Lock&Stock schreef:
Dat zaad van vrouw vind ik wel heel erg vaag, en die profetie in Daniel, kan je een linkje sturen naar die tekst? Ben nu toch wel benieud..
Ik zal al die teksten even copy pasten, het is een Word-bestand. Het is wel oud Hollandsch.
Genesis 49:10
Tegen Juda werd gezegd: Gij zijt het, u zullen uwe broeders loven... de scepter zal van Juda niet wijken, noch de wetgever van tusschen zijne voeten, totdat Silo komt, en hem zullen de volkeren gehoorzaam zijn, of tot hem zullen de volkeren vergaderd worden.
Silo beteekent rustaanbrenger, en is afgeleid van rust, vrede, voorspoed. Hij zou dus uit de stam Juda komen.
Jesaja 7:14: "Ziet een maagd zal zwanger worden, en zij zal een zoon baren, en zijn naam Immanuel heeten"; en in hoofdstuk 9:5 en 6: "Een kind is ons geboren, een zoon is
ons gegeven en de heerschappij is op zijnen schouder, en men noemt zijn naam Wonderlijk, Raad, sterke God, Vader der Eeuwigheid, Vredevorst. Der grootheid dezer heerschappij en des vredes zal geen einde zijn op den troon van David, om dat te bevestigen en dat te sterken met gericht en met gerechtigheid van nu aan tot in eeuwigheid toe. De ijver des Heeren der heirscharen zal zulks doen."
Jesaja 53:6
de Heere heeft ons aller ongerechtigheid op Hem doen aanloopen;" "Maar Hij is om onze overtredingen verwond, om onze ongerechtigheid is Hij verbrijzeld, de straf die ons den vrede aanbrengt was op Hem, en door zijne striemen is ons genezing geworden."
Jesaja 53:13
13. Ziet mijn knecht zal verstandiglijk handelen; hij zal verhoogd en verheven, ja zeer verheven worden.
14. Gelijk als velen zich over u ontzet hebben, alzoo verdorven was zijn gelaat, meer dan van iemand, en zijne gedaante meer dan van andere menschenkinderen.
15. Alzoo zal hij vele heidenen besprengen, ja koningen zullen hunnen mond over hem toehouden; want denwelken het niet verkondigd was, die zullen het zien, en welke het niet gehoord hebben, die zullen het verstaan.
Wanneer moest de Messias komen? met deze vraag hield ik mij nu dagelijks bezig, terwijl ik vlijtig en met een biddend hart de profetieën dien aangaande onderzocht: en wie schetst zich mijne verwondering, toen ik ontdekte dat de Messias komen moest tijdens de tweede tempel nog stond, zoo als in den profeet Maleachi voorspeld werd: "De Heer dien gij zoekt zal snellijk tot zijnen tempel komen (3:1). Nu werd mij duidelijk 't geen geschreven staat in de profetie van Haggia 2:10: "De Heerlijkheid van dit laatste huis zal grooter worden dan van het eerste, zegt de Heer der heirscharen." Waarin zou dan die groote heerlijkheid van den tweeden tempel bestaan, ziende dat hetgeen de groote heerlijkheid van den eersten tempel uitmaakte, niet werd gevonden in den tweeden n.l. de Shechina! Haggai maakte het mij duidelijk dat het komen van den Heere (Messias) in den tweeden tempel deszelfs groote heerlijkheid zou uitmaken; want in dien tempel, zegt hij, zou hij komen om Vrede te geven. (Haggia 2:10.)
Hier begon ik echter in verlegenheid te geraken, daar die tweede tempel reeds lang met vuur verbrand is, en de Heer daarom daarin nu niet komen kon. In mijne overdenkingen besloot ik, dat óf de profeet voorspelde niet van den Messias, óf de Messias moest reeds gekomen zijn. Ik ging toen van voren af aan de reeds door mij onderzochte schriftuurplaatsen weder opslaan, en bij het herlezen van
Daniël 9:25: "
Weet dan en versta: van den uitgang des woords om te doen wederkeeren en om Jeruzalem te bouwen tot op Messias den Vorst zijn zeven weken en 62 weken," ging mij een licht op, daar ik hier een uitgangspunt vermeld zag, waarnaar de juiste tijd kon berekend worden n.l.
