Berichtdoor Wilsophie » 28 mar 2012 12:33
N.a.v. een topic van de 7e dag adventisten m.n. Marin kwam ik in mijn onderzoek terecht bij deze visie en las tegelijkertijd in een ander topic van een aantal predikanten de bezwaren tegen deze visie en zo ook de zondag of de sabbath, en ik vond dit buitengewoon interessant uiteengezet en leerzaam binnen dit topic. Ik meen ds. Velema o.a.
citaat "Maar God heeft de sabbatdag toch geheiligd?
'Heilig' is een "term waarmee de verhevenheid en zuiverheid van God wordt aangeduid en van alles wat tot het goddelijke behoort. God is heilig omdat Hij niet te bevatten is en niet ongestraft genaderd kan worden. Mensen kunnen heilig genoemd worden, omdat zij God toebehoren. Een volk kan heilig zijn, omdat God het voor zijn dienst heeft afgezonderd. 'Heilig' betekent dan: afgezonderd voor God, Hem toegewijd, gereed voor zijn eredienst.
Heilig en heilig maken houden dan ook verband met 'rein en onrein'. Verder heeft het woord de betekenis 'vrij van zonde'. In het Nieuwe Testament worden de gelovigen ook wel heilig genoemd, dat wil zeggen, God toebehorend" (Groot Nieuws Bijbel, woordenlijst).
Om op de vraag terug te komen: God rustte op de zevende dag. Daarna zegende Hij de zevende dag. Tenslotte heeft God de sabbatdag geheiligd. Dat betekent dat de zevende dag dus niet heilig van zichzelf is. Deze dag werd geheiligd door God.
Genesis 2:2-3 - Toen God op de zevende dag het werk voltooid had, dat Hij gemaakt had, rustte Hij op de zevende dag van al het werk, dat Hij gemaakt had. En God zegende de zevende dag en heiligde die, omdat Hij daarop gerust heeft van al het werk, dat God scheppende tot stand had gebracht.
Ook vele andere dingen die evenals de sabbatdag 'heilig' worden genoemd, zijn niet heilig van zichzelf. Ze zijn heilig omdat God die dingen een aparte plaats heeft gegeven.
Exodus 3:5 - heilige grond
Exodus 12:16 - een heilige samenkomst
Exodus 19:6 - een heilig volk
Exodus 26:33 - het heilige der heiligen
Exodus 28:2 - heilige klederen
Exodus 29:6 - de heilige diadeem
Exodus 29:21 - het heilige priesterambt van Aäron
Exodus 29:36 - het heilige offervlees
Exodus 30:25 - heilige zalfolie
Leviticus 10:3 - God zelf is de Heilige
Leviticus 10:10 - scheiding tussen heilig en onheilig, tussen onrein en rein
Leviticus 19:24 - geheiligde vruchten
Numeri 5:17 - heilig water
2 Kronieken 35:3 - de heilige ark
Daniël 9:16 - het heilige Jeruzalem
De sabbat is één van de heilige, door God bijzonder gemaakte feestdagen, die aan de Israëlieten werden gegeven. Een aantal feesten werd al voor de uittocht uit Egypte ingesteld, nl. het Pascha en het feest van de ongezuurde broden (vgl. Numeri 28-29).
Leviticus 23:3 - de sabbat
Leviticus 23:5 - het Pascha (op de veertiende van de eerste maand)
Leviticus 23:6 - het feest van de ongezuurde broden (vanaf de vijftiende van de eerste maand)
Leviticus 23:24 - de eerste van de zevende maand
Leviticus 23:27 - de Verzoendag (op de tiende van de zevende maand)
Leviticus 23:34 - het Loofhuttenfeest (vanaf de vijftiende van de zevende maand)
De sabbat wordt ook niet boven andere heilige dagen gesteld. In Hosea wordt de sabbat tussen de andere feestdagen geplaatst. Ook op andere plaatsen wordt de sabbat in de rij van het jaarlijkse feest, de maandelijkse feestdagen en de wekelijkse feestdagen geplaatst.
Hosea 2:10 - Ik zal doen ophouden al haar vreugde, haar feest, haar nieuwemaansdag en haar sabbat, ja, al haar hoogtijden.
1 Kronieken 23:30-31 - En moesten voorts elke morgen en avond gereed staan om de HERE te loven en te prijzen, en evenzeer bij het brengen van alle brandoffers aan de Here, op de sabbatten, de nieuwe maanden en de feesten, gedurig voor het aangezicht des Heren staande in een aantal, als hun voorgeschreven was.
1 Kronieken 2:4 - Zie, ik ga een huis bouwen voor de naam van de Here, mijn God, om het Hem te heiligen, om voor zijn aangezicht te brengen welriekend reukwerk, bestendig toonbrood, en brandoffers des morgens en des avonds, op de sabbatten, op de nieuwe maanden en op de feesten van de Here, onze God. Dit is een altijddurende verplichting voor Israel.
Ezechiël 45:17 - Maar op de vorst rust de plicht van de brandoffers, het spijsoffer en het plengoffer, op de feesten, de nieuwemaansdagen en de sabbatten, op al de hoogtijden van het huis Israels.
En wanneer een overzicht gemaakt wordt van dingen die 'allerheiligst' genoemd worden, valt op dat de sabbat niet in dit overzicht voorkomt.
Exodus 30:10 - de allerheiligste verzoening
Exodus 30:29 - de allerheiligste delen van de tabernakel
Exodus 30:36 - allerheiligst reukwerk
Exodus 40:10 - het allerheiligst altaar
Leviticus 2:3 - het allerheiligste overblijfsel van het offer
1 Kronieken 6:49 - het heilige der heilige
Ezechiël 48:12 - een allerheiligst gebied
Wanneer als argument voor de sabbat wordt aangedragen dat deze dag door God is geheiligd en daarom nog steeds bindend is, moet men consistent zijn en erkennen dat ook de andere jaarlijkse, maandelijkse en wekelijkse feestdagen moeten worden gevierd. Deze feestdagen zijn evenals de sabbat geheiligd en ook deze feestdagen behoren God toe.
Het Nieuwe Testament maakt echter duidelijk dat zoals de zevende dag door de Israëlieten de HERE werd toegewijd, wij elke dag de Here mogen toewijden. Alle dagen mogen voor Hem worden vrijgemaakt. Alle dagen mogen wij ingaan tot de rust. De sabbat was, net als de overige feestdagen, een schaduw van wat komen moest: Christus. De sabbat als heilige dag heeft in die zin voor ons geen aparte betekenis meer.