Ik was bezig met het lezen van de Koran, achterin. Daar ontdekte ik echter vrij weinig spannends in, en mij werd verteld dat de heftigere gedeelten meer voorin staan. Terecht of niet, daarom ben ik me nu aan het verdiepen in soera 2. Maar dat is wel een lang hoofdstuk! Ruim 280 verzen. Dus ik wou de resultaten van wat ik daarin tegenkom dan maar per onderwerp bespreken.
Soera 2 heet: al-baqara. En dat betekent: de koe.
Baqara, dat lijkt erg sterk op het Hebreeuwse woord
בָּקָר [baqar], wat 'rund' betekent. Ik merk dat wel meer met het Arabisch, dat dat nogal eens woorden bevat die erg lijken op Hebreeuwse woorden die ik al ken. Met de woorden voor 'nacht' en 'zon', is dat ook zo, om slechts twee voorbeelden te noemen. Dat heb je bij twee talen van één taalfamilie.
Niet dat ik overigens Arabisch lees of ken. Helemaal niet. Maar in een vertaling van de Koran is de Arabische versie van de titel er ook altijd bij vermeld. Vandaar dus.
Eén van de dingen waar ik uiteraard nieuwsgierig naar ben is: in hoeverre roept de Koran op tot intolerantie en geweld? Ik heb uiteraard bepaald geen helicopterview op de Koran. Wat er in soera 2 daarover met mijn beperkte kennis te zeggen valt, bespreek ik nu.
Hier volgen de gedeelten die ik tegenkwam.
[DE OORLOG TEGEN DE ONGELOVIGEN]
190. En bestrijdt op de weg Gods hen die u bestrijden
maar overschrijdt niet de maat
God bemint niet hen die de maat overschrijden.
191 En dood hen waar gij hen aantreft en verdrijft hen van waarvan zij u hebben verdreven (3)
maar de verzoeking (4) is erger dan de doodslag.
En bestrijdt hen niet bij het Gewijde Bedehuis zolang zij u niet daarin bestrijden.
Doch indien zij u bestrijden, doodt hen dan.
Aldus is de vergelding der ongelovigen.
192 Doch indien zij ophouden, dan is God waarlijk vergevend en barmhartig.
193 En bestrijdt hen tot er geen verzoeking meer is en de godsdienst aan God behoort.
En indien zij dan ophouden, dan zij er geen vijandschap dan tegen de onrechtdoeners.
194 De gewijde maand om de gewijde maand(5) en de gewijd verklaarde dingen zijn zaken van wedervergelding.
Wie dan vijandschap toont tegen u, toont vijandschap tegen hem op dezelfde wijze als hij vijandschap tegen u getoond heeft.
En vreest God, en weet dat God is met de vrezenden.
195 En geeft bijdragen op de weg Gods,
en stort u niet met eigen handen in de ondergang,
en handelt wel.
God bemint waarlijk de wèl-handelenden.
3. Galalayn: Nl. uit Mekka.
4. 'Verzoeking', Arabisch Fitna, staat volgens Galalayn en anderen voor 'heidendom', 'polytheïsme'. Ook in het Oude Testament wordt betoogd dat oorlog niet goed is, maar dat de heidenen desalniettemin gedood moeten worden, vgl. bijv. Deuteronomium 7:2.
5. Galalayn: Wanneer zij u in de heilige maand beoorlogen, beoorloog hen dan ook in de heilige maand.
[STRIJD GEDURENDE DE GEWIJDE MAANDEN]
216 U is voorgeschreven te strijden (5)
ook al is het met tegenzin.
217 Maar mogelijk hebt gij tegenzin in iets hoewel het toch goed is voor u,
en mogelijk hebt gij behagen in iets, hoewel het toch slecht is voor u.
Doch God weet en gij weet niet.
Zij zullen u ondervragen over de gewijde maand (6), het strijden daarin.
Zeg:
Strijden daarin is iets ernstigs (7),
maar afwenden van de weg Gods, en ongeloof aan Hem, en van het Gewijde Bedehuis, en het uitdrijven daaruit van de lieden die er bij horen, is ernstiger bij God.
En de verzoeking is ernstiger dan de doodslag.
En zij (8) zullen niet ophouden u te bestrijden, totdat zij u terugdrijven van uw godsdienst indien zij daartoe bij machte zijn.
Maar wie uwer zich laat terugdrijven van zijn godsdienst, die zal sterven als ongelovige.
Diegenen, hun daden zijn vruchteloos in het nabije leven en het latere,
en zij zijn de lieden van het Vuur, eeuwig levend daarin.
218 Zij die geloven en die uitgeweken zijn (1)
en die zich beijveren op de weg Gods,
zij zijn het die hopen op de barmhartigheid van God.
God is vergevend en barmhartig.
5. Dit is het Koranfragment waarop de plicht tot het beoorlogen van de ongelovigen (de plicht van gihad) wordt gebaseerd.
6. Volgens de overlevering zouden de moslims iemand hebben gedood tijdens een maand waarin de toenmalige heidenen bloedvergieten voor verboden hielden.
