Boekenlezer schreef:Gedoopt zijn en ook leven overeenkomstig Gods verbond zijn volgens mij twee verschillende dingen. Iemand kan gedoopt zijn, maar zich later ervan afkeren. Dan blijft hij echter toch een gedoopt mens, die het teken van Gods verbond ontvangen heeft. Dat verbond wordt niet opgeheven. Dat blijft van kracht, hetzij tot zegen, hetzij tot oordeel. Dat is volgens mij in korte bewoordingen de gereformeerde leer over de doop.
De Rooms-Katholieke Kerk zal er wel iets anders tegenaan kijken. Die leren meer zoiets als: de doop is de vergeving van de zonden zelf, in dit geval nader bepaald: de erfzonde. Besluit je daarna om toch alles te gaan doen wat God verboden heeft, dan ben je uiteraard niet zonder zonde. Maar de doop blijft van kracht, ook al wordt je er niet zalig door, want je hebt je goddeloos gedragen.
Ik zie op die manier wel een bepaalde overeenkomst tussen de gereformeerde en de roomse leer over de doop, ook al zijn er verschillen. Vanuit die overeenkomst moet ik als gereformeerde constateren, dat ik het wel eens ben met die geciteerde zinnen.
Niet de doop, maar de beker is het teken van het nieuwe Verbond.
Jezus zegt het Zelf in Lucas 22:20
Een geestelijk verbond van een toekomstige bruid en haar Heer, geen ceremonieel ritueel op een wezentje wat niet eens weet wat er gebeurt.
Dopen is onderdompelen en niet besprenkelen, de betekenis EN het gedenkteken zelf zijn totaal veranderd, door de kerk.
Gelukkig heeft de engelse taal wel de verschillen tussen christening and baptizing laten bestaan.
Wie God ernstig zoekt, zal zeker beloond worden.
God ziet het hart aan, niet een pasgeboren onbewust wezentje, wat het verschil tussen goed en kwaad nog niet eens kent.
EN voor mensen die zeggen dat er een uitverkiezing is van een paar uitverkorenen, zou het al helemaal niet uit kunnen maken.
Of denken we stiekem toch nog wat bij te kunnen dragen tot onze uitverkiezing?