maaarten schreef:(...)
De uitverkiezingsleer moet juist als troost functioneren. De gelovige, die worstelt om naar Gods geboden te leven en daarin faalt en aan zichzelf begint te twijfelen, mag weten, dat zijn heil niet afhangt van zijn eigen prestaties, maar enkel van Gods barmhartigheid. Dit besef vertroost hem in zijn leven hier op aarde en doet de liefde tot God in hem groeien. Zo zal een gelovige, die vertroost mag worden door Gods verkiezende genade, des te meer, door zijn eigen falen en zijn teleurstelling heen, ijveren, om door Gods genade naar Zijn wil en geboden te leven. Niet alsof dat ook maar iets aan zijn heil zou kunnen toevoegen, maar uit liefde voor God.
Zeker, Cicero, we gaan zo weer verder met de typisch christelijke problematiek van de uitverkiezingsleer. Ik heb daar als christen ook een mening over en die gaat zeker niet in de richting van de terecht door jou verfoeide lijdelijkheid.
Wat ik in mijn bijdrage echter heb willen zeggen is dat je, om de strijd over uitverkiezing te begrijpen, misschien even boven de kleinere kring van gereformeerden, protestanten en zelfs christenen uit moet stijgen.
Op een hoger niveau, universeel voor alle mensen geldig, zijn er verschillende opvattingen over de mens en de werkelijkheid. Het is te kort door de bocht om die in pessimisten en optimisten te verdelen, maar het heeft er wel wat van weg:
De optimisten zien de mens als gelukkig en veelbelovend. We gaan vooruit! Onze cultuur brengt ons van hoogtepunt naar hoogtepunt. We beginnen de werkelijkheid te begrijpen. Op persoonlijk vlak leren we en ontplooien we onszelf. We kunnen de behoeften die we hebben vervullen. We kunnen wat doen. Er is reden voor optimisme en vertrouwen.
Als je (toevallig) christelijk opgevoed bent resulteert dit in de volgende houding: in principe gaat het goed komen. Je kunt bij God terecht. Hoe anders God ook is, je kunt er op vertrouwen dat Hij je in alles zal helpen. Het kenmerk van God is genade. Uiteindelijk komt alles goed en ga je dat zelf ook ervaren. Moeilijkheden kun je relativeren aan dit optimistisch en vertrouwwekkend uitgangspunt. Achter de wolken schijnt de zon. Onvoorstelbaar veel mensen zullen het heil van God ontvangen.
De pessimisten zien de mens als ongelukkig en steeds weer in de zelfde fout vervallend. Onze cultuur kan honger, ziekte, armoede, geweld naar niet te boven komen. De werkelijkheid kan ons altijd weer overvallen en heeft daarom een onberekenbare en duistere kant. Wat begrijpen we nu eigenlijk van de werkelijkheid om ons heen? Uiteindelijk zijn we machteloos. Er is alle reden om pessimistische te zijn over de toekomst en bang te zijn voor komende rampen.
Als je (toevallig) christelijk opgevoed bent resulteert dit in de volgende houding: in principe zijn we nooit zeker van de afloop. God is zo anders dan wij dat er altijd een principiële kloof blijft. God heeft de macht en het recht om aan ons voorbij te gaan. Het kenmerk van God is Zijn soevereiniteit. Uiteindelijk is wat God doet goed, wat het ook is, al zou het ons einde betekenen. Moeilijkheden bevestigen dit: er gebeurt niets buiten Gods wil. Ons einde is gewis, niemand kan aan de dood ontsnappen. God is rechtvaardig, het merendeel van de mensen heeft God niet nodig en zal verloren gaan.
Dit zijn de psychologische polen waartussen wij ons alle bevinden.
Als we nadenken over God, dan worden de vragen ook ingekleurd volgens een van beide gemoedstoestanden. Of door een combinatie er van. Voor beide houdingen zijn legio Bijbelteksten aan te dragen.
Het zijn natuurlijk ook menselijke gevoelens. Aannames, gevoelens, houdingen. De vraag is dus of onze theologie (spreken over God) er sterker van wordt als we die teveel laten beïnvloeden door ons eigen karakter of onze eigen aanname (optimistisch of pessimistisch). Valt God wel te rangschikken onder één van beide?
Maar ondertussen zien we toch dat theologie wel degelijk onderhevig is aan dit soort diepliggende vooronderstellingen. Daarom zijn ze vaak eenzijdig en gebaseerd op slechts één onderliggende sfeer.
Een brede blik, veel kennis opdoen van anderen, om je heen kijken, te rade gaan ook buiten je eigen kring, dat lijkt me de oplossing om niet in de ene of in de andere eenzijdigheid te vervallen.
Want zeg nu zelf, voor beide grondhoudingen zijn echt wel (Bijbelse) argumenten te noemen.
gravo
(infralapsarist)