Speelt de leeftijd of hoogmoed misschien partner in plaats van de liefde?
Hierkan ik niet beter op antw. dan met de laatste reactie van ds.v.d.Sluijs:
Opgemerkt Amicitia Dei
Dr . G. A. van den Brink spreekt er in Weerwoord (17 dec. J.l.) zijn zorg over uit dat ik het spreken over de ‘vriendschap van God’ (amicitia Dei) niet reformatorisch zou vinden. Ik kan hem gerust stellen, want dit doe ik wel, mits dit de juiste plaats krijgt in theologie en prediking. Daarover ging het geschil met Voetius, die de ‘favor Dei’ (de gunst van God vanuit Zijn eeuwig welbehagen) centraal stelde.Voetius had deel uitgemaakt van de Nationale Synode van Dordrecht (1618 / 1619) en zijn tijdgenoot Coccejus stond daar met de grootst mogelijke reserve tegenover, terwijl hij de ‘amicitia Dei’ (de vriendschap van God) voorop stelde. Dit leidde in de 17de eeuw tot de Voetiaanse en Coccejaanse twisten. Met uitlopers tot op de dag van vandaag. De bekende regel uit de berijming van Psalm 103 “Hij is het die ons Zijne vriendschap biedt” staat zó niet in de onberijmde tekst. Veelzeggend voor die tijd en deze psalmberijming, en voor onze tijd. Ging het om accentverschillen? Dat is de vraag. En die vraag is voor mij een antwoord. En dat is ook de vraag als het gaat over mijn verschil met Dr. G. A. vanden Brink. Zeker is de ‘vriendschap van God’ een Bijbels gegeven (vgl. Abraham, Mozes, het Hooglied en de discipelen). Maar dan gaat het om ‘theinnercircle’ (de binnenste kring van intimi). Echter, die vriendschap komt voort uit de ‘favor Dei’ (de vrije gunst die eeuwig God bewoog). Let op de volgorde in de orde van het heil! Waar dit niet op een bevindelijke wijze wordt verstaan, geleerd, gepreekt of beleefd, gaat het fout! En dat is mijn probleem met de huidige gereformeerde beweging in en buiten de Protestantse Kerk in Nederland.
Dr. C. A. van der Sluijs, Veenendaal
Het mag in zijn totaliteit allebei waar zijn, als de accenten verkeerd gelegd worden krijgt de zaak een heel ander aanzien Zie vooral 1 Kor.2:13-16. Gr: ereunao