- In het begin schiep God de hemel en de aarde, en de mens zijn zijn gelijkenis. Man en vrouw schiep Hij. God en de mens hielden van elkaar.
- De mens met zijn eigen wil rebelleerde tegen God. God in zijn rechtvaardigheid kon dit niet ongestraft laten. De mens moest sterven.
- De mens stierf geestelijk, en later ook lichamelijk. De mens zou voor altijd van God gescheiden zijn.
- maar God hield nog steeds van de mens. Als hun maker kon Hij niet anders dan van hen houden.
- Hierdoor kwam God in de wereld om de straf voor de mens te dragen. Hij wandelde op aarde om de mens te tonen hoe te leven. Toen stierf Hij voor de mens en stond weer op want Hij is God.
- Hij vertelde zijn volgelingen dat Hij weer terug zou gaan naar waar Hij vandaan gekomen was en dat Hij weer zou komen. Net voor Hij vertrok gaf Hij hen de opdracht om aan iedereen te vertellen dat Hij de straf gedragen had voor iedereen die het wilde geloven.
- Als ze het zouden geloven dan zouden ze een levende Geest ontvangen. Dan zouden ze het ook kunnen begrijpen en bovendien weerstand bieden aan het verkeerde.
- Zij die Hem geloofden gingen van Hem houden en gingen Zijn voorbeeld volgen.
- Door dit proces van discipelschap begonnen zij steeds meer op Hem te lijken.
- Uiteindelijk wanneer Hij terugkomt zal het beter zijn als het was in het begin.