(1) Het eerste argument is:
Willekeur is niet te voorkomen. Er is geen logisch systeem dat een bepaalde letter of getal altijd een bepaalde betekenis heeft.
Wilsophie meent echter van wel:
wilsophie schreef:de 100 een getal wat in de Bijbel altijd gaat over "het koninkrijk binnen gaan"
Ik gaf vervolgens een rijtje teksten met het getal 100, waarbij ik haar uitnodigde om dit bij elke tekst te laten zien. Dit waren haar antwoorden:
Gen. 21:5 Abraham was honderd jaar toen zijn zoon Isaak werd geboren.
Er zijn situaties waarbij de 100 er echt expliciet uitspringt in relatie tot het Koninkrijk en ik denk als eerste aan Abraham. ... En Romeinen waar Abraham nog eens genoemd wordt zijnde 100 jaar toe Hij vrucht voortbracht.
NIeuw Leven dus.
Maar hoe moet ik dat precies zien? Ging Abraham het koninkrijk binnen toen hij zo oud was? Of is een kind voortbrengen ingaan in het koninkrijk? D.w.z. iedereen die een kind voortbrengt gaat binnen? Ging Abraham dan niet al binnen toen hij Ismaël verwekte?
Ex. 27:9 De ruimte rond de tabernakel moet worden afgeschermd. Aan de zuidkant moeten over een lengte van honderd el doeken van getwijnd linnen komen,
De afmetingen van de tabernakel spreken sowieso allemaal van het Koninkrijk of de hemel want dat is hetzelfde natuurlijk.
Hoe zit dat precies? Is de zuidkant van de omheining van de tabernakel speciaal dat het te maken heeft met binnengaan in het koninkrijk? Maar als alle afmetingen daarmee te maken hebben, dan betekenen toch bijna alle getallen "ingaan in het koninkrijk"?
Ex. 38:27 Honderd talent zilver werd gebruikt voor het gieten van de voetstukken van het heiligdom en voor die van het voorhangsel: één talent per voetstuk, dus voor honderd voetstukken honderd talent.
idem
Wat hebben de voetstukken te maken met "binnengaan in het koninkrijk"?
Dt. 22:19 en hem een boete van honderd sjekel zilver laten betalen aan de vader van het meisje, omdat hij twijfel heeft gezaaid over de maagdelijkheid van een Israëlitisch meisje.
-
Graag zou ik hierop een antwoord krijgen.
Joz. 24:32 De beenderen van Jozef, die het volk van Israël uit Egypte had meegevoerd, werden begraven in Sichem, op het stuk land dat Jakob voor honderd kesita had gekocht van de zonen van Chamor, onder wie Sichem.
-
Vertel eens?
1 Sam 18:25 zei hij: ‘Zeg tegen David dat de koning niet aan een bruidsprijs hecht en dat hij genoegen neemt met de voorhuiden van honderd Filistijnen, als wraak op zijn vijanden.’ Het was zijn bedoeling dat David op die manier zou sneuvelen in de strijd tegen de Filistijnen.
de bruidsprijs van 100 voorhuiden ( brrr)
Ja leg eens uit? Wat heeft dat te maken met binnengaan in het koninkrijk?
2 Kon 23:33 Hij werd door farao Necho gevangengezet in Ribla in het gebied van Hamat, zodat hij het koningschap niet kon uitoefenen. De farao legde het land een schatting op van honderd talent zilver en één talent goud.
-
Graag een antwoord.
Spr 17:10 Een verstandig mens wordt meer geraakt door een verwijt dan een dwaas door honderd slagen.
-
En wat heeft deze 100 te maken met binnengaan in het koninkrijk?
(2) Het tweede argument is:
De oorsprong van (a) de wijze waarop men in het Hebreeuws de letters een getal geeft en (b) de manier waarop deze in de uitleg van het na-Bijbelse jodendom functioneert, zijn allebei terug te voeren op de Grieken.
(a) Het getallensysteem is van de Grieken overgenomen.
Weerwoord door ineke-kitty:
ineke-kitty schreef:Dat is natuurlijk grote onzin. Het is precies andersom, want de Hebreeuwse taal is de 1e taal die er maar bestond..
