Boerin schreef:Nee. De demonen geloven ook en zij sidderen. Ligt eraan wat je met geloof bedoelt denk ik.
Natuurlijk heb je volkomen gelijk wanneer je stelt dat het belangrijk is duidelijk te maken wat je dan met geloof bedoelt. Kort stond het al in het citaat uit 1 Johannes 5:1 "
Een ieder, die gelooft, dat Jezus de Christus is, is uit God geboren;"
In aansluiting op het spreken over de wedergeboorte geeft de Here Jezus aan Nikodemus geen gedetailleerde analyse van hoe dit nu precies gebeurt, maar maakt Hij duidelijk wat daarvoor nodig is. Daar heb je ook meer aan!
Wat is nodig? Het geloof in de Zoon des mensen die werd verhoogd
opdat een ieder die gelooft in Hem eeuwig leven hebbe..
Johannes 3:14-18
"14 En gelijk Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft, zó moet ook de Zoon des mensen verhoogd worden, 15 opdat een ieder, die gelooft, in Hem eeuwig leven hebbe. 16 Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe. 17 Want God heeft zijn Zoon niet in de wereld gezonden, opdat Hij de wereld veroordele, maar opdat de wereld door Hem behouden worde. 18 Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God."Het gaat er dus om dat men dit gelooft. Wie in Hem gelooft gaat niet verloren. Als je vaststelt dat je dit gelooft, dan mag je dus op grond van Gods Woord ook zonder twijfel concluderen dat je niet verloren zult gaan. Je gelooft het immers!
"Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld"Een vriend van mij zei: "Lees wat er staat en geloof wat je leest."
Je eigent je jouw behoud daarmee niet toe. Dat is nonsens, want dat kan je ook helemaal niet. We spreken over dingen die ver boven onze macht liggen en waar we geen enkel recht kunnen claimen. Het is Gods genade dat Hij dit behoud schenkt op grond van het geloof. Dát is de onverdiende zegen, die wij dankbaar mogen aanvaarden en waarvoor wij Hem prijzen.
Van dit geloof is dan uiteindelijk niet het meest belangrijke waar het vandaan komt, maar de vaststelling dat het er IS en wat de gevolgen daarvan zijn.
Bij de opening van dit topic was dit ook een vraag. De Bijbel staat bol van wat de gevolgen zijn. Hieronder lezen we in enkele verzen kort en krachtig verwoord iets over het geloof, de wedergeboorte en de gevolgen ervan.
1 Petrus 1:3 e.v. zegt daar iets over:
"3 Geloofd zij de God en Vader van onze Here Jezus Christus, die ons naar zijn grote barmhartigheid door de opstanding van Jezus Christus uit de doden heeft doen wedergeboren worden tot een levende hoop, 4 tot een onvergankelijke, onbevlekte en onverwelkelijke erfenis, die in de hemelen weggelegd is voor u, 5 die in de kracht Gods bewaard wordt door het geloof tot de zaligheid, welke gereed ligt om geopenbaard te worden in de laatste tijd."Deze verzen (= één zin) moet je eigenlijk een keer of 10 lezen, net zo lang tot het goed doordringt.
Geloof je? Dan ben je ook wedergeboren. Dan ben je ook een kind van God. Dan ben je ook behouden, Dan is er ook een onvergankelijke erfenis weggelegd voor u, die in de kracht van God bewaard wordt.
En de gehele gemeente zegge: "Wauw!"
Wilsophie sprak nog over twee naturen. Dat is helder en dat zie je om je heen. Ook Paulus had hier last van. Hij wil het goede wel doen, maar KAN het niet zegt hij in Romeinen 7 aan het slot. Ook in Romeinen 8 komt dat aspect terug in combinatie met het kindschap van God.
Romeinen 8:12-17
"12 Derhalve, broeders, zijn wij schuldenaars, maar niet van het vlees, om naar het vlees te leven. 13 Want indien gij naar het vlees leeft, zult gij sterven; maar indien gij door de Geest de werkingen des lichaams doodt, zult gij leven. 14 Want allen, die door de Geest Gods geleid worden, zijn zonen Gods. 15 Want gij hebt niet ontvangen een geest van slavernij om opnieuw te vrezen, maar gij hebt ontvangen de Geest van het zoonschap, door welke wij roepen: Abba, Vader. 16 Die Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn. 17 Zijn wij nu kinderen, dan zijn wij ook erfgenamen: erfgenamen van God, en medeërfgenamen van Christus; immers, indien wij delen in zijn lijden, is dat om ook te delen in zijn verheerlijking."Op grond van het geloof doet God ons dus wedergeboren worden. Wie wedergeboren is, is daarmee een kind van God. Hij/zij wordt niet veroordeeld, maar heeft het eeuwige leven. In Christus is hij/zij als kind van God mede-erfgenaam van Christus. Niet omdat wij daar menen recht op te hebben, iets ervaren, voelen of bespeuren of wat dan ook, maar op grond van het feit dat de beloften van Gods Woord waar en vast en zeker zijn.
Dan komt ook dat sidderen weer om de hoek kijken:
Gods woord houdt stand in eeuwigheid
en zal geen duimbreed wijken.
Beef, satan! Hij, die ons geleidt,
zal u de vaan doen strijken!