonel
Berichten: 3644
Lid geworden op: 22 okt 2015 15:06
Contacteer:

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Johan100 » 18 feb 2017 22:03

vervolg

Ik heb nu deze uiteenzetting van wedergeboorte aan u voorgelegd, omdat ik meen dat de verandering
van het hart het kenmerk is van een waar christen, de constante metgezel van een zaligmakend
geloof in Christus. Ware vereniging met Hem is het begin van innerlijke heiliging. Ik vraag u dit
goed te overdenken voordat u verder gaat. Het is van het allergrootste belang dat uw inzichten over
wat wedergeboorte waarlijk is, zuiver zijn.

Ik weet dat velen het niet eens zullen zijn met de beschrijving die ik gegeven heb. Zij menen mogelijk
dat mijn uitspraken veel te sterk uitgedrukt zijn. Sommigen beweren dat wedergeboorte slechts
bestaat uit het deelnemen aan het kerkelijk leven, maar niet dat het de verandering van het hart betekent.
Hierop heb ik een eenvoudig antwoord, en dat is: Dat ik zulk een wedergeboorte, als bovengenoemd
nergens in de Bijbel vind. Wedergeboorte kan niet alleen maar tot uiting komen door allerlei
christelijke activiteiten. Er is meer nodig dan dat.

Toen onze Here tot Nicodemus zei: “Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, tenzij iemand wederom geboren
wordt, kan hij het koninkrijk Gods niet zien”, bedoelde Hij toen alleen “tenzij een mens wordt
toegelaten tot de kerkelijke Sacramenten?” Hij bedoelde stellig meer dan dit!
Het schijnt mij toe dat er aangaande de wedergeboorte veel verwarring en onduidelijkheid bij de
mensen is, en dat dit ontstaat uit een niet eenvoudig vasthouden aan het Woord van God. Het is
zonder twijfel een voorrecht voor een mens als hij tot een zuivere kerk behoort. Dat er een deur
wijd open is voor zijn ziel, die er niet is voor een buitenstaander, staat voor mij vast.
Maar ik zie niet dat de Bijbel dit ergens wedergeboorte noemt. En het is belangrijk de dingen van
elkaar te onderscheiden. In een kerkgemeenschap zijn is één zaak, wedergeboorte is een andere
zaak. Ik durf ze niet door elkaar te halen.

De enige wedergeboorte die ik in de Schrift vind, is niet een verandering van omgeving, maar van
hart. Wedergeboorte spreekt van “dood tot de zonde” en een “nieuwe geboorte tot rechtvaardigheid”,
en daar wil ik aan vasthouden. De leer der wedergeboorte is van overwegend belang. Het
gaat niet om namen of woorden of vormen, nee, wie redding zoekt moet de wedergeboorte uit ervaring
kennen.

Daarom vraag ik met klem: Leer dit zelf kennen en laten argumenten en tegenargumenten uw aandacht
niet afleiden van uw eigen hart. IS UW HART VERANDERD? Hoe armetierig is het te argumenteren
over wedergeboorte als we die in ons eigen innerlijk niet kennen.

Wedergeboorte is het onmiskenbare teken dat iemand een christen is. Wilt u daarom mijn vraag
ernstig nemen: “Bent u wedergeboren, of bent u dat niet?

J.C.Ryle.
(..)Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.(..)Rom.3.

Johan100
Kolonel
Kolonel
Berichten: 3644
Lid geworden op: 22 okt 2015 15:06
Contacteer:

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Johan100 » 20 feb 2017 12:54

vervolg, dat het ons tot zegen mag zijn.

2 - DE NOODZAAK VAN DE WEDERGEBOORTE

Dat de noodzaak er is blijkt duidelijk uit de woorden van onze Here Jezus Christus in het derde
hoofdstuk van het Johannes-evangelie. Zijn taal tot Nicodemus is heel duidelijk: “Zo iemand niet
geboren wordt uit water en Geest, hij kan in het Koninkrijk Gods niet ingaan” (3:5). “Verwonder u
niet, dat Ik u gezegd heb: Gij moet wederom geboren worden” (3:7).
De reden voor deze noodzaak is de volslagen zondigheid en verdorvenheid van onze natuurlijke
mens.

Eigen toevoeging: Kanttekening zegt bij Joh. 3:5. over water. Water is: Dat is, door de kracht van de Heiligen Geest gereinigd wordt van de zonde, gelijk de uiterlijke onreinheden door water afgewassen worden.