7. Ongeloof is erger dan oorlog, vgl. Koran 2:191.
8. De ongelovigen van Mekka.
1. Uitgeweken met Mohammed van Mekka naar Medina in 622.
[VERPLICHTING VAN DE STRIJD VOOR HET GELOOF]243 Hebt gij niet gezien naar hen
(5) die uittrokken uit hun woonplaatsen in duizendtallen, tot vrijwaring voor de dood.
Toen sprak God tot hen: Sterft!
Daarop deed Hij hen weer leven.
God is waarlijk een gever van genade aan de mensen, maar de meeste der mensen zijn niet dankbaar.
244 En strijdt op de weg Gods, en weet dat God horend en wetend is.
245 Wie is hij die aan God een goede lening leent waarop Hij die voor hem zal verdubbelen vele malen?
En God verengt en verruimt
(6) en tot Hem zult gij teruggevoerd worden.
5. Galalayn: Dit verwijst naar de Israëlieten. Wellicht is het een toespeling op Ezechiël 37? Ook Galalayn noemt Ezechiël.
6. D.w.z. God geeft en neemt.
Drie gedeelten dus.
Het eerste gedeelte: 2:190-195.
Dat gedeelte komt mij voor als een oproep tot verdediging van het islamitische geloof. Dat dit slechts zou gaan om de eigen innerlijke strijd tegen het kwaad, zoals ieder mens die zou moeten voeren, kun je niet volhouden. Want in vers 191 wordt toch duidelijk geboden om de tegenstanders te doden.
Als voorwaarde geldt dat ze jou bestrijden, zo zou je kunnen zeggen. Ik denk dat dat nogal eens aan ruime interpretatie onderhevig is, en dat je volgens sommigen al een bestrijder van de islam bent als je niet fysiek aanvalt, maar als je alleen al een geestelijke bedreiging vormt naar hun oordeel. Als je de
jihad kan vergeestelijken, kun je dat immers met de bestrijding ook.
Er staat ook bij, dat je daarbij maat moet houden. Geen hondsdolle lynchpartijen. Klinkt leuk, maar zou het in de praktijk werken? Fanatieke moslims komen vaak op mij over als mensen die het hier niet erg nauw mee nemen. De vraag is natuurlijk ook wat je nou precies met een ongedefinieerde maat moet. Of wordt die ergens anders nog gegeven? Het zou natuurlijk kunnen.
Vers 193 zou je zelfs op kunnen vatten als een aansporing om alle niet-islamitische godsdienst uit te roeien.
Vers 194 vormt wel een schril contrast met
Romeinen 12:
19-21, en is zelfs een flagrante tegenstelling met
Romeinen 12:
17. De notie van het kwaad overwinnen door er zelf boven te staan, en het goede vol te blijven houden, was een peil wat de islam naar mijn indruk niet had, en dat wordt hier weer mooi bevestigd.
Het tweede gedeelte: 2:216-218.
Voetnoot 5 hierbij vind ik veelzeggend. Het gaat dus om een nogal cruciaal gedeelte.
Van cruciaal belang hierbij is natuurlijk wel hoe je dat strijden hier precies opvat. Daar is het gedeelte op zichzelf niet heel duidelijk over, als ik het zo lees. Moet je het ook echt opvatten als oorlog voeren, letterlijk vechten? Eventueel met verwijzing naar 2:191, die in de context staat van bestrijden? (De vraag komt dan op in hoeverre er verschil is tussen strijden en bestrijden, of je dat moet onderscheiden of niet.)
Het beantwoorden van deze vragen is de sleutel voor de consequenties die het daarop volgende hebben. De oproep is namelijk erg onvoorwaardelijk in vers 217. Het komt er op neer dat je er niet over na moet denken, dat je maar beter je verstand uit kan schakelen, want Allah weet het toch allemaal wel beter dan jij. Nadenken erover is zinloos en ook ongewenst. Wel wordt er een vraag beantwoord, om toch een beetje tegemoet te komen. Maar het is zeker geen matigend antwoord.
Ik heb overigens zojuist een vertaling gelezen van vers 218, waarin de laatste zin verbonden is met de eerste: die vergevingsgezindheid en barmhartigheid van Allah is voor hen die zich voor hem beijveren etc.
Het derde gedeelte: 2:243-245.
Ook weer een oproep om te strijden. Je zou het zelfs zo kunnen lezen in de trant van: hecht niet ze zeer aan het leven, maar strijd vooral! Allah kan jou het leven zo weer teruggeven als de almachtige.
Mijn voorlopige en voorzichtige conclusie hier, is dat hoe je deze gedeelten precies opvat, wel afhankelijk is van hoe je 'strijden' opvat. Ik weet dat er moslims zijn, die het meer geestelijk opvatten, en niet fysiek. Hoe zich dat verhoudt met de oorspronkelijke bedoeling kan ik helaas niet beoordelen.
Een oproep om met een vliegtuig de Twin Towers in te vliegen kan ik hier niet in ontdekken.
Dat dit gedeelten zijn die menige moslim inspireren tot vijandigheid en gebruik van geweld, dat is ook niet te ontkennen. Ik heb inmiddels ook ontdekt, dat anderen, die deskundiger zijn dan ik en deze zaken onderzocht hebben, de conclusie onontkoombaar achten dat de Koran aanzet tot intolerantie en geweld.