gravo schreef:Kletspraat! Dat het kletspraat is blijkt al uit de geciteerde tekst:
"...tusschen u, en tusschen uwe zade (= singularis [gravo]) na u in hunne geslachten (=pluralis [gravo]).
Beide gaan over precies hetzelfde begrip, maar dit begrip kan kennelijk zowel met een enkelvoudig woord als met een meervoudig woord worden aangeduid. Ik zie niet in hoe je "hunne geslachten" als een enkelvoudig begrip zou willen lezen.
Ik lees "hunne geslachten" helemaal niet als enkelvoudig begrip, ik lees "uw zaad" als enkelvoudig begrip. In Genesis 17:7 staat: "tusschen uwen zade na u in hunne geslachten". Er staat "zaad" (enkelvoud) en er staat "geslachten" (meervoud).
Genesis 17:7 En Ik zal mijn verbond oprichten tusschen Mij en tusschen u, en tusschen uwen
zade na u in hunne
geslachten, tot een eeuwig verbond, om u te zijn tot eenen God, en uwen zade na u.
Paulus heeft het in Galaten 3:16 niet over "geslachten", hij heeft het over het "zaad". En hij zegt niet dat geslachten enkelvoudig is, hij zegt dat zaad enkelvoudig is. Zaad kan dan niet toch meervoudig zijn. Dan zou Paulus liegen.
Galaten 3:16 Nu zoo zijn de beloftenissen tot Abraham en zijn zaad gesproken. Hij zegt niet: En den zaden, als van velen; maar als van één:
En uwen zade, hetwelk is Christus.
Staat daar geslachten? Nee dat staat er niet. Er staat "zaad". Paulus zegt niet dat geslachten in Genesis 17:7 enkelvoud zou moeten zijn, hij zegt dat zaad enkelvoud moet zijn. Dat zijn niet mijn woorden, dat is wat de Heilige Geest bij monde van Paulus zegt.
Wat betekenen dan die geslachten?
Galaten 3:29 En indien gij van Christus zijt, zo zijt gij dan Abrahams
zaad, en naar de beloftenis erfgenamen.
Zij die in Christus zijn, zijn het zaad in hunne geslachten. De beloftenis is gedaan aan het zaad in hunne geslachten. Waarom? Omdat Christus, het zaad, in de Christenen leeft.
Er is één zaligmaker, er zijn vele gezaligden. Zaad enkelvoud, geslachten meervoud.
Galaten 2:20 Ik ben met Christus gekruist; en ik leef, doch niet meer ik, maar
Christus leeft in mij; en hetgeen ik nu in het vlees leef, dat leef ik door het geloof des Zoons van God, Die mij liefgehad heeft, en Zichzelven voor mij overgegeven heeft.
1 Johannes 3:9 Een iegelijk, die uit God geboren is, die doet de zonde niet, want Zijn zaad (=Christus, zie Galaten 2:20!) blijft in hem; en hij kan niet zondigen, want hij is uit God geboren.
Nogmaals, Genesis 17:7 is niet de enige plaats in Genesis waar het zaad voortkomt. De beloftenis is meerdere keren gedaan in Genesis, ook op plaatsen waar "geslachten" helemaal niet voorkomt.
Genesis 9:9 Maar Ik, ziet, Ik richt Mijn verbond op met u, en met
uw zaad na u;
Genesis 13:15 Want al dit land, dat gij ziet, zal Ik u geven, en aan
uw zaad, tot in eeuwigheid.
"Zaad" is ook belangrijk als begrip omdat het teruggrijpt op het proto-evangelie of de eerste blijde tijding die aan Eva werd gedaan vlak na de val.
Genesis 3:15 En Ik zal vijandschap zetten tussen u en tussen deze vrouw, en tussen uw zaad en tussen haar zaad; datzelve zal u den kop vermorzelen, en gij zult het de verzenen vermorzelen.
Het zaad van de vrouw is onze Heere en Zaligmaker Jezus Christus, die inderdaad uit een maagd geboren is. Wederom zaad enkelvoud. Er is maar één zaligmaker! Aan hetzelfde zaad is de beloftenis gedaan.
Kijk het is heel simpel: als Paulus in het Nieuwe Testament zegt dat zaad in Genesis enkelvoud is, dan is het enkelvoud. De Statenvertaling heeft het volkomen goed, de moderne vertalingen verdraaien het: zij maken er meervoud van. Paulus zegt nota bene "Hij zegt niet: En den zaden, als van velen;"! Zaden (meervoud) is wat hij NIET zegt, dat zegt Paulus. En alle moderne vertalingen maken het er van dat hij WEL zaden in het meervoud zegt. Dat heet het Woord van God verdraaien.