gravo schreef:Een heel verhaal, maar onderstaande quote lijkt mij de kern te bevatten:
Daar gaan ook precies mijn vragen over:
A. Welke onderwerpen in mijn Bijbel zijn "niet origineel"? Zijn die onderwerpen dan "namaak"?
B. Slaat "origineel" op onvervalste inhoud (tegenover kwalijke nep-teksten die dan als namaak in mijn Bijbel zouden zijn terechtgekomen)
of heb je het meer over de redactie van de tekst, waarbij sommige gedeelten later aan een eerdere versie van de Bijbeltekst zijn toegevoegd en zo één geheel zijn gaan vormen. Datzelfde heb je met gedeelten die een kopie zijn van een eerder Bijbelgedeelte en dan met geringe aanpassingen kopieën tweemaal in de Bijbel te vinden zijn.
gravo
A) Vooropgesteld ga ik er van uit dat de meeste vertalers hun best deden om het juist te vertalen.
Dat is niet altijd mogelijk omdat Hebreeuwse begrippen en stellingen in onze taal niets zeggen, daarnaast is de Bijbelse cultuur 180graden tov ons Grieks denken.
Voorbeeld: Wij hebben altijd geleerd dat Kain en Abel een verschillend offer brachten. Kain die van het land en Abel van een schaap. Gen.4:3 En het geschiedde ten einde van enige dagen, dat Kaïn van de vrucht des lands den HEERE offer bracht. 4 En Habel bracht ook van de eerstgeborenen zijner schapen, en van hun vet. Alleen als je de Bijbel vanuit het Hebreeuws bekijkt komt er wat naar voren wat je alleen begrijpt waarom en hoe er geofferd wordt. Zo zou God een voorkeur of ... hebben, terwijl er in het Hebreeuws dus staat dat ze allebei een graan of offer van het land brachten.
En daar boven op brengt Abel OMDAT het land vervloekt is en BEIDEN wisten dat bloed vergeving brengt (God moest dieren slachten om Adam en Eva de mantels te geven). God waarschuwt Kain nog dat hij het kan corrigeren omdat hij weet wat hij moet doen, maar Kain veracht Gods Woord.
En deze nuances zijn verloren alleen al vanuit de vertaling als een vertaler geen Bijbels Hebreeuwse cultuur en principes kent.
B) Daarnaast had oa Constantijn onze stichter van het huidige christendom (wat dus compleet anders is als het Christendom voor die tijd) zijn eigen agenda, die hij door bijvoorbeeld Eusebius zijn raadgevende bisschop en mede opsteller van het nieuwe testament veranderde. Enkele teksten in hedendaagse Bijbels zodanig dat men tot vandaag de dag de plaatsvervangende Christus en Vader heeft geaccepteerd als het hoofd van de kerk, beginnende met Constantijn de paus.
Hoe deed Eusebius dat? Wel ik vond het altijd al vreemd dat een boek geschreven door in Torah gelovige (doeners) Hebreeërs, welke Hebreeuws spraken en wonende in een Hebreeuws land. Dat er soms vreemde uitspraken in het nieuwe testament staan zoals; “een feest van de Joden”. Het vreemde hieraan is dat deze feesten Gods feesten zijn voor ieder die bij God hoort. Niemand van de schrijvers zou 1 van Gods feesten ooit als een feest der Joden beschrijven, diegene die dat doen zijn toen en nu alleen maar de religieuzen. Deze zin staat er een paar keer in en op een zodanige manier dat je weet dat geen gelovige in Gods Woord dit heeft neergezet.
Religieuzen van toen en nu willen niets weten van Gods feesten en maken heel gauw verkeerde aannames, omdat ze niet bekend zijn met de details of de reden waarom dit Gods feesten zijn. Het zijn ten eerste de Feesten van God en niet van de Joden. Geen van de Joodse evangelisten zouden Gods feesten beschreven in de Bijbel zo noemen, alleen religieuzen doen dat. Het begint in Joh.5;1 Na dezen was een feest der Joden, en Jezus ging op naar Jeruzalem. Omdat het hier om Shavout moet gaan wat trouwens nu pinksteren word genoemd zou hier iets van shavouth vermeld moeten zijn omdat Zijn feesten werkelijke betekenissen hebben op Zijn 1ste en 2de komst. Maar er staat helemaal niets van geschreven.
