em_ma schreef:Stel dat je gebeurtenissen uit de Bijbel meer en meer gaat redeneren: zoals het maagd zijn van Maria, de opstanding.
Hoe meer je daar over na gaat denken, hoe minder je er van snapt en er het gevaar is dat je dit rationeel gaat benaderen en het dus niet meer gaat geloven.
Ah, je kunt dus alleen iets geloven wat je ook snapt? Dat lijkt me een onhoudbare stelling. Sowieso is God natuurlijk veel te groot om te snappen. God overstijgt het conceptuele waartoe wij in ons denken en in onze taal beperkt zijn.
Maar goed, ik zou dus bewere dat je niet minder gaat geloven als je kritisch nadenkt, alleen ánders (en beter, daar ben ik wel van overtuigd). Geloof moet zo nu en dan verwarren, dat is juist goed.
Wat brengt al dat gewroet over het maagd-zijn van Maria ons? Brengt het ons een cm. dichter bij Jezus, want dat is de bedoeling als wij Gods Woord bestuderen? Het verwondert ons en dat verdiept ons geloof, tenzij we door blijven graven naar het hoe en waarom en misschien...
Hoezo? Je kunt altijd blijven vragen, en altijd nieuwe dingen ontdekken om je over te verwonderen. Geloof dat zegt: Je mag hier en hier wel komen, maar daar en daar niet; dat vind ik heel gevaarlijk.
Wat ik bedoel met kinderlijk geloof en de verwondering is iets anders. Er zijn experimenten gedaan met boeddhistische monniken. Hersenscans maken terwijl ze mediteerden. Nu is het bij iedereen zo dat een constant herhalend geluid op een gegeven moment door je hersenen gefilterd wordt. Je oren horen die tikkende klok nog wel maar je hersenen registreren het niet meer. Dat kan je heel mooi meten met bepaalde scans. Je ziet het hersensignaal steeds zwakker worden tot het weg is. Nu is het bij zeer ervaren mediteerders zo dat het hersensignaal totaal niet afzwakt. Het is dus letterlijk bij elke tik zo alsof ze die voor het eerst horen (en zich er dus net zo over kunnen verbazen als de eerste keer).
Dát is voor mij kinderlijk geloof. Het kunnen ervaren van dingen alsof je ze voor het eerst ervaart.