BladeStraight schreef:Dit zou je inderdaad denken, en ik meen ook dat dit zo is wanneer een christen echt een volgeling van Christus is. Het punt dat je aansnijdt is denk ik terecht, maar ik vind je conclusie wel te voorbarig. Het is niet noodzakelijk kul, het kan best zo zijn dat dit door sommigen echt beleeft wordt. Echter ben ik het met je eens dat het me vaak ook voorkomt als een cultuur, en niet zozeer een echte beleving van het hart. Daarbij zou elke oudvader ook beamen dat ellendekennis een mens niet zalig maakt, en dat ook niet-christenen zichzelf slecht kunnen voelen. Buiten Christus is er voor de christen geen zaligheid, en al helemaal niets om zich op te laten voorstaan. Het is een bijzondere dwaling dat het zich zondig voelen al als een soort bekering wordt gezien in bepaalde hoeken van de gereformeerde gezindte. Dit is absoluut niet in lijk met de belijdenis waar zich men dan op beroemd.
Nog een slotopmerking dan. Mijn vertrekpunt was natuurlijk de rücksichtslose wijze waarop benefietdiner met één wegwerpgebaar iedereen veroordeelt en afschrijft naar aanleiding van het Eurovisiesongfestival (maar het had elke aanleiding kunnen hebben).
Tegelijk ken ik veel oprechte mensen in de bevindelijk gereformeerde kring voor wie de eigen zondige staat en de daarbij behorende bescheidenheid een doorleefde werkelijkheid is. Niet zelden zijn deze worstelende gelovigen hard voor zichzelf, maar mild voor anderen. En dat prijs ik in hen. Je komt die zelfkennis niet veel meer tegen, laat staan de houding waarin je het oordeel over een ander opschort of op z'n minst aan God overlaat.
Juist ten aanzien van deze mensen is het contrast zo groot met die wild om zich heen slaande refo's die moord en brand schreeuwen over andermans zonde, over de wereld (niet de onze, maar de hunne) en het boze hart (vooral ook van anderen).
Het is een aanfluiting, een vervorming van het eenvoudige geloof zoals dat vroeger werd gepraktiseerd en beleefd. En ten diepste is het angst. Angst dat men het gevaar van de wereld en de zonde niet kan ontvluchten. Dat het de overhand zal nemen. En dat is dan weer een teken dat het geloof en het vertrouwen geheel en al ontbreekt. Hoe gereformeerd, Bijbelvast en orthodox men ook is. Ten diepste kennen ze God niet, kennen ze geen vreugde, geen vertrouwen. Ze ervaren geen bescherming en geen rust in God.
Wat is dan het verschil met de wereld eigenlijk? Ook deze reformatorische leslezers zijn kennelijk zonder God en zonder hoop in de wereld.
Het kwalijke ervan is dat velen worden meegenomen in dit vervloeken van en schelden op niet-kerkelijke mensen. Ze hebben de banden met anderen en met de samenleving geheel en al doorgesneden en denken daarmee de medemens, de naaste te kunnen en mogen diskwalificeren.
En daarmee hebben ze de bijl aan de wortel van hun eigen kerkelijk voortbestaan gelegd. Want met deze houding van minachting, angst en afkeer van anderen eindigt de orthodoxe kerk als een marginale groep van onvriendelijke en verkrampte mensen, die op het laatst zelfs het geboorteoverschot in eigen kring ziet teruglopen (dat gebeurt dus nu in de zwaardere gereformeerde kerken), omdat het er bijna niet meer uit te houden is. Uiteindelijk veroudert en verjaart het. Tot er alleen nog geschiedschrijving van over is.
Een ware gereformeerde kerk hoeft voor mij niets in te boeten op de gereformeerde leer. Ook ik houd vast aan de klassieke standpunten, omdat ze hun waarde hebben bewezen. Inclusief het "in zonden ontvangen en geboren zijn".
Maar de neerbuigende en scheldende houding op alles wat men niet kent of wat niet uit eigen kring komt, omdat het goddeloos zou zijn, werelds, zondig en reddeloos verloren, veroordeel ik streng.
Het is niet wat Jezus ons in woord en daad heeft geleerd en voorgedaan. En het is niet wat ik ken van mensen die echt de genade van God hebben ontvangen. Dat geeft zoveel rust, zoveel vreugde, troost en toekomst in het leven dat iedereen die met hen verkeert dat ook ervaart.
Leer van Mij dat ik zachtmoedig ben en nederig van hart zegt Jezus. Wel, precies dat verwacht ik van een christen die in een nieuw godzalig leven wandelt.
Elk mens dat op ons pad komt moeten wij zien als een schepsel van God waarover God gedachten van genade en ontferming heeft.
Anders sta je in de wereld met een kerk, een leer en een mopperend gezicht, maar zonder Evangelie.
En dan ben je de naam van gemeente van Jezus Christus niet waardig.
gravo