Er kwam uit de zijde van de Heere Jezus toen hij aan het kruis doorstoken werd met een speer; water en bloed. Bloed ziet op de vergeving door het offer en water op de reiniging.

Uit de Geest geboren worden is de wedergeboorte. De uiterlijke doop volgt dan in de Bijbel ook op geloof.
Eind.


De woorden van Paulus aan de Korinthiërs zijn zeer nauwkeurig: “Maar de natuurlijke mens begrijpt
niet de dingen, die van de Geest van God zijn; want zij zijn hem dwaasheid, en hij kan ze niet
verstaan, omdat zij geestelijk onderscheiden worden” (1 Kor. 2:14).
Zoals water omlaag stroomt, vogels omhoog vliegen, en stenen op de grond vallen, zo volgt het
menselijk hart zijn natuurlijke neiging tot het kwade. Wij hebben de vijanden van onze ziel lief en
hebben een afkeer van de vrienden van onze ziel.

Wij noemen het goede kwaad en het kwade goed. Wij hebben behagen in goddeloosheid en geen
behagen in Christus. Wij laten niet alleen de zonde toe, maar hebben haar ook lief. Wij moeten niet
alleen gereinigd worden van de schuld der zonde maar ook verlost worden van haar macht. Onze
natuurlijke gezindheid, onze opvattingen en de richting van onze gedachten moeten volledig veranderen.
Het beeld van God dat door de zonde uitgewist is, moet hersteld worden. Aan de wanorde en verwarring
die in ons heerst moet een einde gemaakt worden. De eerste dingen moeten niet langer de
laatste zijn en de laatste dingen niet de eerste. De Geest moet licht in onze harten brengen, alles op
de juiste plaats zetten en alle dingen nieuw maken.

Wilt u in gedachten houden twee verschillende
zaken die de Here Jezus doet voor elke zondaar die Hij redt.
1e. Hij wast hem van zijn zonden in Zijn eigen bloed en schenkt hem vrije vergeving: dit is
rechtvaardigmaking.
2e. Hij schenkt de Heilige Geest in zijn hart en maakt hem een geheel nieuw mens: dit is wedergeboorte.
Beide zijn absoluut noodzakelijk tot zaligheid.

De verandering van het hart is even noodzakelijk als de vergeving, en de vergeving is even noodzakelijk
als de verandering. Zonder vergeving hebben we geen recht op de hemel. Zonder de verandering
van hart zouden we niet in staat zijn de vreugde van de hemel te waarderen en er gereed voor
zijn, al zouden we er komen.

Deze twee zijn nooit gescheiden. Ze staan nooit los van elkaar. Ieder gerechtvaardigd mens is ook
een wedergeboren mens, en ieder wedergeboren mens is ook een gerechtvaardigd mens. Wanneer
de Here Jezus iemand kwijtschelding van zonden geeft, geeft Hij hem ook bekering. Als Hij vrede
met God geeft, geeft Hij ook de kracht een kind van God te worden.
Er zijn twee belangrijke stelregels van het heerlijke evangelie die we nooit mogen vergeten. De ene
is: “Die geloofd zal hebben, en gedoopt zal zijn, zal zalig worden” (Marc. 16:16). De andere is: “zo
iemand de Geest van Christus niet heeft, die komt Hem niet toe” (Rom. 8:9).

Degene die de alomvattende noodzaak van wedergeboorte miskent, begrijpt maar heel weinig van
de verdorvenheid van zijn hart. Wie zich in beeldt dat vergeving alles is wat wij nodig hebben om
in de hemel te komen, is blind en ziet niet dat vergeving zonder verandering van hart een nutteloze
gave zou zijn. Gezegend zij onze God Die deze beide dingen ons zo vrijelijk aanbiedt in het evangelie
van Christus en dat Jezus in staat is en ook gewillig ons zowel het ene als het andere te geven.
Het zal u zeker niet ontgaan dat de grote meerderheid der mensen niets ziet, niets voelt, en niets
weet van het dienen van God.

