JeeWee schreef:Ik las in verschillende kranten dat de Gereformeerde Gemeenten een boetedag gaan houden in verband met de nood van de tijd. Dit is dan naar aanleiding van de behandeling van het synoderapport ”Kerk-zijn in een seculiere samenleving”.
Daarin staat te lezen dat de kerkverlating in de Gereformeerde Gemeenten hoog is en het materialisme onder gemeenteleden neemt toe, blijkt uit het rapport. Synode voorzitter ds. J. van Eckeveld geeft aan dat materialisme een van de zorgen van deze tijd is: het wereldse leven.
De cijfers van de uitstroom van leden uit de GG zijn schokkend en de cijfers laten zien dat de kerk ook van binnenuit wordt afgebroken volgens ds. L. Terlouw, die voorzitter is van de commissie die het rapport opstelde.
Wat denk jij: is een boetedag zinvol, of moet het misschien wel altijd boetedag zijn?
Ik ken de Gereformeerde Gemeenten van binnenuit. Ik heb altijd gezien dat de groei van deze kerk meer te maken heeft met geboorte-aanwas dan met aantrekkelijkheid, evangelisatie of wervende kracht.
De standvastigheid van het ledenaantal wordt / werd veroorzaakt door de hechtheid van de gemeenschap. Naast de steeds weer herhaalde rituelen, gebeden, preken, handelingen en taal (dat een zeer bindende en troostende werking kan hebben) blijft / bleef men ook samen door economische en sociale verbondenheid, geborgenheid en soms ook afhankelijkheid. Familie en kerkelijke gemeente binden sterk samen.
Dat de teloorgang nu ook hier toeslaat is geen verrassing. Het individualisme en de emancipatie van jonge mensen door opleiding en beinvloeding van de omringende cultuur eist haar tol. Dat je in onze samenleving tegenwoordig veel sterker voor jezelf moet zorgen zal daaraan bijdragen. je moet misschien sneller verhuizen voor een baan of een opleiding. Ook de samentrekking van deze gemeente vanuit de langgerekte Bijbelgordel in enkel hotspots (zeer grote regionale kerkgebouwen) heeft ook een vacuum getrokken in de dorpen (en vooral steden) waaruit dit kerkverband zich heeft teruggetrokken.
De sterkste achteruitgang is echter toch het gevolg van het geestelijk zelfverstaan van de kerk. En dan bedoel ik de idee dat zelfs uit eigen gelederen slechts een zeer klein aantal mensen als ware gelovigen gezien wordt. De troost, het heil, de hoop, het geloof, de toekomst en de kracht die van de godsdienst zou moeten uitgaan in deze moeilijke tijden van geloofsafval en ongeloof kan niet ervaren worden binnen deze kerken. Onverbiddelijk is het gegeven van het kleine aantal ware gezaligden. Een enkeling, meer niet. De toegang tot het heil is ook steeds ingewikkelder en ontoegankelijker gemaakt. Met name door een standenprediking. Een steeds verder uitgewerkt stappenplan van noodzakelijke geestelijke standen (toestanden van de ziel) sluit steeds meer mensen uit van de weg ten leven en van het heil. Bijna niemand komt meer in aanmerking. Naar mijn gevoel heeft dit alles te maken met de bijna grenzeloze macht die dominees in dit kerkverband hebben ontvangen (of zelf naar zich toegehaald).
In een tijd, waarin christen zijn zo moeilijk en controversieel geworden is, zou een kerk haar leden juist een hart onder de riem moeten steken. Hen moeten helpen op de weg van geloof en volharden. In plaats daarvan verkoopt men "nee" aan de eigen gemeente. Nee, nog niet. Nog missen we een waar kenmerk. Nog is de zondekennis, de boetvaardigheid niet voldoende, nog openbaart de Zoon Zich nog niet, omdat men nog niet diep genoeg de staat van ellende en ongeloof heeft ingeleefd. Enzovoorts, enzovoorts.
Als er al een thema voor de boetedoening zou moeten zijn, laat het dan een boetedoening zijn die de predikanten uit dit kerkverband voor Gods aangezicht doen, maar niet nog een extra boetedoening, een extra zware last voor al die arme mensen uit de Gereformeerde Gemeenten die door de wereld niet getroost kunnen worden, maar ook door de kerk die troost wordt onthouden.
dominus tu illos adiuvagravo