Cicero schreef:Kort antwoord:
1. Er staat nergens dat God het onrechtvaardige oordeel van Pilatus toch aanvaardt als oordeel. Het woord uit Luc. 22 betekent niet meer dan dat Jezus als een wetteloze behandeld zal worden. God laat dit hoogstens toe als vuurproef voor Jezus.
Dit is me te oppervlakkig en wel om de volgende redenen die ik maar als vragen zal formuleren:
- waarom moest het sterven van Jezus voor onze zonden via een gerechtelijk proces verlopen?
- waarom was er bij dat proces sprake van een geestelijke joodse rechtbank (het Sanhedrin) en een aardse heidense rechter (Pilatus)?
- waarom was er bij het sterven van Jezus voor onze zonden sprake van een daadwerkelijke straf die werd opgelegd via dit gerechtelijk proces?
- waarom bestond die straf uit de kruisdood en geen andere vorm van executie?
- waarom was dit blijkbaar de wil van de Vader dat Jezus juist deze weg volgde?
- en waarom wist Jezus volgens de Evangelien precies wat er zou gebeuren?
- waarom liep Hij er niet voor weg, maar ging Hij juist dit lijden en sterven tegemoet?
enz.
Als ik deze vragen probeer in te vullen, denk ik dat je me beschuldigt van het invullen van een heleboel dingen. Welnu, als ik dat doe, dan doe ik dat met een reden, nl. omdat deze dingen niet toevallig op deze manier gebeurd zijn. Ik geloof dus niet in de minimalistische opvatting dat dit details zijn zonder allesomvattende betekenis, laat staan dat het toevalligheden zouden zijn. Ik geloof dat deze zaken allemaal verband met elkaar houden en dat elk detail dat in de Bijbel hierover opgetekend staat er niet toevallig staat, maar deel is van dat grote geheel.
Ik besef goed dat je dat grote geheel niet op die manier beziet. Vandaar ook je woorden "er staat nergens", "dit betekent niet meer dan" en "God laat dit hoogstens toe" enzovoorts. Dat geeft aan dat je wel de elementen in deze geschiedenis herkent, maar van een samenhangend verband tussen deze elementen (nog) niet overtuigd bent. Of in elk geval niet op dezelfde manier als ik.
Cicero schreef:2. Hier vul je zelf een heleboel dingen in. Jes 53:6b en 10 worden in het NT niet aangehaald.
Ik ben niet de overtuiging toegedaan dat de evangelisten en apostelen enkel die woorden uit het OT aanhalen die hen uitkomen en dat ze van mening zijn dat wat ze weglaten, dus niet op Jezus van toepassing zouden zijn. Jij vindt van wel en vindt dat de meest zuivere uitleg. Maar mij komt dat uiterst gekunsteld over. Bij je uitleg van de geschiedenis van de kamerling uit Morenland, ga je ervan uit dat alleen de rechtstreeks geciteerde woorden uit Jes. 53:7 van belang zijn. Maar de evangelist Lukas vermeldt er meerdere keren bij dat de kamerling de profeet Jesaja las. Dat zegt me dat de kamerling op de lange en eenzame weg tussen Jeruzalem en Gaza niet over slechts 1 vers zat te dubben, maar dat het hele gedeelte dat hij las (of misschien wel de hele boekrol) voor hem een raadsel was. Het gaat dus om het hele bijbelgedeelte en niet slechts het vers dat door Lukas wordt geciteerd. Dat ene vers dient om het bijbelgedeelte aan te duiden waar de kamerling aan het lezen was en het ligt voor de hand om te veronderstellen dat de kamerling met het hele bijbelgedeelte in zijn maag zat, want het gaat over 1 en dezelfde persoon in Jes. 53.
Cicero schreef:3. Het verschil is of je het lijden ziet als het primaire doel, of als onvermijdelijk gevolg van de werkelijke missie van Jezus. Er staat nergens: God zond zijn zoon om te lijden om zo de schuld te betalen, of iets dergelijks. Het beeld is veeleer zoals een koning die zijn beste veldheer stuurt om de vijand (zonde en dood) volledig te verslaan. Hierbij is het lijden in de strijd niet het primaire doel, maar het onvermijdelijke gevolg van de eigenlijke missie.
Het lijden is inderdaad niet het primaire doel, maar wel het primaire en noodzakelijke middel om dat doel te bereiken. Daarom leerde Jezus aan zijn leerlingen dat hij veel moest lijden en verworpen moest worden door de joodse leiders en gedood moest worden en na 3 dagen zou opstaan. Dat moeten is meer dan een onvermijdelijk gevolg, maar een noodzakelijk moeten om dood en zonde te verslaan.
Cicero schreef:Paulus is in Rom veel genuanceerder. In Gal ontploft hij bijna van woede, en je kunt deze brief dan ook niet als een evenwichtig traktaat lezen, zoals bijv in de reformatorische leer meestal is gedaan. Paulus ontkent zelfs met zoveel woorden dat de wet van God komt. De vloek komt dus niet uiteindelijk van God, want dat zou Paulus' betoog helemaal onderuit halen. De belofte aan Abraham komt van God, maar de wet komt daar later pas bij en wordt gegeven door engelen, en via een bemiddelaar. Als God de wet had gegeven had hij die niet nodig gehad.
Dit lijkt me aanvechtbaar, ook in de Galatenbrief. Want Paulus stelt de wet voor als een pedagogos: een leraar/tuchtmeester. Een pedagoog dus die door God als Vader (wie anders?) is aangesteld om Zijn kinderen te onderwijzen totdat ze volwassen geworden waren (Gal. 3:24-25).
Sowieso gaat het Paulus er in de Galatenbrief om, om aan te tonen dat wie gerechtvaardigd wil worden door de wet met voorbijgaan aan de gerechtigheid van Christus, zijn eigen heil op het spel zet. Daarom gebruikt hij deze krachtige bewoordingen. Hij zegt niet dat de wet niet van God komt, maar hij zegt wel dat
gerechtvaardigd willen worden door de wet niet van God komt.
De Israelieten hadden inderdaad de wet ontvangen via Mozes (hij is de middelaar die in Gal. 3:19 wordt genoemd) en het was ook de Engel van de Heere die tot hem sprak (zie ook Hand. 7:38, 53). Sommigen identificeren die Engel met de Zoon van God, dus of je nu middelaar of Middelaar als uitleg kiest, het zou allebei wel eens kunnen kloppen. Maar dat de wet dus van God komt, was voor Paulus als vrome jood onomstreden.
Cicero schreef:Het is natuurlijk ook gevaarlijk om de evangeliën in te lezen in Paulus' betoog. Dus de uitroep uit Ps. 22 moet allereerst op zichzelf uitgelegd worden in de context van Marcus. Ik volg uitleggers die dit uitleggen als passend bij de tekening van Marcus die Jezus als lijdende rechtvaardige wil neerzetten. Ps. 22 past hier goed bij: Jezus ervaart de afwezigheid van Gods (reddende) nabijheid, maar blijft tegelijk trouw aan God (mijn God). Dit is de ultieme vuurproef: "Hij werd gehoorzaam tot in de dood – de dood aan het kruis."
Met deze uitleg heb ik ook geen probleem. Het wordt pas gevaarlijk als we een of-of houding aan gaan nemen, alsof bij het kruis er maar 1 lijn aanwezig is. Integendeel, ik zie dat alle lijnen in de Bijbel daar samenkomen.
Laat de woorden van mijn mond en de overdenking van mijn hart welgevallig zijn voor Uw aangezicht, HEERE, mijn rots en mijn Verlosser! (Ps. 19:15)