Neon schreef:Er zijn stromingen, die het lijden en sterven van Jezus aan het kruis geen lijden noemen, maar een verheugde overgang doordat de dood overwonnen is. Een viering.
Zullen we het dan maar noemen zoals Hij het Zelf noemde?:
"Moest de Christus niet deze dingen lijden, en alzo in Zijn heerlijkheid ingaan?" O nee, Hij deed het niet met tegenzin! Hij zong het Hallel en:
"Ziende op den oversten Leidsman en Voleinder des geloofs, Jezus, Dewelke voor de vreugde die Hem voorgesteld was, het kruis heeft verdragen en schande veracht, en is gezeten aan de rechterhand van den troon Gods."Neon schreef:Wat sterft daarbij, of beter afgelegd, zijn de wikkels, waarin de Zoon bij de geboorte in het vlees mee omwikkeld is geworden. Innerlijke beeldspraak voor het proces in het lichaam van vlees en bloed waarin de Geest werkzaam is, door de aanname van het geloof van de Zoon. En het lichaam van vlees en bloed wat uiteindelijk door het opstandingslichaam wordt vervangen; de rups, die doorheen de popfase uiteindelijk de vlinder is geworden.
Ik ken wel het verhaal van de
Vermiculus, 'wormpje': Wanneer de scharlaken rups klaar is om te paaien, bevestigt zij haar lichaam aan de stam van een boom, de kermeseikenbomen nabij het Middellandse-Zeegebied. Zij plant zichzelf zo hard op die boom dat zij weet dat zij zich nooit meer zal kunnen loskomen. Het is een vrijwillig offer. De eieren onder haar lichaam worden beschermd totdat ze zijn uitgekomen en in staat zijn om zichzelf te ontwikkelen. Terwijl de rups sterft, bevlekt zijn karmozijne kleur zijn lichaam en al het hout eromheen. De dode lichamen van deze wormen werden gewonnen om de meest waardevolle tinten rood te maken, die de mantels kleurden van mensen die als belangrijk, hooggeacht of geëerde beschouwd werden.
Neon schreef:Er is hierdoor geen ''sterven aan het vlees'' mogelijk, als er niet eerst een opstandingslichaam aanwezig is. Daarom; het is aan de mens om maar 1 keer te sterven.
Ja, je kunt niet sterven aan het vlees als je niet al gestorven bent. Sterven aan het vlees wordt gewerkt door Hem Die opgestaan is door de kracht van de Geest der heiligmaking. Wat bedoel je met dat laatste deel?
Neon schreef:Je schreef het al; ''En zoals de dood door één mens (Adam) is zo is ook de opstanding uit de doden door één Mens (Christus Jezus). Een nieuwe Mens.'' Of zoals 1 Kor. 15 het dan schrijft; 21 Want dewijl de dood door een mens is, zo is ook de opstanding der doden door een Mens. 22 Want gelijk zij allen in Adam sterven, alzo zullen zij ook in Christus allen levend gemaakt worden. Het is maar net waar de klemtoon ligt. In mijn beleving bij de m van mens, en de M van Mens, en niet bij ''één''. Zeker gezien het '' zij allen '' in de tekst. Het gaat om het proces van Hem in ons, allen..(even nog ter toelichting bijgevoegd)
Vergeet ook niet het 'door'.
Neon schreef:Jezus toonde voor het sterven al dit lichtgewaad of opstandingslichaam bij de verheerlijking op de berg, maar moest op dat moment nog niet bekend worden gemaakt omdat het simpelweg nog niet de tijd daarvoor was.
Ik denk niet dat het toen daarom ging. En Zijn opstandingslichaam heeft gaten. In Zijn handen, in Zijn voeten en in Zijn zijde. Hij is lichamelijk écht gestorven en lichamelijk écht opgestaan.
Neon schreef:15 Opdat een iegelijk, die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.
16 Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe.
In wezen dragen we allemaal het beeld van God in ons. Echter, we moeten ons bewust worden, tot geloof komen, van deze Natuur, de goddelijke, en ons daaraan overgeven.
Onze Maker eist wel Zijn Beeld terug.
Gij geveinsden, wat verzoekt gij Mij? Toont Mij den schattingpenning. En zij brachten Hem een penning. En Hij zeide tot hen: Wiens is dit beeld en het opschrift? Zij zeiden tot Hem: Des keizers. Toen zeide Hij tot hen: Geeft dan den keizer wat des keizers is, en Gode wat Gods is. Maar pas als je Hem Zijn Christus 'terug geeft' door Hem te 'ontvangen als de geopenbaarde Gave van de Vader' voldoe je aan die eis. Om daarna door het geloof te leven en Hem verder te laten werken. De Auteur, Kapitein en Voleinder van het geloof. Die lieve Vader ZAL het ook na de roeping opnemen voor Zijn Zoon.