Hoe dit komt en waarom dit zo is, is nu niet aan de orde. Ik breng het alleen onder uw aandacht.
Vertel hen over het zondige van de vele dingen die zij voortdurend doen, wat is dan gewoonlijk hun
antwoord? “Zij zien er geen kwaad in”.
Spreek hen over het ontzettend gevaar waarin hun zielen zijn, over de korte tijd, de nabijheid van de
eeuwigheid, de onzekerheid van het leven, de realiteit van het oordeel. “Zij beseffen geen gevaar”.
Zeg hen dat zij een Heiland nodig hebben, Die machtig is en hen lief heeft, God Zelf, Die hen wil
redden van de hel door geloof in Hem. U spreekt voor dovemansoren. “Zij zien die grote slagboom
tussen henzelf en de hemel niet”.
Vertel hen van een geheiligd leven en de hoge standaard die de Bijbel aangeeft. Ze kunnen de behoefte
daaraan niet begrijpen. “Ze zien er geen nut in zo erg goed te zijn”.
Er zijn duizenden, ja tienduizenden van zulke mensen om u heen. Zij kunnen de diensten bijwonen
van de beste predikanten en luisteren naar de krachtigste oproepen tot hun geweten. En toch, als u
hen op hun sterfbed bezoekt, is het of zij deze dingen nooit gehoord hebben. Het evangelie heeft
geen uitwerking gehad op hun leven. Ze weten niets te noemen wat hun hoop is in leven en sterven.
En wat de oorzaak van zulk een toestand is?

De oorzaak is dat van nature de mens geen onderscheidingsvermogen heeft in geestelijke dingen.
Tevergeefs schijnt voor hem de Zon der gerechtigheid, de ogen van zijn ziel zijn blind en zien niet.
Tevergeefs klinkt de muziek van de uitnodiging van Christus om hem heen, de oren van zijn ziel
zijn doof, hij kan niet horen. Tevergeefs wordt de toorn van God tegen de zonde aan hem uitgelegd,
de waarnemingen van zijn ziel zijn geblokkeerd; zoals de slapende reiziger merkt hij niets van de
naderende storm. Tevergeefs wordt hem het water en het brood des levens aangeboden - zijn ziel is
noch hongerig noch dorstig. Tevergeefs wordt hem geadviseerd naar de Grote Geneesheer te
vluchten, zijn ziel is zich niet bewust van zijn ziekte; waarom zou hij gaan?

Ach lezer, er is niets zo droevig als de totale verdorvenheid van onze natuur! Niets is zo pijnlijk als
de ontmoeting met een mensenziel die dood is.
Wat zo’n ziel nodig heeft is het volgende: Hij moet wederom geboren worden, tot een nieuwe
schepping worden gemaakt. Hij heeft een volledige aflegging van de oude mens nodig en een volledig
aandoen van de nieuwe mens. Wij leven pas ons geestelijk leven als wij uit de Geest geboren
worden.
Het is een ernstig feit dat de grote meerderheid van de mensen totaal onbekwaam is om in hun
huidige toestand de hemel te waarderen.

J.C.Ryle.
(..)Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.(..)Rom.3.

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 02 nov 2017 12:28

Hebreeën 11:6
Zonder geloof is het onmogelijk Gode te behagen. Want die tot God komt, moet geloven dat Hij is en een Beloner is dergenen die Hem zoeken.”

De werken rechtvaardigen niemand. De mens dient een rechtvaardige te zijn voordat hij enig goed werk zal kunnen doen. Het is overduidelijk dat het alléén het geloof is dat, uit zuivere barmhartigheid van God door Christus, in gemeenschap met Zijn Woord, een mens op waardige wijze en in voldoende zin rechtvaardigt en behoudt. Geen werk en geen wet zijn voor de christen noodzakelijk tot zaligheid. Hij is door het geloof vrij van iedere wet. De dingen die hij doet, doet hij zonder op enig loon te rekenen. Hij zoekt er niets door te verkrijgen, hetzij enig voordeel, hetzij de zaligheid, omdat hij uit zijn geloof reeds verzadigd en behouden is door de genade van God. Hij zoekt alleen het welgevallen van God te verkrijgen. Zo baat de ongelovige ook geen enkel goed werk tot het verkrijgen van gerechtigheid en zaligheid. Daartegenover: geen enkel slecht werk maakt hem slecht of verdoemelijk, dat doet alleen het ongeloof. Het ongeloof neemt de slechte en verdoemelijke daden voor zijn rekening. Daarom, wanneer iemand goed of slecht gemaakt wordt, begint dit niet bij zijn werken, maar bij zijn geloof of ongeloof. Paulus zegt het ook: „Want die tot God komt, moet geloven dat hij is” (Hebreeën 11:6).

