Marnix schreef:Is het bijbels gezien niet juist de in eigen ogen rechtvaardige die denkt dat hij het wel waard is? Daarom ageert Jezus zo tegen de Farizeeen en de Schriftgeleerden. Die wijzen Hem af omdat ze denken dat ze het op eigen houtje wel kunnen redden. Met wetten en regels houden. Maar de mensen die dat niet lukt weten dat ze het niet kunnen en daarom gaan ze naar Jezus toe. Wie denkt gezond te zijn gaat niet naar de dokter, wie weet dat hij/zij ziek is wel. De Farizeeer is trots en de zondaar roept om genade want hij weet: ik kan het niet zelf. En daarom roept hij om genade... en wordt verhoord.
Marcus 2, het begint met het verhaal van de verlamde man en zijn vier vrienden. Jezus zag het geloof van hen en zei: uw geloof heeft u gered, uw zonden zijn u vergeven. Wie gezond zijn hebben geen dokter nodig in eigen ogen. Wie ziek zijn wel.
Zeker! Maar de Farizeeër zit in mijn eigen hart (van nature), dat ben ik (van nature)! (zoals Dick ook al schreef poosje terug dacht ik)
We denken allemaal van nature dat we het waard zijn en rechtvaardig in eigen ogen.
Door ons geweten als die spreekt, door bijv. de prediking, of het horen van de geboden, of iets uit het Woord, of gewoon zomaar, kunnen we wel voelen dat er iets niet klopt of dat we 'zondaar' zijn.
Maar het punt is dat we dus totaal onmachtig zijn om onszelf te redden.
En God kan onze handen echt leeg maken en trekken naar Jezus door de Waarheid te verkondigen.
Dat kan heel snel of wat langer duren, daar gaat het niet om.
Hij werkt door de Waarheid. We liggen er helemaal buiten van nature. Van nature noemt men dat; zondenatuur>>vergeving,wedergeboorte nodig.
'Weent niet over Mij, maar over uzelf en over uw kinderen', zei Jezus voor Zijn kruisiging. Lukas 23:28.
Dat is in geestelijk opzicht natuurlijk ook helemaal waar.
'Ons aller ongerechtigheid liep op Hem aan', Jes.53.
Het Evangelie is dat Jezus ons (en alleen Hij) ons vrij kan maken.
'Geef mij Jezus of ik sterf, buiten Jezus is geen leven!'
(..)Namelijk de rechtvaardigheid Gods door het geloof van Jezus Christus, tot allen, en over allen, die geloven; want er is geen onderscheid.(..)Rom.3.