Berichtdoor marin » 30 jul 2013 20:32
Christus heeft gezegd: “Hij zal in u zijn.” Johannes 14: 17. Ook heeft Hij gezegd: “Het is beter voor u, dat Ik heenga. Want indien Ik niet heenga, kan de Trooster niet tot u komen, maar indien Ik heenga, zal Ik Hem tot u zenden.” Johannes 16: 7.
Voortaan zou Christus door Zijn Geest voortdurend wonen in de harten van Zijn kinderen. Hun band met Hem was nog hechter dan in de tijd, dat Hij persoonlijk bij hen was.
Het licht en de liefde en de kracht van de Christus, Die in hen woonde, scheen door hen, zodat de mensen, die hen zagen, zich verwonderden en “zij herkenden hen, dat zij met Jezus geweest waren.” Handelingen 4: 13.
Christus wil nu evenveel betekenen voor Zijn kinderen, als Hij toen betekende voor de eerste discipelen.
In dat laatste gebed zei Hij, met de kleine kring van discipelen om Zich heen: “En Ik bid niet alleen voor dezen, maar ook voor hen, die door hun woord in Mij geloven.” Johannes 17: 20.
Jezus bad voor ons en Hij vroeg ons één te zijn met Hem, zoals Hij één was met de Vader. Wat een eenheid is dat! De Zaligmaker heeft van Zichzelf gezegd: “De Zoon kan niets doen van Zichzelf”, Johannes 5: 19, “de Vader, die in Mij blijft, doet zijn werken.” Johannes 14: 10.
Als Christus in ons hart woont, zal Hij “zowel het willen als het werken” Filipenzen 2: 13, in ons bewerken. We zullen doen wat Hij deed. Wij zullen dezelfde geest openbaren. En als wij Hem op deze manier liefhebben en in Hem blijven, “dan groeien wij ... in elk opzicht naar Hem toe, die het hoofd is, Christus.” Efeziërs 4: 15.
Jes 8: 20: Tot de wet en tot de getuigenis! Voor wie niet spreekt naar dit woord, is er geen dageraad. King James: Dit komt, omdat er in hen geen licht is.