Maja de Bij schreef:elbert schreef:Het is nog maar zeer de vraag of de wortel Israel is.
Dat is idd een hoogst merkwaardige uitleg. De wortel (het fundament) van de kerk is niet het volk Israel, maar Gods Woord en beloften (of zo je wilt Christus zelf). Dat is aan de Joden toevertrouwd en daaraan vooral danken zij hun bevoorrechte positie.
Het zelfde kan gezegd worden van de tekst : in u zullen alle geslachten van de aarde gezegend worden. Op grond van Galaten 3 kun je m.i. niet anders concluderen dat "u" hier naar Christus verwijst en niet naar Israel of Abraham.
Overigens, alle beloften in de bijbel zijn christocentrisch gericht en worden in Jezus vervuld. Er is maar een (1) Evangelie en er is maar een (1) God, die van zichzelf zegt dat Hij een (1) is. Ik krijg daarom steeds meer moeite met de verkapte twee wegen leer die hier ontstaat als we de vervangingstheologie loslaten. Het gaat niet om Israel en/of de kerk, maar om Christus in de Bijbel.
KLinkt gewichtig maar de Schrift zelf zegt andere dingen. Ik wil daarbij eerst ingaan op het "volk van G-d zijn", moet dit direct een gooi naar de titel "Israel" zijn?
Natuurlijk zijn de gelovigen uit de volken ook volk van G-d, maar zij zijn niet Jiesrael of in plaats van Jiesrael. "Heeft G-d zijn volk verstoten? Dat zij verre" "Want de genadegiften en de roeping G-ds zijn onberouwelijk" (Rom.11:1,29).
Dat zij, (de volken die in Hem geloven) zich ook Zijn volk weten, is juist (Hos.1:10; 2:23; Zach.2:15 [=2:11]; Rom.9:25,26; Tit.2:14), maar hierdoor zijn ze nog geen Jiesraël! (let wel: het gaat mij niet om meer of minder waard o.i.d.). Ja, zij hebben ook tot vader Avraham (Matth.3:9) wat zijn geloof in onbesneden toestand betreffend (Rom.4:11,12,16; Gal.3:7,29). Maar de zoon van Avraham was geen Jiesrael maar Jietschak, en die zijn zoon Ja'akkov, die Jiesra'el ging heten. En sinds hij weer zonen kreeg worden zij en de generaties na hen de zonen (kinderen) van Jiesra'el genoemd.
De gelovigen uit de volken, zijn niet op Jiesrael ge'ent, maar op Avraham, zo'als Paulus ook zegt. Jullie zijn dus mede erfgenaam op basis van GELOOF en BEHOUD, nog voor de Torah werd geschonken op Sinaj, nog voor de besnijdenis van Avraham. De Joden echter die zich niets aantrekken van G-d en Hem en zijn wil tot het einde toe verloochenen worden afgesneden van hun volk (kareth ha-am).
Met ons (Jiesraelieten, Joden zo je wilt, naar het vlees) heeft HASJEM afspraken gemaakt op de Sinaj en de volken die in Jesjoe'a geloven hoeven de Torah niet in het geheel op zich te nemen, maar behoren wel zich aan een bepaald minimum te houden, voor ons Jidden die in Jesjoea geloven zou het klaar moeten zijn het [houden van Torah] wel te doen. Dit kun je onverbloemd nalezen in Hand.15:1-31 en 21:17-25, zonder suggestie, gegoochel met woorden, helder en klaar.
Sam
Sjim'oe d'var-HASJEM gojim! - Hoor het woord van de Eeuwige, gij volken! (Jer.31:10)