Marnix schreef:Wat ik vooral niet snap is de tegenstelling die je creeert. God wil het wel, Hij maakt het ook mogelijk en toch willen mensen niet? Waarom dan niet? Er is maar 1 optie: ze kunnen wel maar luisteren niet. En dat is hun eigen keuze want God maakt het wel mogelijk en wil ze wel redden.
MoesTuin schreef:Hoe bedoel je dit precies De dealer?
Als ik het goed bezie allemaal lijkt Dorpeling in twijfel en onzekerheid te zijn.
Dat is denk ik iets anders dan tegenwind?
Maar ik kan er naast zitten.
Ik merk aan diverse reacties dat ik misschien af en toe wat onduidelijk ben geweest, ik heb daar wel vaker last van. Het lijkt er wat stumpelig uit te komen. Omdat het uit mijn hart komt, en niet vanuit napraterij zoals gravo suggereert. Dank ook aan deDwaler die me blijkbaar wel snapt.
Het is ook een heel moeilijk stuk. Onze verantwoording, wil, onwil en uit genade alleen zal altijd een onderwerp van discussie blijven en eens worden we het niet. Ik heb daar de laatste dagen eens over zitten denken en krijg dan toch de behoefte om proberen duidelijk te maken hoe ik het nu in feite bedoel en erin sta, ook voor mezelf. En niet om de discussie hierover weer aan te wakkeren, ik ben daar wel een beetje klaar mee. Iedereen moet uiteindelijk
voor zichzelf verantwoording afleggen.
Excuses alvast voor de enorme lap.
In Genesis 1 zei God;
'Laat Ons mensen maken naar ons beeld en naar onze gelijkenis. En zie, het was zeer goed. Maar al in Genesis 3 ging het verkeerd. We kregen een waarschuwing. Een proefgebod, omdat Hij vrijwillig gediend wil worden, maar we sloegen deze in de wind.De twijfel en wantrouwen werden gezaaid,
'is het ook dat God gezegd heeft...?' Eva at en gaf ook Adam, en hij at. Hiermee was het beslist, in Adam waren en zijn ook wij niet tevreden met wat ons gegeven was, maar we willen meer. Als God zijn, kennende het goed en het kwaad, eigen meester en niemand boven ons. Onze hoogmoed als God te willen zijn kwam toen openbaar. Als straf komen nu dood en vloek over de mens, en uit ons hart komt alleen nog maar zonde en verderf voort.
Toch liet God ons niet los. Hij blijft de belovende God, zoekt Adam en Eva op en kwam met de moederbelofte. Ondanks zonde en ontrouw, maakte Hij een verbond. Maar Hij dreef de mens wel weg uit het paradijs, weg van de boom des levens. En niemand kan terug keren
'En Hij dreef de mens uit en stelde cherubs tegen het oosten van de hof van Eden, en een vlammig lemmer eens zwaards, dat zich omkeerde, om te bewaren de weg van de boom des levens.'
Dat is ons aller begin, en tot hiertoe zal niemand dat hier ontkennen denk ik. Maar dan.
Hoe diep we gevallen zijn komt dan pas openbaar. Een vijand van God en Zijn zaligheid. De mens is geestelijk dood geworden. We eren God niet meer, gehoorzamen niet meer, aanvaarden Hem niet, kennen geen liefde tot Hem.
'We dwalen allen als schapen, we keren ons een iegelijk naar zijn weg.' Al onze woorden, gedachten en daden zijn besmet met zonde.
We kunnen onze zonde kennen uit het Woord en door de wet. Dat is ons gegeven zodat we nooit kunnen zeggen dat we het niet geweten hebben. Bovendien heeft ieder mens een ingeschapen Godskennis. Maar als we het Woord als algemene kennis aanvaarden, omdat we er bij opgevoed zijn of om welke reden dan ook, hebben we geen berouw over, we zien de diepte van onze val niet en zoeken ook geen vergeving voor, we hebben er geen enkele behoefte aan ook.
'Gij zegt: ik ben rijk en verrijkt geworden en heb aan geen ding gebrek' ; 'Die gezond zijn hebben den medicijnmeester niet van node, maar die ziek zijn.
En hoe wordt je 'ziek'? Door de bijzondere overtuiging van zonde door de Heilige Geest gewerkt in ons hart, dat je om Góds wil bedroefd bent.
Het is volledig Zijn werk, anders zou het geen volledige genade zijn. Dat is geen lijdelijkheid, dat is het doorleven dat een mens geen enkel vermogen heeft om de zelf Heere tegemoet te komen. Je kunt niet zelf je hart openstellen voor God. Alleen een genadewonder kan de mens veranderen. Bij God zijn alle dingen mogelijk, ook wat bij ons onmogelijk is.