Een echte Shavouth, 50 dagen nadat Hij was opgestaan met de reden en toedracht, kan je bijvoorbeeld lezen in handelingen en de kerk denkt nog steeds dat het toen reeds 1500 jaar oude feest Shavouth (wat men vanaf toen aan pinksteren noemt) iets nieuws was, dat daarmee een nieuwe kerk was geboren.
Behalve dat er dus in Joh.5 niets staat vermeld van dit feest (wat zeer vreemd is want Yeshua kwam deze feesten vervullen en wat dus later in handelingen blijkt), staat er bijna 1 jaar tot Joh.6 helemaal niets meer beschreven alsof Yeshua en de discipelen op onbekende vakantie gingen en pas weer op een ander zogenaamde Joodse feest weer terug kwamen.
U kent allemaal het verhaal hoe Yeshua de 5000 te eten gaf op een berg naast het meer van Galilea. Hier de tekst uit Joh.6;3 En Jezus ging op den berg, en zat aldaar neder met Zijn discipelen.4 En het pascha, het feest der Joden, was nabij.5 Jezus dan, de ogen opheffende, en ziende, dat een grote schare tot Hem kwam, zeide tot Filippus: Van waar zullen wij broden kopen, opdat deze eten mogen? 6 (Doch dit zeide Hij, hem beproevende; want Hij wist Zelf, wat Hij doen zou. 7 Filippus antwoordde Hem: Voor tweehonderd penningen brood is voor dezen niet genoeg, opdat een iegelijk van hen een weinig neme.8 Een van Zijn discipelen, namelijk Andreas, de broeder van Simon Petrus, zeide tot Hem: 9 Hier is een jongsken, dat vijf gerstebroden heeft, en twee visjes; maar wat zijn deze onder zo velen?
Dit Pascha komt dus 10 maanden na het feest van Shavouth. Als het werkelijk Pascha was dan hadden Yeshua en Zijn Discipelen in Jeruzalem gezeten en niet in Galilea. Door met Pascha ergens anders dan Jeruzalem te zijn overtrad Hij het gebod om met Pascha en de twee andere feesten in Jeruzalem te zijn en was daarna niet meer geschikt als volmaakt lam voor ons geslacht.
Als het werkelijk Pascha was dan hadden ze geen gerstebroden maar ongezuurde broden ook hiermee overtrad Hij de wet en nam meer dan 10.000 (mannen, vrouwen, kinderen, dicipelen) anderen mee in verleiding om de wet met Hem te breken. Mooie Massiach zou dat zijn! ,dan hadden de religieuzen in die dagen gelijk om deze valse profeet (tegen Mozes) te doden. Als Hij op dat moment werkelijk Pascha vierde en of Johannes (en de andere evangelisten) die dit zogenaamd schreef, dan had er nooit gestaan; ‘feest der Joden’
En dan hebben we twee weken later alweer een Joods feest, Hij ging naar Jeruzalem voor het feest van Loofhutten Joh.7:1 En na dezen wandelde Jezus in Galilea; want Hij wilde in Judea niet wandelen, omdat de Joden Hem zochten te doden. 2 En het feest der Joden, namelijk de loof huttenzetting, was nabij.
Echter hoe kan het dan dat twee weken ervoor Hij in Galilea de 5000 te eten gaf rond Pascha?? Loofhutten is een half jaar na Pascha niet twee weken, maar er zijn nog veel meer dingen die niet kloppen. meer in het zogenaamde Nieuwe T dan in het oude omdat het Nieuwe niet onder Hebreeuws toezicht stond en de Hebreeërs die het konden corrigeren waren allemaal vermoord door Constantijn.