Het citaat uit de Nederlandse geloofsbelijdenis (door maaarten gepost) vind ik in het verband van mijn openings-posting wel interessant.
Het gezag van de Heilige Schrift
Wij ontvangen al deze boeken, en deze alleen, als heilig en canoniek, om ons geloof daarnaar te richten, daarop te gronden en daarmee te bevestigen. En zonder in enig opzicht te twijfelen geloven wij alles wat zij bevatten.
Dat doen wij niet zozeer omdat de kerk ze aanneemt en als canoniek erkent, maar vooral omdat de Heilige Geest in ons hart getuigt dat zij van God zijn. Het bewijs daarvan ligt bovendien in de boeken zelf. Want zelfs blinden kunnen tasten dat de dingen die erin voorzegd zijn, gebeuren.
Het gaat mij er om te achterhalen op grond waarvan het predicaat "Gods Woord' gegeven kan worden aan de Bijbel. Dat is natuurlijk problematisch in het geval er nog helemaal geen Bijbel is. Dan moet uiteraard iets anders gelden als 'Gods Woord'.
Maar ook de hedendaagse mens wordt gesteld voor de vraag waarom de Bijbel nu eigenlijk 'Gods Woord' zou zijn.
Daarop geeft de Nederlandse Geloofsbelijdenis toch wel een opmerkelijk antwoord.
Het valt eigenlijk in twee delen uiteen: 1. door het getuigenis van de Heilige Geest in ons hart (het hart van ons, gelovigen) en 2. doordat de dingen die in de Bijbel voorzegd zijn ook echt gebeuren (het profetisch bewijs, zeg maar).
Dat laatst (2.) vind ik het minst sterke argument. Het is juist op dit punt dat de bijbelwetenschap sterke papieren heeft als ze aantoont hoe metaforisch en literair de stijlfiguren in de Bijbel opgevat kunnen worden. Het NT bevat bijvoorbeeld ook eindeloze citaten van het OT, die toch overduidelijk opnieuw geinterpreteerd worden in het kader van de betekenis van Jezus. Die vergeestelijking ("de steenrots was Christus") is integraal onderdeel van de schrijf- en denkwijzen van de bijbelschrijvers geweest, waarmee de historische betrouwbaarheid van de aangehaalde feiten van veel minder belang was.
Het eerstgenoemde (1.) lijkt me echter veel fundamenteler. Hier herkennen we de renaissancistische mens, die een 'nye leer' praktiseert. Maar al te vaak wordt vergeten hoezeer de Reformatie past binnen een grote Europese omwenteling in het denken, waarbij de individuele mens zich losmaakt uit klassieke machten en structuren, die een collectieve waarheid in stand hielden. De individuele persoon staat op in filosofie en theologie. Het is de mens zelf, die verantwoordelijk en in staat wordt geacht zich een oordeel te vormen. Het is de geboortetijd van wetenschap, die uitmondt in de moderniteit. De Reformatie staat aan de wieg van de moderne tijd. Enorme krachtenvelden komen los in de godsdienstoorlogen tussen protestanten en katholieken. De inzet: gewetensvrijheid, een eigen oordeel, onafhankelijkheid van denken, zelfbeschikking, soevereiniteit.
Wanneer de Nederlandse Geloofsbelijdenis het gezag van de Bijbel bespreekt, gebruikt zij dus ook een modern argument, namelijk het oordeel van de individuele mens: het getuigenis van de Heilige Geest in ons hart. En uitdrukkelijk niet het argument van de oude collectieve macht, de Kerk! Niet het besluit om iets tot canon te verklaren is doorslaggevend, maar het getuigenis van (het overtuigd zijn door) de Heilige Geest in ons hart.
Hoe dat getuigenis tot stand komt, weet niemand, gaat ook niemand wat aan, maar uiteindelijk is de Bijbel Gods Woord, omdat een individu, een enkel mens dit zegt. De mens zelf kan dus bepalen of hij met de Heilige Schrift te maken heeft of niet. De waarde van dit oordeel hangt natuurlijk af van de vraag of iemand dit getuigenis ook inderdaad van de Heilige Geest heeft ontvangen. Maar dat is en blijft iets waar ieder zich in zijn eigen hart ten volle van verzekerd moet zijn. Een ander (en dat is heel belangrijk!) kan daar nooit een oordeel over hebben. Zelfs de indrukwekkende structuren van de Kerk niet...toen niet en nu nog niet.
Betekent dit nu ook dat het gezag van de Bijbel als Woord van God nog steeds afhankelijk is van het individuele getuigenis van de Heilige Geest in iemands hart? En dus niet omdat een ander, de kerk, dit zegt?
Als dat zo is, hangt alles af van het getuigenis van de Heilige Geest. Als ik dat getuigenis niet ontvang, heeft de kerk tegenover mij geen enkele macht meer om me te dwingen tot de overtuiging dat de Bijbel echt Gods Woord is. De gewetensvrijheid van de enkele mens gaat dan voor. De kerk is haar macht kwijt? Is dat soms de situatie waarin de kerk zich momenteel bevindt: ze kan niet meer met gezag afdwingen dat de Bijbel het Woord Gods is? Ze staat machteloos, wanneer individuele mensen afhaken?
Heeft de Kerk (de Una Sancta) dan toch gelijk gehad door het protestantisme af te wijzen, wetend dat dat zou betekenen dat de Kerk de macht om gezaghebbend te spreken zou kwijtraken, hetgeen in de protestantse kerken inderdaad gebeurd is en nog gebeurt? Het geheel versplintert, want iedereen wil zijn eigen geloof verwoorden, de Bijbel op eigen wijze waarderen en z'n eigen theologie definiëren!
Heeft het protestantisme met de moderne renaissancistische trekken in de belijdenis zijn eigen graf gegraven?
Het lijkt er mijns inziens wel op. Wie leervrijheid in de kerk toestaat krijgt onherroepelijk te maken met eigen inzichten van individuele gelovigen. Of dat allemaal afkomstig is van het getuigenis van de Heilige Geest is niet te controleren of te beoordelen.
Behalve misschien de orthodoxe kerken die toch weer een pauselijke structuur in eigen kleine kring hebben opgetuigd: volledig leergezag bij een kardinaal predikantenconclaaf met vaak een echte paus, een top-kardinaal, een onomstreden predikant die het hele kerkverband in het leven heeft geroepen, om wie alles draait en die door tuchtmaatregelen deze positie weet te handhaven?
gravo