"Want die Hij tevoren gekend heeft, die heeft Hij ook tevoren verordineerd den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te zijn, opdat Hij de Eerstgeborene zij onder vele broederen." En die lieve Zoon ZAL het nog steeds opnemen voor Zijn Vader.
"Gelijk ons Zijn Goddelijke kracht alles wat tot het leven en de godzaligheid behoort, geschonken heeft, door de kennis Desgenen Die ons geroepen heeft tot heerlijkheid en deugd; Door welke ons de grootste en dierbare beloften geschonken zijn, opdat gij door dezelve der Goddelijke natuur deelachtig zoudt worden, nadat gij ontvloden zijt het verderf dat in de wereld is door de begeerlijkheid." ...Door de kennis... alles in Hem geschonken. Onze trouwe, levende, voorbiddende en dankende Hogepriester. Onze Koning. Een trouwe inwonende Trooster en onze liefhebbende verzoende Vader.
Neon schreef:Ik lees juist in Joh. 17 over de Liefde die er was of is. Waar is de Liefde in het behagen om de Zoon te verbrijzelen? Wat een Thuiskomst bij de hemelvaart
Heb je nog je eigen kromme liniaal waarlangs je het woord 'liefde' meet? Wat had Zijn Vader Hem lief toen Hij Hem verbrijzelde. Omdat Hij Zich in zulke vrijwillige liefde gaf.
Ik heb U verheerlijkt op de aarde; Ik heb voleindigd het werk dat Gij Mij gegeven hebt om te doen. en
"Indien gij dan Mij zoekt, zo laat dezen heengaan." Juist in die liefde goot Hij al Zijn toorn over Hem uit. Juist in die liefde verborg Hij Zijn vriendelijke aangezicht voor Zijn Zoon.
Neon schreef:[23 Ik in hen, en Gij in Mij; opdat zij volmaakt zijn in een, en opdat de wereld bekenne, dat Gij Mij gezonden hebt, en hen liefgehad hebt, gelijk Gij Mij liefgehad hebt. 24 Vader, Ik wil, dat waar Ik ben, ook die bij Mij zijn, die Gij Mij gegeven hebt; opdat zij Mijn heerlijkheid mogen aanschouwen, die Gij Mij gegeven hebt; want Gij hebt Mij liefgehad, voor de grondlegging der wereld. 25 Rechtvaardige Vader, de wereld heeft U niet gekend; maar Ik heb U gekend, en dezen hebben bekend, dat Gij Mij gezonden hebt. 26 En Ik heb hun Uw Naam bekend gemaakt, en zal Hem bekend maken; opdat de liefde, waarmede Gij Mij liefgehad hebt, in hen zij, en Ik in hen.
Juist, geen behagen in verbrijzeling, maar een hemels lichaam.
Een vreugde en pijn:
Doch het behaagde den HEERE Hem te verbrijzelen, Hij heeft Hem krank gemaakt; als Zijn ziel Zich tot een schuldoffer gesteld zal hebben, zo zal Hij zaad zien, Hij zal de dagen verlengen; en het welbehagen des HEEREN zal door Zijn hand gelukkiglijk voortgaan.Daarom hoort ook dit erbij:
Gij hebt nog tot den bloede toe niet tegengestaan, strijdende tegen de zonde; En gij hebt vergeten de vermaning die tot u als tot zonen spreekt: Mijn zoon, acht niet klein de kastijding des Heeren, en bezwijk niet als gij van Hem bestraft wordt; Want dien de Heere liefheeft, kastijdt Hij, en Hij geselt een iegelijken zoon dien Hij aanneemt.Indien gij de kastijding verdraagt, zo gedraagt Zich God jegens u als zonen; (want wat zoon is er dien de vader niet kastijdt?) Maar indien gij zonder kastijding zijt, welker allen deelachtig zijn geworden, zo zijt gij dan bastaarden en niet zonen. Voorts, wij hebben de vaders onzes vleses wel tot kastijders gehad, en wij ontzagen hen; zullen wij dan niet veel meer den Vader der geesten onderworpen zijn, en leven? Want genen hebben ons wel voor een korten tijd, naar dat het hun goeddacht, gekastijd; maar Deze kastijdt ons tot ons nut, opdat wij Zijner heiligheid zouden deelachtig worden. En alle kastijding, als die tegenwoordig is, schijnt geen zaak van vreugde, maar van droefheid te zijn; doch daarna geeft zij van zich een vreedzame vrucht der gerechtigheid dengenen die door dezelve geoefend zijn.