Berichtdoor gravo » 02 mar 2012 23:39
't honkie,
Je zegt dat er structureel een hele dimensie van het hele veld van (wetenschappelijk) onderzoek wordt weggelaten, omdat er niet wordt gerekend met apriori vooronderstellingen die wetenschappers nu een maal hebben. Je bedoelt waarschijnlijk te zeggen dat sommige wetenschappers niet kunnen of willen geloven (in God) en dat die persoonlijke omstandigheid (die vaak door velen wordt gedeeld en op die manier een wetenschappelijk paradigma lijkt) het onderzoek beinvloedt.
Ik denk daar anders over. Het probleem in de discussie geloof / wetenschap ontstaat op het moment dat de gelovige de wetenschappelijke methode van kijken, onderzoeken en beoordelen denkt te moeten overnemen om die te gebruiken voor de waarheid van zijn geloofsvoorstelling.
De spanning tussen wetenschap en geloof ontstond pas op het moment dat het perspectief van de wetenschap als een zelfstandig perspectief kon worden gezien. Daarvoor was er nooit een probleem. Mijn stelling is dan ook dat een gelovige niet met een wetenschappelijk perspectief moet willen kijken naar wat hij gelooft. Uit alles blijkt immers dat wat een gelovige gelooft met geen twintig paarden van wetenschappelijke snit van een gelovig mens is af te trekken.
Welnu, wanneer een gelovige de wetenschap buiten de deur weet te houden worden er twee dingen opgelost:
Ten eerste hoeven wetenschappelijke bewijzen niet te leiden tot een conclusie over de waarheid of onwaarheid van een geloofsovertuiging. Je hebt de wetenschap niet nodig om bijvoorbeeld een Bijbelverhaal als waar aan te merken. Je gelooft dat ze waar zijn, je wilt het niet door een of ander onafhankelijk en gerenommeerd wetenschappelijk instituut zwart op wit bevestigd krijgen. Je kunt zonder de wetenschap.
Ten tweede hoef je je eigen geloofsvoorstellingen niet meer krampachtig te veranderen om ze geschikt te maken voor een wetenschappelijke toets. Je kent het wel, al die geforceerde pogingen om aan te tonen dat de ark echt op de berg Ararat ligt of dat het volk Israël echt in die en die tijd onder farao die en die heeft geleefd. In feite bevestigen dit soort wanhopige pogingen om de Bijbel en je eigen geloofsvoorstellingen kloppend te krijgen alleen maar je bewondering en eerbied voor de wetenschappelijke methode. Je gaat zitten puzzelen, net zo lang tot een evolutie-bioloog je gelijk kan geven: inderdaad nu zie ik in dat aarde en hemel in zes dagen geschapen zijn. Kortom, je bent een wetenschapper geworden die allerlei geloofsstandpunten als theorie inbrengt in het wetenschappelijke debat.
Een voorbeeld van die zuigkracht om toch vooral wetenschappelijk erkend te willen worden is de opkomst van fundamentalistisch denkbeelden. In die hoek ontstaan niet alleen pseudo-wetenschappelijke geluiden die het met veel rumoer en complot-denken opnemen tegen alle ongelovige wetenschappers van deze wereld, maar in die hoek ontstaat ook nog wat anders, namelijk de letterlijke lezing van de Bijbel. In feite is dit een lezing die geheel en al gestoeld is op de eerbied voor het wetenschappelijke. Men zegt eigenlijk: de Bijbel is de absolute waarheid en die waarheid is strikt letterlijk in de Bijbel verwoord. Oei! Dan zet je je deuren wagenwijd open voor alle wetenschappers die vragen: mogen we even binnenkomen, mogen we dat even controleren? Die zgn. letterlijke lezing is dan ook iets wat pas na de Verlichting is ontstaan, na het ontstaan van het wetenschappelijke perspectief. Paulus kende die letterlijkheid niet: de (historische?) steenrots is Christus...voor de Verlichting was het allemaal allegorie en vergeestelijking, het kenmerk van geloofsvoorstellingen.
