Mortlach schreef:Ik ben atheïst om 2 redenen:
1) Ik ervaar God niet.
2) Ik heb God niet nodig om de werkelijkheid te verklaren.
Meer is er niet en is ook niet nodig. De rest is 'window dressing'. Dan mag je me dwaas noemen, of denken dat mijn geweten is dichtgeschroeid of dat ik me weiger over te geven of dat ik ben geslagen met blindheid door de duivel of God zelf - dat verandert niets aan het feit dat ik God niet ervaar en niet nodig heb als verklaring van de natuur.
Wat rest je dan nog? Mij zo onzeker maken over oncontroleerbare dreiging (hel na de dood) zodat ik tegen beter weten in mezelf overtuig toch te geloven. En na een tijdje zou mijn brein me ongetwijfeld de juiste impulsen geven hoor, daar is het brein nu eenmaal erg goed in.
Maar ik ben te cynisch om pogingen daartoe niet te zien als pogingen tot manipulate, sociale druk en controle en uiteindelijk zelfverrijking (in geld of macht).
Succes daarmee dus.
Helder. Maar toch een opmerking:
Je zou het atheïst - zijn ook eens kunnen afwegen tegen het feit dat religie door de eeuwen heen zo'n belangrijke en cruciale rol heeft gespeeld in vele menselijke culturen.
Ik bedoel: dat jij God niet ervaart of dat jij God niet nodig hebt als verklaring voor de werkelijkheid roept wel de vraag op waarom zoveel andere mensen dat anders ervaren en anders zien.
Uiteraard trekt de werkelijkheid zich niks aan van overtuigingen van eventuele meerderheden, men kan het massaal mis hebben, maar er is ook nog zoiets als een gedeelde conditie: we zijn allemaal mens, niets menselijks is ons allen vreemd, ergens zou die bijna aangeboren menselijke neiging tot religiositeit ook aan jou moeten kleven. Herken je er dan helemaal niets van?
Natuurlijk hebben religieuze verklaringen voor de werkelijkheid alles te maken met gebrek aan kennis over die werkelijkheid. In die zin is onze kennis enorm toegenomen en hebben tal van religieuze verklaringen het veld moeten ruimen.
Een aantal essentiële zaken blijven echter onopgelost. En dat zijn meer filosofische vragen. "Waarom is er eigenlijk iets (en niet veeleer niets) ?" is zo'n vraag.
En zo zijn er velen, over afkomst, doel en zin van het leven.
Maar wat mijzelf het meest overtuigend op het spoor van geloven houdt is het volgende:
Wanneer we zien welke verschrikkelijke dingen mensen meemaken, ik denk aan alle ellende met ziekten, armoede, eenzaamheid, vijandigheid geweld of ongeluk, dan wordt er door die mensen (of door anderen) ook altijd verwezen naar iets anders. Tegenover het kwaad, de dood en de wanhoop, wordt door de mens altijd en overal ook goed, leven en hoop gezet.
Zo zie ik de beelden voor me van mensen die hun kind moeten begraven. Is er iets ergers te bedenken. En hoe ze dat dan doen. Hoe ze nog tegen hun kind spreken, hoe ze nog volhouden dat het kind nu rust gevonden heeft, of dat het één van de sterren is geworden, dat het altijd nog bij hen blijft! Ze houden het in leven door gedichten, tekeningen, door een voetbalshirt, door knuffels, bloemen, kaarsen, door foto's, door ervaringen te duiden als de aanwezigheid van het kind.
Samengevat, beginnen deze mensen vol pijn en verdriet
verhalen te maken. Ja, dat zijn fantasieën, maar ieder mens voelt aan dat het heiligschennis zou zijn om die waarheid tegenover hun wijsheid te stellen. Om ze af te doen als "slechts verhalen'. Daarvoor is de context te serieus,de pijn te schrijnend. Als je deze mensen hun troost afneemt door daar cynische en wetenschappelijk over te doen (er is geen hemel, het kind wordt geen ster), dan is dat onmenselijk!
Voor veel mensen is hun religieuze verhaal ook een verhaal op leven en dood!
Maar natuurlijk, deze verhalen zijn geen verklaringen van de (gruwelijke) werkelijkheid, maar zonder deze verhalen gaat het niet. Het zijn rituelen, gedachten van hoop en troost. Men kan niet zonder deze vormen van houvast, vertrouwen en geloof. Want dan gaat er nog meer stuk. Het zijn overlevingsmechanismen. We zouden gek worden als we de werkelijkheid zonder betekenis zouden laten.
