mohamed schreef:[Dat Jezus de vader is wil er bij jou maar moeilijk in en dat maakt mij ook niet uit, maar doe dan niet alsof je Bijbelvast bent. Een doorgewinterde refo waar ik deze discussie eens mee had vond Jesaja 9,5 tenminste nog sterk, maar daar wals jij rustig overheen.
Pasker schreef:Jesaja 9:
5 Want een Kind is ons geboren, een Zoon is ons gegeven, en de heerschappij is op Zijn schouder; en men noemt Zijn naam Wonderlijk, Raad, Sterke God, Vader der eeuwigheid, Vredevorst;
6 Aan de grootheid van deze heerschappij en van de vrede zal geen einde zijn op de troon van David en in zijn koninkrijk, om dat te bevestigen, en dat te sterken met gericht en met gerechtigheid, van nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver van de HEERE der heerscharen zal zulks doen.
Het gaat hier toch over de troon van David en toch niet over een troon in de hemel want daar stond de troon van David ook niet.
Beste Pasker, het gaat hier over een koninkrijk zonder einde en als jij denkt dat daarmee een aards koninkrijk bedoeld wordt moet je vooral in de rij gaan staan bij de joden die hosanna riepen, want die dachten dat ook. Echter riepen ze niet veel later 'kruisig hem' toen dat aardse koninkrijk uitbleef. Jezus werd de zoon van David genoemd zoals je weet en hij zei:
'Jezus antwoordde: Mijn Koninkrijk is niet van deze wereld. Indien Mijn Koninkrijk van deze wereld ware, zo zouden Mijn dienaars gestreden hebben, opdat Ik de Joden niet ware overgeleverd; maar nu is Mijn Koninkrijk niet van hier.' (Joh 18,36)
Het is dus wel duidelijk dat Jesaja niet over aartsvader David profeteerde, want zijn koninkrijk is lang vergaan en was dus niet zonder einde. De profetie heeft betrekking op de zoon van David, wiens koningschap geen einde kent en niet van deze wereld is.
p.s. Waarom zou Jezus zijn discipelen leren om het Onze Vader te bidden en dan nog wel in Zijn naam?
Omdat zijn naam de vader is, waarom anders zei hij dat zij KINDEREN (Joh 12,36) van het licht waren? En weer 'ik zal u geen
wezen laten' (Joh 14,18) en wanneer is iemand een wees Pasker?
Denk ook aan Filippus die ook niet geloofde dat Jezus de vader was en berispt werd.
Johannes 146 Jezus zeide tot hem: Ik ben de Weg, en de Waarheid, en het Leven. Niemand komt tot de Vader, dan door Mij.
7 Indien gij Mij gekend hadt, zo zoudt gij ook Mijn Vader gekend hebben; en van nu aan kent gij Hem, en hebt Hem gezien.
8 Filippus zeide tot Hem: Heere, toon ons de Vader, en het is ons genoeg.
9 Jezus zeide tot hem: Ben Ik zo lange tijd met ulieden, en hebt gij Mij niet gekend, Filippus? Die Mij gezien heeft, die heeft de Vader gezien; en hoe zegt gij: Toon ons de Vader?
En denk ook eens na over deze tekst:
'Niet dat iemand de Vader gezien heeft, dan Die van God is; Deze heeft de Vader gezien.' (Joh 6,46)