jaapo schreef:De discussie laait weer op, maar die ene vraag werd nog niet adequaat beantwoord. Dus nog eens: De tegenstanders vinden dus, dat al die duizenden kerkdiensten, uitvaarten en andere verkondigende samenkomsten, door een vrouw geleid of ten minste begeleid als ambtsdrager, niet uit de Heilige Geest waren, maar ingefluisterd door de Satan en dus hebben al die duizenden toehoorders in die diensten stenen voor brood gekregen, want de Geest wilde hier niet werkzaam zijn. Zie ik dit goed zo? Ja of nee, in beide gevallen graag een eerlijke toelichting.
Het antwoord is een eenduidend ja.
Het is duidelijk, gezien sommige reacties in dit topic dat de reformatorische mens nog er vast zit in het oude denken.
Maar de Heilige Geest des Heeren die alles leidt en bestuurt vanuit het hart van de mens die Hem toelaat, die bestuurd en begeleidt het Al!
Als iemand op bovenstaande vraag nee zegt, dat is toch wel een ernstige veroordeling en oordeel ten opzichte van Dienaars des Woords, mensen die samengekomen zijn in de naam de Heeren, des Allerhoogste God.
Daar heb je van af te blijven, van het oordeel daarover.
je wordt met dezelfde maat ooit dan gewogen en gemeten
De Heilige Geest toe laten in u / jou persoonlijk leven....kent u / jij dat? Geleidt worden door Zijn Heilige Geest op alle terreinen van het leven.
Dan begrijp je wat ik bedoel met bovenstaande.....de bijbel stopt niet, maar werkt door zoals wel vast bekend klinkt voor de reformatische mensen, via het Woord van de Heere en Zijn Heilige Geest. (door Woord en Geest)
Maar kent u / jij dat ook in je eigen persoonlijke leven en staat u / jou hart hier voor open?
Lees zo ook onderstaand citaat mbt het onderwerp van dit topic.
Het antwoord ja, kan verhelderd worden met onderstaand citaat, wat ook in de allereerste post van dit veelzijdige en van alles bijhalende topic al geplaatst stond, om even weer tot de kern van dit topic terug te komen
"We moeten ook letten op de wegen die de Geest met zijn kerk gaat. Wanneer wij zeggen dat wij op nieuwe vragen een antwoord vinden door Schriftstudie is dat eenzijdig. We moeten eraan toevoegen: en door te letten op wat de Geest doet. Dat is gereformeerd, maar dat is ook bijbels. Heel de bijbel door ontdekken we dat gelovigen nieuwe wegen in durfden slaan, wanneer ze ontdekten dat God hen met zijn Geest vooruitging.
Heel in het bijzonder lezen we dat in de Handelingen der Apostelen. Petrus zou nooit het huis van de heidense hoofdman Cornelius zijn binnengegaan, als Gods Geest hem niet vooruit gegaan was (Hand. 10:47). Het apostelconvent in Jeruzalem komt tot diep ingrijpende bijstellingen ten gunste van christenen uit de heidenen, omdat ze doordrongen zijn van het feit, dat dezelfde Geest werkt in jood en heiden (Hand. 15:28,29). De oplossingen die dan gekozen worden zijn later weer veranderd, maar voor toen waren ze zeer noodzakelijk als antwoord op het werk van God door de Geest. De Geest verbindt mensen aan Christus. De Geest schenkt vruchten vanuit deze levende gemeenschap met Christus. Daaraan kenden zij en kennen wij het werk van de Geest.
Het is begrijpelijk dat reformatorische christenen, voor wie de Schrift het laatste woord heeft, in de vorige eeuw niet meteen enthousiast waren toen de vrouw in het ambt werd gepropageerd. Hun aarzeling: is dit wel Gods bedoeling, was voor de hand liggend. We zijn intussen vele jaren verder. Steeds meer voorbeelden zijn te noemen van vrouwen, die met gaven van hoofd en hart de kerk dienen in het ambt, daarbij niets anders begerend dan de gemeente te bewaren bij het evangelie van de gekruisigde Christus. Zij zien zegen op hun werk. Wij allemaal kunnen die zegen zien. De vraag is of we dit ook als werk van de Geest durven benoemen, en dan geleerd door Woord en Geest beide, onze standpunten durven herzien. Is dat nodig? Ik denk van wel. Het hoeft niet van vandaag op morgen. De angst om na zoveel jaar alsnog aan te haken bij een seculier emancipatiestreven dat eerst werd afgewezen is begrijpelijk. We kunnen echter ook te star zijn. We kunnen ook weigeren ons werkelijk rekenschap te geven van wat de Geest ons schildert.
Mijn verwachting is dat steeds meer vrouwen, die van harte het geloof van de kerk van alle eeuwen uitdragen, de kerk in het ambt zullen gaan dienen. Daaraan gekoppeld is mijn verwachting dat langs deze weg het verzet tegen de vrouw in het ambt zal afnemen. Niet vanwege subjectieve gevoelens, ook niet vanwege een verlate erkenning van noodzakelijke emancipatie, maar vanwege het feit dat de Geest ons zelf het duidelijk zal maken: dit is goed, vrouwen die zich geroepen weten, vergissen zich niet met de beste bedoelingen, maar zijn daadwerkelijk door Mij in dienst genomen. Het is trouwens een van tweeën: óf vrome inbeelding óf roeping van God. Hier lijkt me geen derde weg mogelijk."
bron: Wim Dekker, IZB blad kontekstueel nr3