GG-er schreef:P. Strootman schreef:God werkt individueel en niet meer via een uitverkoren volk.
God werkt individueel EN MIDDELIJK via een uitverkoren volk.
God werkt door de verkondiging van Zijn Evangelie. Dat wordt door de gelovigen verkondigd, nietwaar?
De gelovigen zijn de uitverkorenen, toch?
Vervangingstheologie is wellicht de verkeerde aanduiding. Misschien is 'uitbreidingstheologie' beter? De heidenen delen nu ook in het heil van het verkoren volk. Voor beide geldt dat niet allen Israel zijn uit Israel.
Voor de jood en griek geldt beide dat enkel in de weg van het geloof de zaligheid te verkrijgen is.
Geloof in Christus. Als vervuller van de wet van het verbond. De wet van de joden, de wet van het werkverbond. De wet van alle mensen, maar geopenbaard aan het uitverkoren volk van God, de joden, tesamen met de offerdienst der verzoening.
De hele verzoeningsleer van het Oude Testament geldt nu nog steeds. Maar dan vanuit het volbrachtte offer. En het heil dat daaruit voortvloeit strekt zich uit over de hele wereld.
De joden in het Oude Testament moesten geloven in de God van het Verbond, in Zijn beloften en dat geloof bleek in het onderhouden van de inzettingen van de Verbondsgod. Die inzettingen zijn vervuld in Christus.
Het Verzoenoffert is geofferd met het Lam van God.
De hele Oud Testamentische dienst is vervuld. Volkomen. Wet en Verzoening.
In het oude testment werden de uitverkorenen niet zalig buiten het geloof om. Het geloof dat wist wat de betekenis was van de wetten en de offers.
Hebreeën 11 is het bewijs. Abraham geloofde in God, ondanks dat hij zijn zoon moest offeren. Ondanks dat hij de geslachtelijke lijn naar de Zaligmaker moet doorsnijden door zijn zoon te offeren.
Abraham moest als het ware zijn eigen Zaligmaker, zijn eigen zaligheid opofferen. En toch geloofde hij. Het is hem tot rechtvaardiging gerekend.
Omdat hij rechtvaardig was? Nee omdat de rechtvaardigheid van Christus hem is toegerekend.
En die toerekening van rechtvaardigheid, de vergeving der zonden, dat heil komt nu ook de heidenen toe. In dezelfde weg van het geloof in Jezus Christus, het Lam Gods, dat de zonden der wereld wegneemt.
De verwerping door de joden van de zaligmaker is het volharden in ongeloof door het volk dat zoveel voorrechten kende in de openbaring van Gods heilsplannen in de wetgeving en offerdienst. De profeten en wonderen. De joden zijn net als de heidenen die niet geloven eigen oorzaak voor verwerping. Zoveel tekenen die de Messias aanwijzen, en dan nog niet geloven! Juist omdat het joodse volk als rechteloos volk, toch uitverkoren was boven andere volken, is de verwerping van de Messias als een zware straf aangerekend. De verstrooiing, de onderdrukking etc. Maar nooit zal ik durven zeggen dat het daarmee Gods volk niet meer is. Na de ballingschap was er een terugkeer. In de tijd van de koningen van Isael die "Israel deden zondigen" kwam God altijd weer terug. Net als in de tijd van de richteren, en in de woestijnreis als het volk weer eens mopperde en zelf een gouden kalf maakte. God is en blijft trouw aan het volk waarmee Hij een verbond heeft gesloten.
Wat Hij belooft, blijft beloofd. Wie Zijn Woorden gelooft, Zijn beloften en er naar handelt en wandelt, krijgt wat God heeft belooft. Ongeacht wat de mens er mee doet.
Dat er nu wonderen gebeuren en het volk Israel nog steeds als volk uitverkoren is, dat geloof is zeker. 1948 zie ik persoonlijk als een bewijs daarvan.
Maar de verkiezing tot zaligheid ik wat anders. Dat is enkel de mens die gelooft in de Weg, de waarheid en het leven. Die Weg werd tot 2000 jaar geleden alleen binnen het uitverkoren volk bekend gemaakt, maar nu over heel de wereld, als opdracht in het zendingsbevel gegeven aan de mensen. En ik geloof dat er een profetie ligt voor het volk, de natie Israel, dat ze ooit de Messias zullen erkennen. Dan wordt zalig worden ook voor hen mogelijk, als ze met een waar geloof in de Messias worden ingelijfd en delen in Zijn gerechtigheid als vervulling van de wet en delen in zijn genade om de straf op de zonden te ontgaan. Om met Christus het eeuwige Kanaän te erven. Het volk Israël is zo tot een type, tot een openbaring van Gods Heilsplan ingezet.
Zijn gelovigen per definitie uitverkorenen? De uitverkiezing in de bijbel heeft niets met verwerping of behoud te maken, maar geschiedt ‘slechts’ met een doel, ofwel een te verrichten taak.
Er bestaat geen uitverkoren volk meer, dus de heidenen delen niet in het heil via een uitverkoren volk.
Galaten 4.46 is heel duidelijk: Dank zij het offer van Jezus’ líchaam voor het volk waaruit Hij geboren werd, zond God de Geest, die in Jezus was, ook in onze (de heidenen) harten. En in die Geest mogen wij tot de Vader komen, zónder dat we nog maar iets te maken hebben met het Joodse volk! Dit is tevens de Weg, die Jezus aanwees toen Hij (námens de Geest) zei, dat Hij (de Geest) de weg en de waarheid en het leven is.
De mens wordt alléén gerechtvaardigd, als hij gelooft, dat Gods Geest in hem woont. Paulus noemt dit geloof: Het geloof in Christus Jezus. Wij worden dus nog níet gerechtvaardigd als we in Jezus Christus geloven als de Zoon van God. Dan geloven we ‘slechts’ dat de Geest van God, de Christus, in een ánder mens woont. Hoe voortreffelijk ook, maar God vraagt van ons, dat we geloven, dat de Christus óók in ons woont.
Het lam Gods neemt niet de zonden der wereld weg, maar de zonde(zonder n). De zonden die wij doen, komen voor onze éigen rekening, want wat de mens zaait, zal hij ook oogsten. Dit, ondanks genade en vergeving. Maar de onvolmaakte toestand van de stoffelijke wereld en van de mens, die wordt door het Lam Gods (de Geest), weggenomen!
Wonderen gebeuren niet meer. Althans niet zoals in de evangelietijd toen het Koninkrijk der hemelen nabij gekomen was. De schrijver van de brief aan de Hebreeën noemde ze ‘de krachten van de toekomen eeuw”. En aangezien die nog niet aangebroken is, leven we onder een zwijgende hemel.