naamloos schreef:Groet Andronikus en Junia, mijn volksgenoten die met mij in de gevangenis hebben gezeten, die als apostelen veel aanzien genieten en die eerder dan ik één met Christus zijn geworden.
Hier zou de NBV net als de NIV een kanttekening moeten hebben. De vertaling “die veel aanzien genieten als apostelen” is mogelijk evenals de vertaling “die veel aanzien genieten bij de apostelen.” Persoonlijk acht ik die laatste keuze waarschijnlijker.
Ik hoef niet een beslissende keuze te maken tussen meneer Junias en mevrouw Junia. Ik hoef ook geen beslissende keuze te maken tussen “als apostelen” of “bij de apostelen”. En ik hoef ook Junia niet los te zien van Andronikus. Het is voor mij allemaal mogelijk.
Paulus behoorde ook niet tot de twaalven. En aangezien er verder niet veel over Junia geschreven is (in ieder geval niet in de schriften die bewaard zijn gebleven) valt er verder weinig over te zeggen.
Paulus was niet de enige buiten de twaalven die apostel werd genoemd. In 2 Kor. 8:23 lees ik bijvoorbeeld in de NBV: “Wat de twee andere broeders betreft: ze zijn de vertegenwoordigers van de gemeenten in Macedonië en strekken Christus tot eer”. De vertaalkeuze van vertegenwoordigers zegt genoeg. Geen voorstander van de vrouw in het ambt zou genoegen nemen met Junia de vertegenwoordigster.
Ik kan alleen maar concluderen dat op basis van een onbekend persoon zonder duidelijke functie een bijbelvers wordt gevuld met gebakken lucht.
Romeinen 16:1 verwijst naar Febe met hetzelfde woord, di'akonos, dat Paulus gebruikt in 1 Timoteüs 3:12.
Op basis van het feit dat in Grieks voor zowel diaken als diacones hetzelfde woord wordt gebruikt, kan wellicht beargumenteerd worden dat de ambt voor diaken open is voor vrouwen. Echter neemt niet weg dat ook een tekst als 1 Tim. 2:12 gehonoreerd dient te worden. Daarom zou in die situatie de diakenen uit de consitoriekamers behoren te verdwijnen.
Persoonlijk acht ik het waarschijnlijker (mede op basis van genoemd 1 Tim. 3:12) dat diakenen en diaconessen van elkaar onderscheiden waren en daarom ook een ander takenpakket hadden. (Ik ga er namelijk vanuit dat de diakenen die met een vrouw waren getrouwd in alle gevallen van het mannelijk geslacht waren.) Kortom mijn vergelijking met secretaris en secretaresse blijft daarmee ongewijzigd.
Waar het om gaat is dat Priscilla net zo goed onderwees als Aquilla: Toen Priscilla en Aquilla (de S.V. draait de namen om zodat Aquilla voorop staat) hem hoorden, namen zij hem terzijde en legden hem uit wat de weg van God precies inhield.
Verder, omdat er niets staat over een ambtelijke bediening valt dat ook niet uit te sluiten. Het is natuurlijk niet zo dat iets niet waar is omdat het niets over staat.
Naast veronderstelde wedergeboorte hebben we nu dus ook veronderstelde ambtsdragers. Beiden, Aquilla en Priscilla of Priscilla en Aquilla (het is mij om het even), waren betrokken bij het nader onderricht en buiten de setting van de christelijke samenkomsten en zonder dat dit tot enige ambtelijke bearbeiding kan worden herleid. Dit echtpaar bied daarom helemaal geen basis om de ambten open te stellen voor vrouwen.
Flauwe kul. Wie zich bezighoudt met boodschap van de Bijbel, wat die boodschap in onze tijd en cultuur te zeggen heeft, die stelt tijd en cultuur helemaal niet boven de Bijbel. Integedeel, die probeert de essentie juist te bewaren.
Dat klinkt mooi en ik zou graag willen dat dit zo werkt. Helaas zie ik over het algemeen dat tegenwoordig waar dit het hardste wordt geroepen het grootste deel van de bijbel wordt weggeknipt totdat er een essentie overblijft dat niets meer van doen heeft met de bijbel en dat Jezus in een hippie uit de jaren ’60 verandert.