Het heeft weinig zin om mij te mengen in een discussie die met name door hetero's óver LHBT'ers wordt gevoerd.
In veel kerken wordt niet of nauwelijks mét hen gesproken.
Toch kan ik het niet laten om twee inhoudelijke stukjes door te geven van twee verschillende predikanten.
Toen een predikant, die is opgegroeid in onze GB gemeente in Bodegraven uit de kast kwam verwoordde deze predikant het zo:
"Ik was niet zo bang voor het oordeel van God over mij en mijn geaardheid, maar ik was bang voor het oordeel van mensen".
Op zondagmorgen 13 januari hield de Christelijk Gereformeerde dominee W. de Bruin in Zutphen een preek n.a.v. de Nashville verklaring.
Hij besloot de preek met de volgende woorden:
"In de achterliggende week heb ik opnieuw gezien dat jij niet degene bent met het probleem, maar wij, als kerk.
Wij hebben een probleem en dat is de achterliggende week heel groot naar buiten gekomen.
Wij hadden namelijk onze leer keurig op orde.
Het klopte, we begrepen het en we konden het uitleggen.
God heeft man en vrouw geschapen en aan elkaar gegeven en zo is het.
En alles wat anders is, dat is niet goed.
En toen kwamen jullie.
En jullie legden de terechte vraag in het midden van de kerk neer: ‘maar hier ben ik, en ik ben anders’.
Eerst hebben we geprobeerd, als kerk, om dat te ontkennen.
Daarna hebben we er een psychisch probleem van gemaakt.
Psychiaters op jullie afgestuurd, pastoraat bedreven om te proberen je geaardheid te veranderen.
Maar die bleek niet te veranderen.
En jullie zijn er nog steeds en jullie zeggen: ‘hier ben ik.’
En wij zijn in de war als kerk. Want onze leer klopt niet meer helemaal met het leven.
Het leven heeft teruggepraat.
En wij zitten als kerk met elkaar in een grote identiteitscrisis.
en crisis die ongeveer elke kerk, van Rooms-Katholiek tot Pinkstergemeente, raakt.
En die crisis leidde tot de verwarring en harde taal van afgelopen week.
Jullie zijn een indringende vraag aan ons.
En de belangrijkste vraag die jullie aan ons stellen is: kunnen wij liefhebben wie anders zijn?
Want als we later in Gods oordeel komen en voor Gods troon staan, dan zal de vraag aan ons niet zijn: ‘had je het juiste standpunt? Klopte je leer?’
Maar de vraag zal zijn: ‘heb je liefgehad, elke naaste, als jezelf?’