Maarten Luther, hoogleraar in Wittenberg

(”De vrijheid van een christen”, 1520)

Eerder geplaatst op RD.
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Chaya
Generaal
Generaal
Berichten: 7095
Lid geworden op: 15 dec 2014 10:38
Locatie: Bij het water

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Chaya » 21 mar 2018 14:47

Laat ons afleggen alle last en de zonde die ons lichtelijk omringt, en laat ons met lijdzaamheid lopen de loopbaan die ons voorgesteld is.”
Hebreëen 12 vs 1b

De last is het lichaam der zonde dat in onze natuur overblijft. Paulus spreekt daarover alsof iemand ons in zijn armen omkneld had. Want de erfzonde heeft ons als gevangenen geboeid. Deze zonde is iets waarvan wij ons niet kunnen ontslaan, waarheen wij ons ook wenden. Het lichaam der zonde is als een geest: achter ons, ons achteruit trekkend, voor ons, ons in de weg staand, aan onze rechterhand. Het verhindert ons te horen, te bidden, te geloven, ons te bekeren en te hopen.

Het is als de wind in ons gezicht die een zwakke reiziger bij elke stap achteruit blaast. Deze zonde is als een man die altijd om ons heen draait. Hij is in het verstand en verduistert het oordeel. God gebiedt ons de laagste plaats in te nemen, nederig te zijn, maar wij doen het tegenovergestelde. Deze zonde wikkelt zich om ons heen in elke goede weg, zoals de kamperfoelie zich om een boom strengelt. Hij is een slang die ons in de hiel bijt. Hij roept: „Er is een felle leeuw op de weg.” Hij is iemand die ons voor de gek houdt. Hij belooft ons veel maar geeft ons wat wind, en helaas geloven wij hem.

Samuel Rutherford, hoogleraar te St. Andrews (”De leer en de eer van Christus”, 1640)
Eerder gepubliceerd op RD.nl
Wijs een spotter niet terecht, anders zal hij u haten. Wijs een wijze terecht, en hij zal u liefhebben. -- Spreuken 9:8

Johan100
Kolonel
Kolonel
Berichten: 3644
Lid geworden op: 22 okt 2015 15:06
Contacteer:

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Johan100 » 02 apr 2018 08:46

Mens geworden

“En in gedaante gevonden als een mens, heeft Hij Zichzelven vernederd, gehoorzaam geworden zijnde
tot den dood, ja, den dood des kruises.”
Fil. 2:8

U weet hoe Christus bekleed werd met drie ambten: het ambt van profeet, priester en koning. Hij
ontving die ambten om het gezegende plan van onze verlossing uit te voeren. Om dat te kunnen doen,
moest Hij zowel diep vernederd als hoog verhoogd worden. Zowel Zijn vernedering als Zijn verhoging
worden ons in deze tekst door de apostel voorgesteld.1
Wie hoog wil bouwen, moet een diep fundament leggen. Christus moet een geheel eigen heerlijkheid
hebben in de hemel, die uitstijgt boven die van engelen en mensen. Zoals wij de zon kunnen
onderscheiden van de geringere sterren, zo kunnen de heiligen Hem immers door Zijn heerlijkheid
onderscheiden van alle anderen. En zoals Hij oneindig boven hen verhoogd moet worden, zo moet Hij
eerst oneindig onder hen vernederd en verlaagd worden. Jesaja zegt: ‘Zijn gelaat was verdorven, meer
dan van iemand, en Zijn gedaante meer dan van andere mensenkinderen’ (Jes. 52:14). De grondverf
bestaat uit diepe rouw, die later overdekt wordt met de laklaag van de pracht en heerlijkheid van de
hemel.