69 weken na het bevel om Jeruzalem te doen herbouwen. Maar nu moest ik weer aan het onderzoeken gaan, om te kunnen weten wanneer zulk een bevel om te doen wederkeeren en Jerusalem te herbouwen, werd uitgevaardigd. Uit de boeken van Ezra en Nehemia vernam ik, dat in de dagen van koning Kores en Arthahsasta twee bevelschriften werden uitgevaardigd, waardoor mijn volk volmacht verkreeg om stad en tempel te herbouwen. Het bevel van Kores bepaalde zich tot de bouwing van den tempel (Ezra 1:1-5), terwijl het bevel van Artaxerxes of Arthahasta was om de Joden te doen wederkeeren en Jeruzalem te herbouwen (Neh. 2). En na verder onderzoek zag ik, dat dit bevelschrift in de dagen van Nehemia en wel omstreeks het jaar 3311 onzer tijdrekening werd gegeven. Dit uitgevonden hebbende was het mij gemakkelijk de berekening te maken n.l. 69 weken, zooals in Daniël 9:25 voorspeld was. Ik had reeds vroeger ontdekt bij het lezen van Numeri 14:34 en Ezechiël 4:5, dat
naar profetische berekening met een dag een jaar bedoeld werd, en zou dus 69 weken zijn 69 weken van jaren, of 69 x 7 = 483 jaren. Aldus zag ik dat 483 jaren na het bevel om Jeruzalem te herbouwen, onze Messias verschijnen moest, en naar dezelfde profetie van Daniël, omstreeks dien tijd worden afgesneden uit het land der levenden, om voor ons een zoenoffer in zijn dood te worden. (zie Dan. 9:25) Maar nu verviel ik in eene andere moeielijkheid; ik wist al naar het profetisch woord, dat omstreeks het jaar der wereld 3760 de Messias komen moest, maar waar moest ik Hem nu zoeken? Was het ook Judas Maccabeus, of Josephus? Hier kon geen sprake van zijn, want dezen gaven zich niet uit voor den Messias.
Verder zag ik dat in het jaar 33 der christelijke tijdrekening overeenkomende met het jaar onzer telling 3794 Jezus door onzen Sanhedrin veroordeeld, en op bevel van Pilatus gekruisigd werd; dus juist 483 jaren na het voornoemd bevel in Daniel vermeld.
Verder:
1. dat Jezus uit een maagd, genaamd Maria, geboren werd (Matth. 1:18-23), juist zoo als onze profeet voorspelde van onzen Immanuël (Jes. 7:14.)
2. dat Hij in Bethlehem geboren werd (Matth. 2:1); en vreemd voorwaar, dacht ik, dat onze profeet Micha (5:1) voorspelde, dat de Messias ook te Bethlehem moest geboren worden.
3. dat Hij door onzen Sanhedrim verworpen en ter dood veroordeeld werd, juist zooals David voorspelde, dat men handelen zou met den gezalfde des Heeren, dien wij nog verwachten. "De vorsten beraadslagen te zamen tegen den Heere en tegen zijn gezalfde" (Psalm 2:2).
4. dat hij gekruisigd werd, en ook van den Messias profeteerde Daniël: "dat hij zou uitgeroeid worden," of met andere woorden: een vreeselijken dood sterven (Dan. 9:26).
5. dat Hij tusschen twee boosdoeners werd gekruisigd, evenals Jesaja van onzen Messias getuigde in Hoofdst. 53:12, dat de regtvaardige knecht des Heeren (Messias) zijn ziel heeft, uitgestort in den dood, en met de overtreders is geteld geweest.
6. dat Hij in eens rijken mans graf werd begraven, zoo als Jesaja, sprekende van de spruit van David (of Messias) zeide: "Men heeft zijn graf bij de goddeloozen gesteld en hij is bij de rijken in zijn dood geweest." (Jes. 53:9)
7. dat Hij Gods Zoon werd genoemd, zooals David spreekt van den Messias of Gezalfde, van Wien hij zegt in Psalm 2:12: *H.T.* (kust den Zoon), of zooals in Spreuken 30:4 van Gods Zoon wordt gesproken.1)
1Timothy 1:15 Christ Jesus came into the world to save sinners, of whom I am chief