Vera888 schreef:Dan heb jij blijkbaar een andere versie van het Avondmaalsformulier.
Achterin mijn Bijbel staat: "Ten andere onderzoeke een ieder zijn hart, of hij deze gewisse belofte van God gelooft, dat hem al zijn zonden, alleen om het lijden en sterven van Jezus Christus, vergeven zijn; en de volkomen gerechtigheid van Christus hem als zijn eigen toegerekend en geschonken is, ja, zo volkomen, alsof hij zelf, in eigen persoon, voor al zijn zonden betaald, en alle gerechtigheid volbracht had."
Dit onderschrijf ik voor 100%, zonder 'er een eigen draai aan te geven'.
Nee hoor, ik heb dezelfde versie. Maar jij denkt dat het "zo volkomen" slaat op iemands geloof en niet op Christus' werk. Daarmee leg je de grond van onze verlossing bij de gelovige en niet bij het verzoenend lijden en sterven van Christus.
Het "ja, zo volkomen" slaat op "de volkomen gerechtigheid van Christus", zoals in de voorgaande zin staat.
Wij geloven niet in ons volkomen geloof, maar in de volkomenheid van Christus werk voor ons.
Het gevolg van de (verkeerde) interpretatie die je hebt, is dat mensen die (nog) niet zo sterk in hun geloofsschoenen staan, afgewezen moeten worden bij het avondmaal.
"O, u gelooft wel, maar hebt soms ook weleens aanvechtingen? Nou, dan mag u niet aan het avondmaal. Kom maar terug als u nooit geen aanvechtingen meer hebt."
"O, de duivel fluistert u soms in dat u geen ware gelovige bent en u hebt daar last van? Nou, die duivel heeft helemaal gelijk hoor, u mag niet hier aan tafel".
Dit soort onbarmhartige praatjes krijg je dan. Dat zijn het dan ook: praatjes en die vullen geen gaatjes.
naamloos schreef:Hmmm, dus het H.A. dient om van een ''misschientjes-geloof'' af te komen tot zekerheid?
Nee, geen "misschientjes-geloof", maar het gaat er wel om, om het geloof dat aangevochten wordt, te versterken.
naamloos schreef:Sorry hoor, maar als ik in iets of iemand geloof dan is dat een (hartelijke) overtuiging van de inhoud van wat verwoordt of verbeeldt wordt.
Gefeliciteerd! Jij bent een supergelovige zonder ooit een spoortje van twijfel of aanvechting te hebben.
Jij bent niet als Job en Jeremia die hun geboortedag vervloekten.
Jij bent niet als de psalmist die uitroept: "Heer, waar bent u nou, waarom verbergt u Zich voor mij?" (Ps. 88:15)
Of als Abraham die zei: "U hebt wel gezegd dat ik een groot volk zou worden, maar ik heb tot nog toe geen nageslacht gekregen!" (Gen. 15:2-3)
Of als Petrus die angstig uitriep: "Help Heere, red mij!" toen hij op de zee wandelde (Matth. 14:30)
Welnee, dat waren maar zielige tobbers vergeleken bij jou, de supergelovige.
Het spijt me als ik sarcastisch overkom, maar de werkelijkheid is dat ook de gelovigen die het meest gevorderd zijn in de genade, soms ten prooi vallen aan aanvechtingen, twijfel en angst. Dat zeg ik niet om dat goed te praten of iets dergelijks, maar wel om nuchter om ons heen te kijken. Aanvechtingen krijgen we ook nogal eens om ons te oefenen in de genade: dat we beseffen dat ons heil van Gods goedheid en genade afhangt en niet van ons "kijk mij eens supergelovige zijn" gevoel. Dat laatste is vaak meer zelfvertrouwen dan vertrouwen op God. Dus het gaat er niet om dat we ons zeker voelen, maar dat we ons aan God toevertrouwen, juist ook als we ons onzeker voelen als gelovige. We hebben het nodig om zeker te zijn in God in plaats van zelfverzekerd te zijn.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)