Dorpeling schreef:Ik heb maar zo een stukje geknipt maar vanwaar deze geringschattende toon? Zo zou je haast gaan denken dat naar jouw idee God alleen in de kerk werkt en daarbuiten niet meer.
Maar dat is ook erg onbijbels! Denk maar aan Manasse, gevangen in Babel dacht hij terug aan de God van zijn vader. De Heere werkt altijd op Zijn tijd, en op Zijn manier. Hij is niet aan de kerk verbonden, ook al wordt deze wel genoemd de werkplaats van de Heilige Geest. Hier moet je wel zijn, maar dat is niet gezegd dat er meteen vrucht komt. Dat kan inderdaad later zijn, in stille overdenking. Dan verwerk je het gehoorde. Net als Maria, zij 'bewaarde deze woorden alle te zamen, overleggende die in haar hart'.
Het is zelfs een opdracht; psalm 1: Welgelukzalig is de man (..) maar zijn lust is in des HEEREN wet, en hij overdenkt Zijn wet dag en nacht.
En psalm 119: Ik zal Uw bevelen overdenken, en op Uw paden letten. Ik zal mijzelven vermaken in Uw inzettingen; Uw woord zal ik niet vergeten. Doe wel bij Uw knecht, dat ik leve en Uw woord beware.
Denk ook aan de gelijkenis van de zaaier, en dat van het mosterdzaad. Zaden en vruchten groeien niet in 1 dag hoor! (...)
Met Bijbels bedoel ik in dit geval vooral Nieuw Testamentisch. Mijn voorbeeld voorde betekenis en functie van de verkondiging is de tijd ná Pinksteren, wanneer de Geest is uitgestort en het Evangelie, naar het gebod van Jezus, verkondigd wordt aan de gehele wereld. te beginnen in Jeruzalem. Jouw voorbeelden stammen uit het Oude Testament en daarin is nog geen sprake van een wereldwijde verkondiging die is gebaseerd op Jezus Christus, gekruisigt, gestorven, opgestaan en opgevaren. Die verheerlijking is kenmerkend voor de ruimte die daarna ontstaat. Uit alles blijkt dat de verkondiging het middel is om mensen tot geloof te brengen. Lees nogmaals de tekst uit Rom.10.
Ik begrijp wat je bedoelt met het overpeinzen van Gods Woord, met de binnenkamer, met de stille overdenking. Maar die mag nooit los worden gezien van het beslissende punt van de prediking, namelijk dat de mensen het Evangelie van Jezus Christus wordt verkondigd, opdat zij geloven! Het Evangelie van Johannes zegt het met zoveel woorden: deze dingen zijn geschreven opdat gij gelooft...
Ik bepleit geen acute, radicale bekeringsexcessen in een kerkdient, maar ik bepleit een oproep tot bekering als logisch uitvloeisel van een bijbelse prediking van zonde en genade. De prediking mag niet stilvallen na de uitleg. Het moet aan het hart van de mensen worden gebracht op zo'n wijze dat men zich persoonlijk geroepen en aangesproken weet. Dit aspect, dat de prediker de mensen maant en dwingt om in te komen blijft vaak achterwege. De drempels, de beletsels, de verhinderingen (verhindert ze niet!) moeten weggenomen worden, de weg vlak gemaakt, de deuren geopend, de twijfel, de duivel, de zonde en ons eigen vlees weggeduwd. Want er is immers een weg ter ontkoming!
Helaas, in bevindelijk gereformeerde kring heb ik maar al te vaak ontdekt dat de nadruk op de binnenkamer ten koste is gegaan van het feit dat de verkondiging een levende verkondiging is. Een levende verkondiging, dat wil zeggen dat er in het appèl, in de aansporing, in de persoonlijke aanspraak en oproep een actuele en urgente werking van de Heilige Geest werkzaam is. Het is geen vrijblijvende zaak. Het kan geen uitstel lijden, het kan niet worden omzeild. Er wordt kracht uitgeoefend, door de Geest die overtuigt.
Als ik dan ook zie dat er velen, ondanks de vele preken, nooit tot een bevestigd en erkend geloof komen, dan lijkt mij de uitweg van de binnenkamer niets anders te zijn dan een vrome vluchtweg. Weg van de aansporingen en de roeping die men heeft gehoord. Want al die stille overpeinzingen leiden immers ook niet tot geloof! Dan is de verwijzing naar het herkauwen van het Woord vrij loos, want men heeft niet eens gegeten en gedronken van het voedsel en de drank die ons tot geestelijke spijs is aangereikt.
Vanuit het Nieuw Testamentisch perspectief is er een vrij duidelijke manier te vinden waarop gemeenten in aantal en geestelijke volwassenheid groeien. Die groei ligt in tijd volgens mij vrij dicht op de vurige en overtuigende prediking van de rondtrekkende apostelen. Zoveel tijd was er immers niet om het water des levens te leren drinken. De apostelen zagen die groei voor hun ogen gebeuren. En wie dorst heeft, die wil ook maar één ding....drinken van het levende water. Als iemand werkelijk hongert en dorst naar de gerechtigheid, dan zal hij niet jaren te tijd willen nemen om verzadigd te worden. Ziedaar water; wat verhindert mij gedoopt te worden?
Dat uitstelgedrag en dat jarenlange wachten zou weleens de uiting kunnen zijn van een geestelijke verslaving aan iets anders dan het geloof in Jezus Christus. Wij, met onze kerkelijke vormen en tradities hebben ons de tijd toegeëigend. Ho, ho, ho, niet zo overhaasten. Wacht eens even...
Een verslaving aan kerkelijke gewoonten, aan eigen identiteit, aan vrome manieren van doen, aan religie met haar eisen en voorwaarden. Een status quo, waarin geloven blijkbaar niet de normale zaak van de wereld kerk is, waarin het geloof op de lange baan van Gods wil wordt geschoven. Verwachten is afwachten geworden. Afijn, je kent het boek van van der Zwaag.
En zo lopen wij tevreden de kerk uit om thuis in alle stilte....., terwijl Hij ons net uitdrukkelijk heeft willen zeggen dat Hij ons zó lief gehad heeft dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iedere die in Hem gelooft niet verloren ga, maar het eeuwige leven hebbe.
Maar, als een verkondiger die woorden niet meer durft te gebruiken, of ze alleen gebruikt in het kader van de bespreking van de abstracte bekeerling Nomen Nescio, dan is het Woord Gods krachteloos gemaakt. Hij heeft God niet laten uitspreken. Hij suggereert op de vraag voor wie dit alles bedoeld is: "O, dit is in het algemeen gesproken, maar voor niemand in het bijzonder".
Mijn grootste grief gaat dan ook niet uit naar de hoorders, maar naar de verkondigers, dat moge duidelijk zijn!
Als het zout zouteloos is geworden, waarmee zal het dan nog gezouten kunnen worden?
Om dan toch nog met een citaat uit het OT te eindigen:
Waarom geld betalen voor iets dat geen brood is, je loon besteden aan wat niet verzadigen kan?
gravo