Ook dat heeft het atheïstische denken ons geleerd: je loopt de kans om in de waanzin van de werkelijkheid onder te gaan. Het nihilisme van Nietzsche loopt uit op die grote wanhopige schreeuw: "wij hebben God gedood". Nietzsche voelde aan wat dat betekende: alle betekenis, alle wijsheid, alle zin zou moeten worden geofferd op het altaar van de waarheid. Ook de moraal, ook het vertrouwen, ook het geloof, het visioen, de toekomst.
Een leven zonder reden kan ook zonder reden worden beëindigd. De dood kan even werkelijk, even waar worden als het leven. Er is dan geen kwalitatief onderscheid meer tussen dood of leven. Het is eenvoudig het een of het ander. Allebei even werkelijk, maar geen van beide feiten steekt boven de ander uit. dat is ook wat de natuur ons leert: eten of gegeten worden.
It's all in the game. Zo is de werkelijkheid. Maar we hebben het hier niet over de natuur, maar over de cultuur! Over beschaving! religie is altijd de hoeksteen geweest van menselijke beschavingen en niet zonder reden. Er moet een centraal heiligdom in de menselijke samenleving opgericht worden, anders is er wanorde, het recht van de sterkste, alleen maar natuurkrachten, zonder tegenwerping.
Ik denk dat dit besef aan de grondslag ligt van religie. Dat er onderscheid is. Dat er goed is en kwaad, heilig en onheilig, dat er hoger en lager is. Voor dat Heilige zijn verbeeldingen ontstaan. In de vorm van principes, personen, goden in veelvoud, God in enkelvoud.
Maar één ding is door alle menselijke beschavingen overeind gebleven: er zijn dingen heilig! Die moeten altijd en overal geëerbiedigd worden. Er zijn momenten dat cynisme geen uitweg meer biedt.
En dat vindt met name plaats rond de wanorde, het vijandige, het kwade en het gruwelijke waaraan mensen blootstaan. Men kan dan niet zonder dit Heilige. Er moet iets hoog worden gehouden. Er moet iets beschermd worden! Anders is alles verloren.
Als alles voor de wind gaat, veel geld, een gezond lichaam, een stabiele maatschappij, geluk, vrienden, huisje, boompje, beestje, sex en een biertje op z'n tijd...ja, dan lijken al die gelovigen gekke bekkentrekkers, wezenloze verhalenvertellers, domme ganzen die dingen zien die niemand ziet.
Maar als de wind draait, wat dan!
De beste les in religie is voor lezen en zingen van de Psalmen. Naar mijn idee heb je daar zo'n geboortegrond van religie. Het is persoonlijk, maar toch ook een advies.
Om het met een heel oud berijmd versje te zeggen (Ps. 42:3):
O mijn ziel, wat buigt g' u neder?
Waartoe zijt g' in mij ontrust?
Voed het oud vertrouwen weder;
Zoek in 's Hoogsten lof uw lust;
Want Gods goedheid zal uw druk
Eens verwiss'len in geluk.
Hoop op God, sla 't oog naar boven;
Want ik zal Zijn naam nog loven.Kijk, wanneer ik dat samen met anderen zing, dan voel ik mij verbonden met alle mensen die het moeilijk hebben, die lijden, pijn hebben, verdriet en die verschrikkelijke dingen moeten ervaren. Dan voel ik me een mens en zing ik vanuit een diepe universele menselijke ervaring. terwijl het tegelijkertijd ook mij persoonlijk aangaat.
Nee, ik ervaar God ook niet. Nee, om de werkelijkheid te verklaren heb ik God ook niet nodig.
En toch zing ik dit lied. Om lucht te krijgen, om te overleven. In de Bijbel staat: "wie gelooft zal zalig (gelukkig) worden". Ik vertaal dat zo: alleen geloof kan me nog boven de ellende uittillen.
Mijn post heeft daarom de bedoeling om jou te vragen:
Herken je deze noodzaak van een vluchtheuvel niet als een diep menselijke behoefte? Zonder je te beschuldigen van dwaas, blind, duivels of iets dergelijks.
Ik erken dat religie een schepping is van de mens, maar kun je echt zonder? Dat is de vraag.
gravo