Cicero schreef:Zekerheid is niet te verkrijgen, maar het gaat erom wat waarschijnlijker is. Feit is, dat namen als de Moabitische naam 'Kemostsedek' (Kemos = Moabitische god) en Adonitsedek, gecombineerd met de gewoonte uit de regio om een theofore naam te construeren (vgl. Adonia etc.), er sterk voor pleiten om Melchizedek te lezen als een theofore naam. Tsedek kun je dan lezen als een andere naam voor El Elyon, de allerhoogste God, die Abraham ook erkende. Daarmee vervalt je laatste bezwaar.
elbert schreef:De laatste optie (dat tsedek een andere eigennaam zou zijn voor de allerhoogste God), zou natuurlijk mogelijk zijn, alleen is daar verder tekstueel in de Bijbel geen enkel voorbeeld van te vinden. Van de (ongeveer) 116 voorkomens van tsedek die ik zo gauw tel, is er geen enkele die naar een eigennaam wijst.
Nee dat is ook begrijpelijk omdat Tsedeq een kanaänitische godsnaam is. De passage over Melchizedek in Gen. 14 is een unieke passage in het OT. Er is ook geen andere plaats waar iemand van 'buiten' religieus op een hogere plek staat dan iemand die tot de lijn van Israël behoort. Dat Tsedeq in deze naam dan de enige keer is dat naar dat Kanaänitische epitheton wordt verwezen is dus niet onbegrijpelijk
Dan is het inderdaad de vraag wat waarschijnlijker is. Het feit dat er theofore namen voorkomen (zowel in de Bijbel als in de regio rondom Israel) is nog geen bewijs dat Tsedek dus een godheid was. In het geval van namen als Kemostsedek en Adonitsedek zou dat immers een dubbele theofoor betekenen, geen enkele. En theoforen bestaan voor zover ik weet uit het invoegen van een (1) goddelijke naam in een menselijke.
Dat Tsedeq een godheid is, staat wel vast. Dat blijkt onder meer uit Phoenicische en Punische inscripties en Ugaritische bronnen. Er komen namen voor als Tsdqdkr (Tsedeq gedenkt) en Tsdqjd' (Tsedeq weet).
Adonitsedeq is trouwens geen dubbele theofoor, want 'adoni' betekent 'mijn heer'. Kemostsedeq is bij nader inzien geen goede parallel omdat tsedeq hier waarschijnlijk geen godsnaam is.
De parallellen die ik noemde (Tsedeqdakar en Tsedeqjada') bewijzen dat Tsedeq in een Kanaänitische context in een theofore naam als godsnaam werd gebruikt. Nu staat er in het OT over voor-Israëlitische koningen dat ze Mlkytsdq (Mijn koning is Tsedeq) of 'dnytsdq (Mijn heer is Tsedeq) heten. Volgens mij is dan de meest voor de hand liggende conclusie dat het hier ook om de godsnaam Tsedeq gaat.
Vervolgens is de vraag wat deze voor-Israëlitische koningen met Tsedeq bedoelden. Uit het verhaal van Genesis blijkt dat de schrijvers, als ze Tsedeq als godsnaam nog kenden, deze geïdentificeerd hebben met El Elyon, de allerhoogste god.