Dat ook in het Grieks en in het Latijn elke letter [ en ook de sluitletters] een getalswaarde heeft, bewijst helemaal niet dat de joden het systeem van de Grieken heeft overgenomen.
Hierin zitten twee claims, die ik afzonderlijk weerleg.
(2a-1)
De Joden hebben het systeem van de Grieken overgenomen.
Het Griekse alfabet kent mét in later tijd in onbruik geraakte letters 27 tekens, die allen gebruikt werden om getallen mee aan te geven (1-9; 10-90; 100-900). Uit de bronnen, en uit het feit dat enkele letters al in de klassieke tijd in onbruik waren geraakt, valt af te leiden dat dit systeem al héél oud is, zeker ouder dan de 4e/5e eeuw vC. Het Hebreeuws in kwadraatschrift kent 22 tekens. Toch gebruik(t)en ze hetzelfde systeem als de Grieken, wat natuurlijk minder goed uitkomt met 22 letters, omdat je de waardes 500-900 niet kwijt kunt. Daar heeft men wat op gevonden, namelijk door de sluitletters (5 lettervarianten voor aan het eind van een woord) een aparte waarde te geven. Zo komt men uiteindelijk op 27 tekens, net als het Griekse systeem. Het blijkt dus, dat het Hebreeuwse alfabet minder geschikt is voor het systeem dan het Griekse. Dit is goed te verklaren als de Joden het systeem van de Grieken hebben overgenomen.
Dit valt te ondersteunen met chronologische gegevens. Het eerste bewijs dat men in het Hebreeuws getalswaarde aan letters gaf, komt van rond 100 vC, in dezelfde tijd als dat het Aramese kwadraatschrift het oud-Hebreeuws min of meer verdrong. Het systeem kon pas voltooid worden toen het systeem van de sluitletters gestandaardiseerd was. Dit was pas het geval in de eerste eeuwen van onze jaartelling. Met andere woorden: het Hebreeuwse systeem is niet alleen minder volmaakt dan het Griekse, het is ook nog eens veel jonger dan het Griekse. De enige rationele verklaring is, dat het Hebreeuwse systeem van de Grieken is overgenomen en met passen en meten aan het Hebreeuwse schrift (van Aramese oorsprong) is aangepast.
In dit licht is natuurlijk de vraag:
- Is het Grieks dus meer de taal van God dan het Hebreeuws?
(2a-2)
Het Hebreeuws is ontwikkelt uit Kanaänitische dialecten en geenszins de oudste taal.
Bewijs:
- De Israëliet moest zeggen dat zijn aartsvader een Arameeër was (Dt. 26:5). De Israëlieten vóór de intocht in het land spraken dus waarschijnlijk een taal verwant aan Oudaramees, die zij min of meer hebben ingeruild voor de locale dialecten.
- Het Hebreeuws is "de taal van Kanaän" (Jes. 19:18), m.a.w. toen Israël er nog niet leefde spraken de Israëlieten een andere taal.
- Het oud-Hebreeuwse schrift (vóór het kwadraatschrift) komt vrijwel geheel met Kanaänitische/Fenicische inscripties overeen. Deze laatste talen zijn veel ouder dan het Hebreeuws (het oudste stuk Hebreeuws, afgezien van de Bijbel, in het Hebreeuws komt uit de 10e eeuw, de Gezer-kalender).
Bron: J.P. Lettinga, Grammatica van het Bijbels Hebreeuws.
(2b) De manier waarop getalswaarden in de uitleg van het na-Bijbelse jodendom functioneren, is terug te voeren op de Grieken.
Dit is ook chronologisch te bepalen. De manier van uitleg waarin getalswaarden een rol hebben, komt in het Grieks voor bij Philo van Alexandrië, en in het Hebreeuws pas voor in het rabbijnse jodendom (dus vanaf de 2e eeuw nC).
Vergelijkbare omgang met getallen in de uitleg van teksten, met name Homerus, geschiedde al vanaf de 1e eeuw vC in met name Alexandrië. Dit heeft de Bijbeluitleg van zowel christenen als joden diepgaand beïnvloed.
Het toekennen van bijzondere betekenis aan getalswaarden in de Bijbel is dus een allegorisch hulpmiddel dat ontstaan is bij de Griekse letterkundigen in Alexandrië.