Als de wet komt met haar onverbiddelijke eis, de heilige eis van God:
'Betaal mij, wat gij schuldig zijt.' Die smart, dat berouw en dat voelen van schuld kunnen we zelf niet maken. Dan niet te kunnen voldoen, dat drijft uit tot Hem.
Onbekwaam tot enig goed, geneigd tot alle kwaad. Dan ga je vragen of er nog een weg is om behouden te worden. Geef mij Jezus of ik sterf.
'Heere, wees mij, zondaar, genadig'. Als zondaar, verloren en zonder enige rechten, Hem om genade smekend omdat je ziet en voelt dat je zelf niets maar dan ook echt niets meer kunt doen. Jezus, niet mijn eigen kracht, Niet het werk, door mij volbracht, Niet het offer, dat ik breng, Niet de tranen, die ik pleng, Schoon ik gansche nachten ween, kunnen redden: Gij alleen!'
'God, opgewekt hebbende Zijn Kind Jezus, heeft Dezelfden eerst tot u gezonden, dat Hij ulieden zegene zou, daarin dat Hij een iegelijk van u afkere van uw boosheid'.
Het evangelie is het Licht.
'En het Licht schijnt in de duisternis, en de duisternis heeft hetzelve niet begrepen'. Net als in de schepping, ook nu het Licht, door God aan ons gegeven. Maar we hebben onszelf blind gemaakt in het paradijs, zien het Licht niet meer.
'Hij is gekomen tot het Zijne en de Zijnen hebben Hem niet aangenomen'. Maar dan ook de belofte,
'Het volk, dat in duisternis wandelt, zal een groot licht zien; degenen, die wonen in het land van de schaduw des doods, over dezelve zal een licht schijnen'. Waarom? Waardoor? Kennis van Gods Woord is onmisbaar. Alleen door Gods trouw aan ons gegeven, door Zijn liefde tot vijanden. Onbegrijpelijk wonder toch ook. Wat is dat ontdekkend licht toch onmisbaar, door de werking van Zijn Geest, ogen krijgen om te zien en handen om aan te nemen.
Jezus Zelf ontdekt eerst aan de zonde en pas daarna aan de mogelijkheid van herstel door genade alleen.
'Ik raad u dat gij van Mij koopt, goud, beproefd komende uit het vuur, opdat gij rijk moogt worden; en witte klederen, opdat gij bekleed moogt worden en de schande uwer naaktheid niet geopenbaard wordt; en zalf uw ogen met ogenzalf, opdat gij zien moogt.'
Deze en andere oproepen in de Bijbel om ons te bekeren? Die staat er wel, heel vaak zelfs. Maar kunnen we dat zelf dan, waar ligt onze verantwoording? God ziet wel dat onze zonden ons zo lief zijn.
'Maar uw ongerechtigheden maken een scheiding tussen ulieden en tussen uw God, en uw zonden verbergen het aangezicht van ulieden, dat Hij niet hoort.' Je moet je bekeren en tot God terug komen, in de weg van berouw en belijdenis. Dat je dat van nature niet kunt en niet wilt, laat wel de eis staan van het moeten en behoren te doen. We vechten ons liever dood, dan een evangelie te accepteren wat alleen de mogelijkheid open laat om door Hem gered te worden.
Je moet toch ook zelf nog iets doen, zelf je bekeren. En dan onderschrijft men schijnbaar de genade, maar ondertussen zeggen ze toch 'pak het dan! Geloof nou gewoon!' Nou, doe dat dan maar. Probeer het maar eens, doe er je best maar voor. Je komt er echt wel achter dat je geen steek verder komt! Ik neem daar in elk geval geen genoegen mee, want ik kan mezelf wel een geloof aanpraten waar ik toch verloren mee ga.
Ik ben toch zo intens blij dat ik zelf niets hoef te doen, niets hoef mee te brengen. Dat ik als verloren zondaar mag komen, met lege handen en alleen maar schuld. Om aan Zijn voeten te komen, worstelend om genade. En dan staan er zoveel beloftes in de Bijbel, dat Hij nooit een bidder laat staan die in waarheid tot Hem komt. Omdat Zijn eer ervan af hangt. Op Zijn tijd zal Hij uitkomst geven.
'Geloofd zij God, Die mijn gebed niet heeft afgewend, noch Zijn goedertierenheid van mij'. Tot roem van Zijn genade.
