mohamed schreef:Voor de tweede keer waar staat dat hij TWEE komsten nodig had?
Ook voor de tweede keer dan (ik zal nog eens een link voor je plaatsen):
Jesaja 11:11
En het zal te dien dage geschieden, dat de Here
wederom zijn hand opheffen zal om los te kopen de rest van zijn volk, die overblijft in Assur, Egypte, Patros, Ethiopië, Elam, Sinear, Hamat en in de kustlanden der zee. 12En Hij zal een banier opheffen voor de volken, en de verdrevenen van Israël verzamelen en de verstrooide dochters van Juda vergaderen van de vier einden der aarde
En ziet, er ging mij een licht op toen ik Jesaja 11 nog eens las, want toen ontdekte ik, dat in dat hoofdstuk gesproken wordt van het begin of de geboorte van Messias en de heerlijkheid zijner rust.
In vers 1 las ik, dat Hij als een rijsje zou voortkomen of geboren worden uit den afgehouwen tronk van Isaï (dit begreep ik, beteekende uit het huis van David, dat hij bij zijn geboorte als een afgehouwen tronk eens booms zou zijn) en in vers 10, dat de heidenen eerst tot hem moesten vergaderd worden (zooals Jakob ook profeteerde, Gen. 49:10), en dan zou zijn rust heerlijk zijn; of met andere woorden, dan zou hij ten andere male verschijnen aan ons volk, of wederkomen in zijn Rust, om als Koning te regeeren. (Jeremia 23:5-6.) Dan gaat Jesaja voort in het 11e vers te voorspellen, dat in dien tijd Israël ten tweede male zal hersteld worden in het land der Vaderen. "Want het zal geschieden te dien dage (als de wolf met het lam zal wonen), dat Israël weer naar Jeruzalem zal gaan, en dan zal de Messias weder verschijnen, en even als zijn volk ten tweede male hersteld, zoo zal hij (Messias) ten tweede male komen. Hier zag ik eene heerlijke overeenkomst tusschen het werk der Schepping (Gen. 1) en het werk van den Messias; op beiden volgde er eene rust (Vergelijk Gen. 2:2 met Jesaja 11:10b.)
Ik meende hier meerder licht te hebben verkregen; echter was ik nog niet geheel zeker, dat deze mijne beschouwing de juiste was, totdat ik in Zacharia 12:10 las, dat ons volk, in Jeruzalem teruggekeerd, zullen aanschouwen hunnen Messias, en wel in deze woorden vermeld: "Zij zullen Mij aanschouwen, dien zij doorstoken hebben."
Nu kwam de vraag bij mij op: Wie werd door mijn volk doorstoken? De profetie zegt: Mij, namelijk de Heere, die daar door den mond van Zacharia spreekt.
Zij zullen Mij aanschouwen, dien zij doorstoken hebben, dat zal dan zijn wanneer Messias in zijn rust komt; en ik begon nu 't verlangen te koesteren, om te weten of het Christenboek ook
spreekt van een wederkomst van der Christenen Messias. Dat verlangen werd ten volle bevredigd, toen ik de woorden, vervat in Matth. 24:27 las, waar Jezus zegt: "Want gelijk de bliksem uitgaat van het Oosten en schijnt tot het Westen, alzoo zal ook de toekomst (of wederkomst) van den Zoon des menschen zijn;" en alweder in Matth. 23:39, sprekende tot de Joden: "Want ik zeg u, gij zult mij van nu aan niet zien, totdat gij zeggen zult: Gezegend is Hij, die komt in den naam des Heeren." De gedachte kwam toen bij mij op, ziende dat onze vaders Jezus hebben doorstoken (aan het kruis), of Hij ook onze Messias zou zijn, die naar Zach. 12:10, door Israël zou worden aanschouwd. Eerst toen ik las in het boek der Christenen, genaamd de Handelingen der Apostelen, Hoofdst. 1:11: "Deze zelfde Jezus, die van u opgenomen is in den hemel, zal alzoo komen, ge1ijkerwijs gij Hem naar den hemel hebt zien heenvaren," zal wederkomen, toen werd mij alles duidelijk, dat aangezien Jezus door onze vaderen werd doorstoken, en Hij wederkomen zal, en de profeet Zacharia spreekt van een doorstokene, dien hij den Heere noemt, die tot ons volk komen zal, dat er dus sprake moest zijn van een tweede komst van den Messias, en dat, daar Hij als doorstokene wederkomt, Hij (Jezus) dien Messias moet zijn.
Zij zullen Mij aanschouwen, dien zij doorstoken hebben. Hoe is het dan te verklaren, vroeg ik mijzelven af, indien Jezus van Nazareth waarlijk doorstoken is geworden door onze vaderen en op den juisten tijd verscheen waarop naar onze profeten de Messias van Israël komen moest, dat Hij niet werd aangenomen door onze geleerde Rabbijnen? en hier zag ik verder uit Gods Woord dat ook dit door Jesaja werd voorspeld, dat Hij (Messias,) voor ons een steen des aanstoots zou zijn, en een Rotssteen der struikeling (Jes. 8:14) en dat van ons volk werd voorspeld: "Ziende zullen zij niet zien."
Na deze ontdekking verdween mijn twijfel, en begreep ik toen dat wanneer Messias wederkomt, alsdan de wolf met het lam verkeeren zal, en die wederkomst de Rust van den Messias zou zijn. Er moet dus de *H.T.* heilige Geest over ons worden uitgestort, alvorens wij oogen zullen hebben om te zien. Die geest werd beloofd te zullen uitgestort worden over het huis van David (Zach. 12:10), "doch over het huis Davids en over de inwoners van Jeruzalem zal Ik uitstorten den geest der genade en der gebeden, en zij zullen Mij aanschouwen die zij doorstoken hebben."
En wonderlijk voorwaar, na dien Geest te hebben ontvangen, zal Israël Hem dien zij doorstoken hebben, aanschouwen, en rouwklage doen over Hem als over een eeniggeboren zoon! Door dien Geest opgewekt, zal Israël, dat reeds 18 eeuwen zonder Koning, Vorst (Daniël noemt den Messias ook de Vorst) of offer is, zich bekeeren tot God en zoeken David hunnen Koning; (David begreep ik hier als meenende Messias) (zie Hosea 3:4.) 1)