I Orthodox gereformeerd uitgangspunt
II Wat is letterlijk
1. Wat is het doel van Genesis 1? Wat wil het vertellen? De schepping van hemel en aarde natuurlijk, maar wél zo verteld dat de mens centraal staat. Alles wat in Gen. 1 gebeurt is gericht op de mens, het loopt uit op de mens als onderkoning van God, (en dat uiteindelijk weer tot lof voor God, maar dat staat er niet letterlijk). Hieruit valt te concluderen dat er meer te vertellen valt over de schepping, maar dat God het niet nodig vond om dat aan de mens te openbaren. Althans, niet via het boek der Schriftuur, wellicht wel via het boek der natuur?
2. Heel duidelijk is het scheppingswerk in Gen. 1 gericht op een levensruimte te scheppen voor de mens. Daarom de dag, daarom het hemelgewelf, daarom de droge aarde met planten en bomen; en op de volgende dagen heeft God deze gecreëerde ruimte in tijd en uitgestrektheid ingericht. Daarom rustte God ook: niet omdat hij moe was, maar omdat hij zo het ritme van de dagen voor het goede leven van de mens instelde.
3. Het valt ook op dat er duidelijk dingen buiten de levensruimte voor de mens vallen.
a. De wateren, woest en doods in duisternis rondkolkend bij het begin van de schepping, zijn een potentiële bedreiging.
b. De duisternis word niet gemaakt en noemt God niet goed! De duisternis wordt alleen ingedamd.
c. De wateren worden voor de helft naar boven het hemelgewelf verbannen. Die bedreiging temt God dus, maar is niet verdwenen!
Dus het is niet een idylle, die hemel en aarde. De woestheid en doodsheid van de duisternis en de oerwateren blijft aanwezig, maar God legt die wel ter wille van de mens aan banden. De vraag is of dus het oordeel van 'goed' echt alles omvat, of alleen de gemaakte levensruimte voor de mens. (En vervolgens is de vraag wat goed betekent, daar kom ik nog op.)
4. Aan de mens wordt de beheersing gegeven over vissen, vogels, vee en kruipende dieren. De wilde dieren van dag 6 staan er niet bij (tot twee keer toe, vers 26 en 28). Zijn er dus (nog)grenzen aan de macht van de mens? (Vgl. Job 38/39).
In dit kader is het interessant om je af te vragen of het dier vegetarisch is geschapen, gezien de toewijzing van plantaardig voedsel. Maar er staat letterlijk dat God alleen tegen de mensen zegt welk voedsel ze krijgen en dat "het groene kruid" voor de dieren bestemd is. Er staat niet dat dieren geen dierlijk voedsel eten. Daarbij is het wellicht belangrijk dat Ps. 104 de jonge leeuwen die naar God brullen om roof rekent tot de wijze werken van God.
Douma zegt hierover: "God schiep een wereld die voor de mens een veilige woning zou zijn. Maar het is tegelijk een wereld waarin Hij zijn majesteit toont in dreigende zeeën en ontzagelijke storme en in het gedrag van monsters, die Hij geschapen heeft met vervaarlijke klauwen en kaken."
5. Er is geen dwingende reden in Genesis 1-2 om aan te nemen dat er geen biologische dood was. Daar staat helemaal niets over. Ook was er wel degelijk pijn en moeite: "Ik zal zeer vermeerderen de moeite uwer zwangerschap..." (Pijn is trouwens helemaal niet slecht, want als Adam dan te dicht bij het vuur zit waarschuwt de pijn hem dat hij uit de buurt moet blijven, maar dat terzijde.)
Bavinck schrijft hierover (door mij wat vereenvoudigd): "De supranaturalistische opvatting sloeg tot een ander uiterste door en schreef aan de staat der rechtheid een geheel bovennatuurlijk karakter toe. ... De dieren stierven er niet, wild en onrein gedierte bestond er niet, de roos bloeide zonder doornen, etc."