Je raadt het al: het geloof vindt dat de Bijbel waar is (vind ik ook), maar de trots zegt: de Bijbel is van kaft tot kaft letterlijk waar. En dan heb je het gedonder: maagdelijke geboorte, wonderen (opstanding uit de dood), hemel, hel, eeuwig leven, een mens die ook God is enz. enz. Je raakt in een oververhit wetenschappelijk debat terecht, denkt dat debat te kunnen winnen op grond van je rotsvaste geloof en een trotse onbuigzame houding, maar het enige argument dat je hebt is iets in de trand van: en toch is het zo, en toch heeft de Bijbel gelijk, en toch geloof ik dit. Het is in feite geen debat, als je er goed over nadenkt. Want wanneer een serieuze wetenschapper aan zo'n fundamentalist vraagt: wat moet er nu gebeuren of bewezen worden, wil je je standpunt opgeven of inruilen tegen een ander standpunt, dan is het antwoord van de fundamentalist: ik zal mijn standpunt nooit opgeven, wat er ook gebeurt. Dat is nu net het kenmerk van een non-wetenschappelijk debat.
Mijn grootste zorg is daarom, dat we niet meer weten wat een gelovig perspectief nu eigenlijk is. Wat is geloven? Het heeft eerlijk gezegd niets te maken met gelijk krijgen, bewijzen dat het waar is enz. Geloven is toevertrouwen. Geloven is: gehoor geven en niet weten waar de weg heen zal leiden. Geloven is geestelijke dingen zien. De letter doodt, maar de Geest maakt levend. Zalig die niet gezien en nochtans geloofd hebben. Het geloof is bewijs van de dingen die we niet zien.
Niet om het in het ongerijmde te trekken, maar de vergelijking met mythen en sprookjes moet hier gemaakt worden. Geen wetenschapper zal op zoek gaan naar historische sporen van Reinaard de Vos. Toch gelden dit soort oude verhalen als zeer waardevolle en betekenisvolle verhalen, die voor vele lezers van toen en nu waar zijn. Maar er ontstaat op geen enkele manier een conflict met de wetenschap, omdat iedereen begrijpt dat de waarde niet ligt in de wetenschappelijke letterlijkheid van de verhalen of van de figuren uit de verhalen. De waarde ligt in de betekenis. Ze zijn waar op een ander niveau. En dan is een sprookje natuurlijk veel minder diepgaand dan een religieus verhaal.
Bij religies ligt dat ook nog wat ingewikkelder, omdat er wel degelijk heel veel historische gebeurtenissen een rol hebben gespeeld en de basis zijn geweest van religieuze teksten. Maar in de kern is het niet anders. Al zou er nooit iets meer van Abraham gevonden worden, geen enkel historisch artefact, geen spoor, niks (volgens mij is er nu al niets museum-waardigs voorhanden) dan nog blijft het verhaal van Abraham voluit staan. Nog steeds kunnen vele gelovigen zich met deze vader aller gelovigen identificeren. Nog steeds blijft het verhaal van het offer (van Izaak) een groots en ontroerend verhaal dat zijn betekenis weer opnieuw krijgt honderden jaren later als Jezus er in zijn leven en dood naar verwijst. Dan komt pas weer naar voren hoe waar het is dat in de gebeurtenissen rond Abraham al zoveel betekenisvolle dingen plaatsvinden. Dat is ook de kracht van de profetie in de Bijbel: ze zijn steeds weer opnieuw waar, steeds anders, maar toch ook steeds nieuw (niet te vergelijken met wetenschappelijke waarheid). Toch, het enige dat we feitelijk hebben is een boek met verhalen. Welnu, je kunt dan wetenschappelijk gaan praten over de afkomst van dat boek of over de mate van historische betrouwbaarheid van de verhalen uit dat boek (de enige twee echte wetenschappelijke methoden die ik nu kan bedenken), maar dat hoeft helemaal geen invloed te hebben op de gelovige die zegt dat de Bijbel voor hem waar is. Die gelovige moet echter oppassen dat hij niet zegt, dat de Bijbel voor hem letterlijk (hij bedoelt denk ik: wetenschappelijke) waarheid is. Dan komen de wetenschappers er bij en vragen ze je: in hoeverre is het verhaal van Abraham dan historisch beter te herleiden dan het verhaal van Reinaard de Vos. Menig fundamentalist schiet dan in de verdediging of begint te stotteren. Zonde.
gravo
'Von Gott wissen wir nichts. Aber dies Nichtwissen ist Nichtwissen von Gott'
(Franz Rosenzweig, Der Stern der Erlösung)