Het is nodig dat we eerst spreken over de staat van vernedering van de Heere Jezus. Ik zal daarom een
aantal Bijbelteksten aanhalen, die u de Zoon laten zien tijdens een bijna volledige zonsverduistering.
Van Hem wordt gezegd dat Hij ‘schoon en heerlijk’ was (Jes. 4:2). Hij had de ‘heerlijkheid als van de
Eniggeborene van de Vader’ (Joh. 1:14). Hij was de Heere der heerlijkheid (Jak. 2:1). Ja, Hij was ‘het
Afschijnsel van de heerlijkheid van de Vader’ (Hebr. 1:3). Maar de Bijbel zegt ook van Hem dat Hij als
het ware door een sluier bedekt was, zodat Hij niet meer op Zichzelf leek. Hij leek geen God meer te
zijn, zelfs geen mens. Want Psalm 22:7 zegt van deze vernederde staat: ‘Ik ben een worm en geen man.’
Het is alsof de Heere Jezus zegt: Beschrijf Mij liever als een worm dan als een man. Ik ben afschuwelijk
geworden voor de mensen, zoals het woord in Jes. 53:2 betekent: ‘Als wij Hem aanzagen, zo was er
geen gestalte dat wij Hem zouden begeerd hebben’

Ik zal nu iets zeggen over deze vernedering van Christus. Allereerst wil ik spreken over de natuur van
Zijn vernedering: Hij vernederde Zichzelf. Het woord in de grondtekst wijst op een echte, vrijwillige
vernedering. Het was een werkelijke vernedering. Het was geen toneelspel, maar Hij werd echt
vernederd. Hij werd niet alleen voor de mensen vernederd, maar ook voor God, ten opzichte van de
kennelijke heerlijkheid die Hij in de hemel had. En die vernedering was niet alleen echt, maar ze was
ook vrijwillig. Er staat niet dat Hij vernederd werd, maar dat Hij Zichzelf vernederde. Hij boog gewillig
in deze lage en ellendige staat, voor ons. Juist die vrijwilligheid maakte deze vernedering zeer
aangenaam voor God. Het is ook een bijzonder sterke aanbeveling van Christus’ liefde voor ons dat Hij
er vrijwillig voor koos om te buigen tot in deze schande, dit lijden en deze vernedering.

Er zijn ook trappen in Zijn vernedering: Hij boog zeer laag door een mens te worden. Hij werd een
mens onder de wet. Maar Hij boog vervolgens nog lager door ‘gehoorzaam te worden tot de dood, ja, de
dood van het kruis’. Hier ziet u de diepte van Christus’ vernedering: het was een vernedering tot de
dood, sterker nog: tot de dood van het kruis. Hij wilde niet alleen een mens worden, maar zelfs een lijk,
hangend aan een hout. Hij wilde de dood van een misdadiger sterven.

Let ook op de duur van Zijn vernedering. Deze duurde vanaf het eerste moment van Zijn menswording
tot het moment van Zijn levendmaking en opwekking uit het graf. De uitersten worden hier dus door de
apostel Paulus in onze tekst vastgelegd. Zijn vernedering duurde vanaf zijn menswording tot Zijn dood
aan het kruis. Daarbij hoort ook de tijd van Zijn verblijf in het graf. Zo lang duurde Zijn vernedering.
We zien dus dat de staat van Christus, van Zijn ontvangenis tot Zijn opstanding, een staat was van diepe
vernedering.

We zullen nu verder spreken over Christus’ staat van vernedering. In deze preek staan we stil bij het
eerste deel van Zijn vernedering, namelijk Zijn menswording. Die ligt besloten in de eerste woorden van
onze tekst: ‘Hij was in gedaante gevonden als een mens.’ U moet dit niet zo opvatten alsof Hij alleen
tijdelijk een lichaam aannam om aan ons te verschijnen, waarna Hij dit lichaam weer kon afleggen. Nee,
zo’n verschijning in de vorm van een mens wordt hier niet bedoeld. Het gaat hier om een echte,
waarachtige aanneming van onze natuur. Dit was een onderdeel van Zijn vernedering.

De menswording van Christus was een zeer wonderlijke vernedering. Hiermee daalde Hij af tot het
niveau van de schepselen. Dit deed Hij vrijwillig, terwijl Hij God was, ‘te prijzen tot in eeuwigheid’
(Rom. 9:5). Dit is de verbazingwekkende ‘verborgenheid der godzaligheid’, dat God is geopenbaard in
het vlees (1 Tim. 3:16). De eeuwige God kon nu volkomen terecht de mens Christus Jezus genoemd
worden (1 Tim. 2:5). Het was al een wonder voor Salomo dat God zou wonen in die statige en prachtige
tempel te Jeruzalem. Hij zegt: ‘Maar waarlijk, zou God bij de mensen op de aarde wonen? Zie, de
hemelen, ja, de hemel der hemelen zouden U niet begrijpen; hoeveel te min dit huis, dat ik gebouwd
heb’ (2 Kron. 6:18). Maar het is een nog veel groter wonder dat God zou wonen in een lichaam van
vlees. De eeuwige God werd Iemand Die in de tijd geboren is. De Schepper van deze wereld werd als
een schepsel. De Oude van Dagen werd als een klein kind. Dit alles zou op grove godslastering lijken,
als de Bijbel dit niet zelf duidelijk had geopenbaard

