Pcrtje schreef:Dit vind ik interessant! Kun je hiervan de formule geven?
Mijn stelling was een vuistregel. In werkelijkheid is het iets ingewikkelder, omdat de afstand tot de horizon een kwadratisch effect in zich heeft.
De afstand tot de horizon (inclusief de schijnbare kimduiking, de verbuiging van het licht door de breking in lucht is) 3750[m]*de wortel uit de objecthoogte.
Dit volgt uit de straal van de aarde (die her even als een constante gesteld is) en een factor voor de breking van het licht (die onderhevig is aan temeratuursinvloeden).
De afstand tot de horizon in rechte lijn (dus zonder dat effect is 3570[m] * de wortel uit de objecthoogte. Deze is relatief eenvoudig te bepalen uit de straal van de aarde en de cosinusregel.
Nu geldt dat het voor een waarnemer geldt dat hij de schijnbare horizon ziet (en die ligt achter de echte horizon).
Het object achter de schijnbare horizon ga je pas zien als de horizon in rechte lijn vanaf het object in kwestie gelijk valt met de schijnbare horizon van de waarnemer.
Dan krijg je: 3750* ”wortel ooghoogte” + 3570* ”wortel gangboord” voor het punt waarop je de complete mast ziet, maar de romp nog niet.
Voor het topje van de mast krijg je 3750* ”wortel ooghoogte” + 3570* ”wortel masthoogte”.
Ergens tussen deze beide waardes kun je het effect waarnemen.
Aangezien je een schip pas in de verte ziet als het gangboord (de rand van de romp” ongeveer 4m boven de waterspiegel ligt (wat voor oude zeeschepen een heel normale waarde was, ga maar naar de Bataviawerf) wordt het: 7140m + 3750m * “wortel ooghoogte” voor het moment dat de mast al wel zichtbaar is, en de romp nog niet.
Voor de mast (25m is een redelijke waarde voor een vierkant getuigd schip waarbij een dergelijk effect het gemakkelijkst waar te nemen is) krijg je dus 17850m + 3750m * “wortel ooghoogte”
Het zal duidelijk zijn dat een oever achter het object die zichtbaar is voor de waarnemer (een bergachtig land aan de andere kant van het meer) het effect verstoord.
Op het meer van Geneseret zal inderdaad (ik voel te tegenwerping al aankomen) gevaren zijn met een lager gangboord en een kortere mast.
Toegegeven: dat vereist een iets minder breed meer, maar dan wel met een vlakke oever.
Geef me de rust om te accepteren wat ik niet kan veranderen.
Geef me de moed om te veranderen wat ik kan.
Geef me de wijsheid om het verschil te zien.