Gerdien B. schreef:nee Raafje... Laodicea denkt beter te weten als RKK'er hoe de OKK in elkaar zit dan Optimatus. Ik heb genoeg OKK'ers gesproken om te weten dat Laodicea er naast zit.
nu is het gewoon klaar daarmee. Je kan opgeven of je komt of niet en verder discussieren wordt maar ergens anders gedaan.
Volgens mij is het erg ontopic om een verkeerde voorstelling van zaken in de OP even te corrigeren. Zoals ook bij voorgaande keren wil ik er best verder over discussiëren, maar toen kreeg ik ook al geen inhoudelijk weerwoord op deze kwestie. Dat hoeft ook niet, maar ik vind het toch wel van een ander kaliber als je bij wijze van lokkertje bepaalde zaken stelt die gewoon niet kloppen. Zo heeft bijvoorbeeld het Transsubstantiatie dogma hier niet zoveel mee te maken, maar de Waarlijke Tegenwoordigheid van Christus destemeer. Dat lijkt me wel kies om te vermelden, daar er anders straks mensen letterlijk met Christus in hun maag zitten terwijl ze dat eigenlijk niet wilden. Je hoeft overigens helemaal geen ingewkkelde verhandelingen erover te houden, je kunt het ook gewoon op de site van de OKKN zélf terug vinden:
De middeleeuwse nadruk op Christus in de hostie
Zo zag men het in de vroege kerk en zo wordt het ook weer gezien in de oud-katholieke en oecumenische theologie van de laatste tijd. Maar hoe zat dat dan in de dertiende eeuw, toen het feest van Sacramentsdag ontstond? Toen was men veel minder bezig met eucharistie-vieren als gemeente, lichaam van Christus worden in deze wereld, een voorproef smaken van het rijk dat komt. In de dertiende eeuw was men bijna uitsluitend bezig met één aspect van de eucharistie: de aanwezigheid van Christus in brood en wijn. En dan nog met name de aanwezigheid van Christus in het brood, dat is overgebleven van een vorige eucharistieviering en in het tabernakel wordt bewaard of in de monstrans ter aanbidding wordt uitgesteld. Sacramentsdag is daarom vanouds vooral het feest van de in de hostie aanwezige Christus.
De aanwezigheid van de levende Heer door de Geest
Het kan geen kwaad, ook dat aspect vandaag-de-dag nog eens te benadrukken. Want het is niet zo, dat de aanwezigheid van Christus in brood en wijn een middeleeuwse uitvinding is. Ook in de vroege kerk - ik heb dat zojuist verteld - ervoer men de werkelijke aanwezigheid van de verrezen, levende Heer in het midden van zijn gemeente. Het brood is immers niet zijn dode lichaam, de wijn niet zijn in de dood vergoten bloed. De aanwezigheid van Christus in brood en wijn is niet de miraculeuze omvorming van brood en wijn in een lijk! Dat zegt ook de Roomse leer niet, hoewel velen dat schijnen te denken. Het christelijk geloof, vanaf de vroegste tijd tot nu toe, vertrouwt op de werkelijke aanwezigheid van de verrezen Heer door de kracht van de heilige Geest. Brood en wijn zijn niet 'materieel' het lichaam en bloed van Christus in 'scheikundige' zin. Brood en wijn zijn, voor wie het waagt te kijken met de ogen van het geloof, de aardse middelen waarmee de Geest bewerkt dat de levende Christus onder ons aanwezig is. Of zoals men het in de middeleeuwen terecht onder woorden bracht: de toevallige uiterlijke vorm van brood en wijn (inclusief de chemische samenstelling) blijft hetzelfde, maar de essentie, dat wat er wezenlijk toe doet, verandert in de levende Christus ('transsubstantiatie'). Of andersoms, zoals men het heden ten dage terecht wel eens zegt: Christus, 'uw vlees is waarlijk brood' (Gezang 753). Het is 'goed oud-katholiek' om te benadrukken dat het niet om de formulering gaat, maar om de geloofswerkelijkheid. En die geloofswerkelijkheid is dat, door de heilige Geest, de levende Christus in ons midden aanwezig is in brood en wijn.
Dat betekent het, wanneer brood en wijn 'lichaam en bloed van Christus' heten, en wij het overgebleven brood eerbiedig bewaren in het tabernakel of Christus in het brood aanbidden tijdens het Lof. 'Werkelijke' aanwezigheid van Christus in brood en wijn betekent natuurlijk niet: 'scheikundige' aanwezigheid. Het betekent echter ook niet: 'symbolische' aanwezigheid in de zin van: 'het is maar een symbool'. 'Het is maar een symbool' betekent in hedendaags Nederlands: 'het is niet echt' - en dat is de doodssteek voor elke eucharistische beleving. Christus is echt aanwezig wanneer we het eucharistisch gebed bidden, wanneer we ter communie gaan, wanneer we Christus in het tabernakel begroeten en wanneer we Christus in de hostie aanbidden. Christus is in de eucharistie echt aanwezig, zo waar als hij is verrezen en bij God in de hemel leeft. Christus is in de eucharistie echt aanwezig, zo waar als wij tot hem kunnen bidden en zingen. Christus is in de eucharistie echt aanwezig - en 'echt' betekent: wat voor ons als gelovigen de diepste werkelijkheid is. 'Wat ons 't zintuig niet kan leeren worde door 't geloof gekend' (uit 'Tantum ergo', vertaling Vesperboek 1909).
bron
(deze uitleg van de Eucharistie kan, waar het het inhoudelijke aspect betreft, volledig onderschreven worden door mij als katholiek, maar dat is, terecht, wél offtopic)
Gepassioneerd onhip, vurig apparatchik, burgerlijk met overgave, 'middle of the road' on full speed.