De heidense Chaldeeën zeiden al tegen de koning van Babel dat ‘de goden niet bij het vlees wonen’
(Dan. 2:11). Maar nu woont God niet alleen bij mensen van vlees en bloed, maar ook zelfs in het vlees.
Ja, Hij werd vlees gemaakt en woonde te midden van ons.

John Flavel. Het vervolg kun je hier lezen: http://www.tabernakel.nl//data/files/Pr ... worden.pdf
(..)Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.(..)Rom.3.

Johan100
Kolonel
Kolonel
Berichten: 3644
Lid geworden op: 22 okt 2015 15:06
Contacteer:

Re: Preken en meditaties van Oudvaders, Puriteinen en Schotten

Berichtdoor Johan100 » 12 sep 2018 08:10

De absolute noodzakelijkheid om door het geloof te vlieden tot de Heere Jezus Christus en dezelfde noodzakelijkheid tot berouw, en heiligheid van hart en leven.

De bloedwreker achtervolgt u. O zondaar, haast u en ontkom naar de vrijstad. Was u nu in de fontein van het bloed van de Middelaar, opdat u niet zult omkomen in de "poel des verderfs". Open uw hart voor Hem, opdat de put des afgronds zijn mond niet over u zal toesluiten. Verlaat uw zonden, want anders zullen ze u verderven. Dood ze, want anders zullen ze voor eeuwig uw dood zijn! Laat de schrik van het helse vuur u er niet toe aanzetten om uw hart nog meer te verharden, zoals misschien zou gebeuren, als u die zondige gedachte koestert, dat "het buiten hoop is (Jer. 2:25). Deze gedachte komt misschien vaker voor onder de hoorders van het Evangelie dan velen zich ervan bewust zijn. Maar er is hoop voor de ergste der zondaren die tot Christus wil komen. Indien er geen goede hoedanigheden in u zijn (zoals er zeker geen kunnen zijn in een natuurlijk mens; ja, geen enkele in welk mens ook, dan alleen die ontvangen worden uit Christus), weet dan, dat Hij uw welkom niet laat afhangen van enige goede hoedanigheden. Neem Hemzelf en Zijn genade aan, die om niet wordt aangeboden" aan allen tot wie het Evangelie komt. "Die wil, neme het water des levens om niet (Openbaring 22:17). "Die tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen" (Joh. 6:37).

Het is waar dat u een zondig schepsel bent en dat u zich niet kunt bekeren. U bent onheilig en u kunt uzelf niet heilig maken. Ja, u hebt getracht uzelf te bekeren, uw zonde te verlaten en heilig te zijn, maar het ontbrak u nog aan berouw, verbetering en heiligheid en daarom zegt gij: "Het is buiten hoop; neen, want ik heb de vreemden lief, en die zal ik nawandelen."

Het is waarlijk geen wonder dat de uitkomst niet beantwoord heeft aan uw verwachting, aangezien u uw werk verkeerd begonnen bent. Eer echter in de eerste plaats God door de getuigenis die Hij gaf van Zijn Zoon, te geloven, namelijk dat het eeuwige leven in Hem is. Eer de Zoon van God door in Hem te geloven en dat houdt in: omhels en stem toe in het vrije aanbod van Christus en van Zijn verlossing van de zonde en van de toorn, die in het Evangelie aan u gedaan wordt. Stel een vast vertrouwen op Hem dat Hij u rechtvaardigheid zal schenken tot uw rechtvaardigmaking en dat Hij u heilig zal maken, aangezien "Hij ons geworden is wijsheid van God, en rechtvaardigheid en heiligmaking" (1 Kor. 1:30).

Uit Thomas Boston's Viervoudige Staat.
(..)Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.(..)Rom.3.


Terug naar “[Religie] - Algemeen”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 13 gasten