Citaat van Watchman Nee:
Indirecte vergeving
Vaak zegt God zelf: ‘Ik vergeef je!’ Maar soms maakt Hij Zijn vergeving aan iemand bekend door de Gemeente: ‘God heeft u uw zonden vergeven!’ Deze vorm van vergeving noemen we indirecte vergeving. ‘En na dit gezegd te hebben, blies Hij op hen en zeide tot hen: ‘Ontvangt de heilige Geest. Wie gij hun zonden kwijtscheldt, die zijn ze kwijtgescholden; wie gij ze toerekent, die zijn ze toegerekend’ (Joh. 20:22-23). Hier geeft de Here Jezus Zijn Heilige Geest aan de Gemeente opdat zij Hem kan vertegenwoordigen op aarde en Zijn instrument kan zijn om de mensen hun zonden te vergeven. Hoewel we dit indirecte vergeving noemen moeten we uiterste voorzichtigheid betrachten opdat wij niet dezelfde fout maken als de Rooms-Katholieke kerk. Wat zei de Here Jezus nu eigenlijk? De vergeving hier is gebaseerd op het blazen van de Here Jezus op de Gemeente waarna Hij zei: ‘Ontvangt de heilige Geest.’ Het resultaat van het ontvangen van de Heilige Geest is dat de Gemeente weet wiens zonden toegerekend worden en wiens zonden vergeven zijn. De Gemeente mag dus verklaren wiens zonden worden toegerekend en wiens zonden vergeven zijn. Bedenk echter dit: de Gemeente heeft dit gezag alleen omdat zij zelf onder het gezag van de Heilige Geest staat. ‘Wie gij hun zonden kwijtscheldt, die zijn ze kwijtgescholden; wie gij ze toerekent, die zijn ze toegerekend’ – deze woorden staan achter ‘Ontvangt de heilige Geest.’ Indirecte vergeving wil zeggen dat God de zonden van de mensen vergeeft door middel van de Gemeente. Soms zien we een zondaar die zich schuldig voelt na het horen van het evangelie. Wij brengen hem dan tot God en hij erkent dat hij een zondaar is. Hij vraagt God om vergeving van zijn zonden. Hij huilt, barst uit in tranen, heeft berouw en neemt de Here Jezus met een oprecht hart aan. Maar omdat hij een heiden is weet hij niets van de waarheid van het evangelie. Als er op dat moment iemand is die de Gemeente kan vertegenwoordigen en hem kan zeggen: ‘God heeft u uw zonden vergeven!’, dan zou dat geweldig zijn, want dat zou de nieuw-gelovige vele zorgen en twijfels besparen. Telkens wanneer u iemand ziet die echt tot geloof is gekomen kunt u hem zeggen: ‘Vandaag hebt u de Here aangenomen; u mag God nu gaan danken want Hij heeft u uw zonden al vergeven.’ Als de Gemeente geen zonden mag vergeven of toerekenen hoe kan ze dan bepalen wie er gedoopt mag worden en wie niet? Waarom doopt u sommige mensen maar weigert u anderen te dopen? Waarom staat u sommigen toe deel te nemen aan het avondmaal en anderen niet? Dit zijn voorbeelden van situaties waarin de Gemeente het gezag uitoefent dat de Here haar gegeven heeft om te verklaren wie gered is en wie niet, wiens zonden vergeven zijn en wiens zonden worden toegerekend. Zulke woorden mogen niet zomaar worden gebruikt; men mag ze alleen gebruiken wanneer zij ondersteund worden door het gezag van de Heilige Geest. De Gemeente heeft de Heilige Geest ontvangen en staat daarom onder Zijn gezag; zij kan dan ook worden gezien als een verlengstuk van de arm van God. De Here gebruikt de Gemeente om te verkondigen wiens zonden vergeven zijn en wiens zonden worden toegerekend. Dit is de tweede vorm van vergeving in de Bijbel: in plaats van de zonden direct te vergeven gebruikt God de Gemeente om de mensen hun zonden te vergeven. Bij eeuwige vergeving vergeeft God de zonden direct, maar bij indirecte vergeving maakt Hij zijn vergeving bekend door middel van de mens.