En dat is het wonder voor wie zinkt in de diepte van zijn verlorenheid, dan komt Hij als Redder. Hij heeft in Zijn komen naar deze aarde al betaald voor onze zonden.
'Want God was in Christus de wereld met Zichzelven verzoenende, hun zonden hun niet toerekenende'. 'Ik voor u, daar gij anders de eeuwige dood had moeten sterven.' 'Gij hebt ons Gode gekocht met Uw dierbaar bloed.'
Niet de daad van het geloof, maar de genade van het geschonken geloof maakt zalig. Hij de vloek, ik de zegen. Het is alleen de vrije gunst die eeuwig Hem bewoog.
Dat is het wonder van vrije genade, waarmee Hij begint en ook Zelf (gelukkig maar!) zal eindigen. Als wij het vast moesten houden, als wij ook maar iets eraan moesten doen bleef de hemel leeg. Een mens kan zijn hele leven lang wachten tot zijn hart ook nog mee gaat werken, maar dan kun je heel lang wachten, tot het te laat is.
Je mag best bezorgd zijn voor iedereen die niet de keus voor God maken. Maar ik ben bezorgd voor mensen die wel zelf die keus maken. Ik vrees dat God zal zeggen:
ga weg van Mij want ik heb u nooit gekend. Het geloof, hetwelk de Heilige Geest door het Evangelie in het hart werkt, dat is het geschonken geloof. Daar is de belofte, dat Hij nooit zal laten varen het werk Zijner handen. Hij is de Alpha en de Omega, dat kunnen we niet omdraaien of veranderen. Zoveel teksten die wijzen op Zijn handelen met ons, niet andersom!
'Ziedaar, Ik en de kinderen die Mij God gegeven heeft.' 'Welke niet uit den bloede, noch uit den wil des vleses, noch uit den wil des mans, maar uit God geboren zijn.' 'En worden om niet gerechtvaardigd, uit Zijn genade, door de verlossing, die in Christus Jezus is.' 'Het komt, dat Ik vergaderen zal alle heidenen en tongen, en zij zullen komen, en zij zullen Mijn heerlijkheid zien.'
En de uitverkiezing? Daar mogen we niet mee werken, dat is Gods verborgen raad. Maar zo blij dat die er is! Want zonder uitverkiezing werd niemand zalig, en was er geen enkele hoop. Nu wel, omdat Hij een volk uitverkoren heeft ten eeuwige leven. Spurgeon zegt: Had Hij mij niet uitverkoren voor mijn geboorte, Hij zou daarna geen enkele aanleiding hebben om mij uit te verkiezen.
Dan komt er een leven van dankbaarheid, uit liefde voor God al Zijn geboden trachten te houden. Met vallen en opstaan, steeds weer terug komen bij Hem. Geen leven van het altijd maar op zak hebben, God in je broekzak. Hij maakt Zichzelf onmisbaar. Altijd afhankelijk te blijven, geen roemen in jezelf maar het onderstrepen:
door U, door U alleen!Misschien is het nu wat duidelijker verwoord, misschien ook niet.
Wat er ook gebeurd en gezegd wordt, kritiek, commentaar, haat, verwijten, ongeloof, twist... ik blijf ervan verzekerd dat bovenstaand de waarheid is. Dat dit de weg is waardoor al Gods volk in meer of mindere mate zich in zal herkennen.
En och, als we het dan niet met elkaar eens zijn, laten we dan maar voor elkaar bidden in plaats van te verbijten.
Om uiteindelijk toch ontopic te blijven, de ideale toekomstige vorm van de eredienst?
Voor mij graag een zuivere prediking, gegrond op Gods Woord, inclusief de geloofsbelijdenis, statenvertaling, Catechismus en de Dortse Leerregels.
Van Wet en vloek. Over zonde. Dan over onze zondeval. Daarna onze diepe, totale zondeval. Niet alleen zonden doen, maar zonde
zijn. Over onze onmacht en onwil ten goede. Over schuld.
'Vervloekt is een iegelijk die niet blijft in al hetgeen geschrevenis in het boek der wet om dat te doen'.
Van Evangelie en verlossing. Over genade. Dan genade alleen. Daarna genade voor genade. Dan genade, zelfs voor mij? Daarna genade, ook voor mij! En tot slot:
'er blijft dan een rust over voor het volk van God.'
Kortom, Hij moet wassen en ik minder worden.
Ps speciaal voor gravo; dit is geen napraten of imitatie, maar woord voor woord doorleefd en inhoudelijk getoetst aan het Woord van God.