elbert schreef:Je beschuldigt mij (en allen die de kinderdoop verdedigen) nu feitelijk dat we "de spelregels veranderen omdat we het verbond aanpassen".
Maar dat verwijt is wederzijds. (ik kom hieronder op Naäman terug, want daar verwijs je naar, maar eerst iets anders).
De verdediging van de kinderdoop is mede gebaseerd op het feit dat de verbonden in de Bijbel vernieuwd worden.
Dus als een kind onder het oudere verbond een verbondsteken ontvangt, dan mag je die bij een nieuwer verbond niet zomaar uitsluiten van het verbondsteken.
Ik pas geen enkel verbond aan en laat alles staan zoals het er staat, inclusief het nieuwe verbond wat God met Israel en het huis van Juda gesloten heeft.
In de Bijbel is er 1 verbond nl. het oude Sinaitische verbond wat vernieuwd wordt. Israel had oude verbond namelijk verbroken.
God had niet gesleuteld aan het o.v., de straf is gekomen. Omdat het o.v. niet werkte heeft hij een ander/beter verbond opgericht. (Jeremia-Hebreeën)
En het verbond met Abraham is niet vernieuwd, eerder vervuld zou ik zeggen.
En waarom God 'verplicht' zou zijn om bij het nieuwe verbond hetzelfde te werk te gaan dan bij een eerder is me ook niet duidelijk, hoezo 'moet' dat?
Het is maar bij wijze van spreke, metaforisch, dat gelovigen uit de heidenen kinderen van Abraham worden genoemd.
Paulus noemt Timotheus ook zijn zoon, en in Galaten 4 heeft hij het over barensweeen: Mijne kinderkens, die ik wederom arbeide te baren, totdat Christus eene gestalte in u krijge.
Volgens mij komt er dan niemand op het idee om alles wat op Paulus van toepassing was al dan niet geestelijk over te hevelen naar alle christenen.
Bovendien klopt het vergelijk van besnijdenis - doop ook niet. Alle nakomelingen van Abraham moesten besneden worden, maar dat houdt niet in dat ze daarmee automatisch in Christus waren.
Met Pinksteren klonk de oproep laat je behouden uit dit verkeerd geslacht.
Paulus zegt: Dat u besneden bent strekt u weliswaar tot voordeel wanneer u de wet naleeft, maar wanneer u de wet overtreedt bent u toch in wezen onbesneden. 26 En wanneer iemand die niet besneden is de voorschriften van de wet in acht neemt, zal hij dan door God niet als besneden worden beschouwd? 27 Wie onbesneden is gebleven maar zich aan de wet houdt, zal een oordeel vellen over u die, ook al hebt u de wet op schrift en bent u besneden, de wet overtreedt. 28 Jood is men niet door uiterlijkheden, en het gaat ook niet om de uiterlijke, lichamelijke besnijdenis; 29 Jood zijn is iets innerlijks en de besnijdenis is die van het hart. Het is het werk van de Geest, niet van een geschreven regel. En de lof die men ermee oogst, komt niet van mensen maar van God.
Op en bepaald moment ga je het fysieke met het geestelijke mengen.
Verbond met Abraham, zijn fysiek nageslacht krijgt een vleselijk/fysiek teken nl. de besnijdenis. (dat maakt hen nog geen geestelijk kind van hem)
De geestelijke kinderen van Abraham zijn alle gelovigen, maar je wilt het geestelijke teken van de doop op hun fysiek nageslacht plakken.
Maar je kunt geen geestelijk kind van Abraham zijn door een natuurlijke geboorte, maar alleen door wedergeboorte: wat uit het vlees geboren is, is vlees; wat uit de Geest geboren is, is geest. Dat geld voor iedereen, ook voor de kinderen van gelovigen.
Iedereen die wedergeboren is, is een geestelijk kind van Abraham en hoort het teken van de doop te ontvangen. (daar heb je dan een teken van het n.v.)
elbert schreef:Jouw positie is als ik het goed begrijp dat er wel een link is met het nieuwe verbond, maar volgens jou is het geen sacrament/teken ervan.
Daar lopen onze wegen uiteen, zeker ook omdat je zegt dat de doop eigenlijk "op zich daadwerkelijk inderdaad niets voorstelt".
Een link met het nieuwe verbond, klopt. Maar niet als verbondspartner (dat is Israel en Juda) meer als een soort van legaat waar in het verbond met Abraham al plaats voor is gemaakt (alle geslachten van de aardbodem) en wat in werking wordt gezet door Jezus die opdracht geeft de evangeliebelofte aan de hele wereld aan te bieden, incl. de belofte van de H.G.
Klopt ook dat ik de doop daadwerkelijk niets voor vind stellen. Ik zie het meer als een schaduwbeeld wat niet kan bestaan zonder en echt object.
Waar men niet door geloof in Christus is, is het echte/wezenlijke afwezig en is de schaduw maar fictie.
Waar men wel door geloof in Christus is blijft de schaduw maar een schaduw, niets wezenlijks.
Of wat ik eerder zei: een trouwring. Mooi symbool maar meer ook niet.
elbert schreef:Wie besneden is, is apart gezet en behoort tot het volk van God. En wie niet besneden is, die is afgesneden van het volk van God (Gen. 17:14) als verbondsbreker. Die staat erbuiten.
Dus de doop is een teken van apart gezet zijn voor God: hoor je bij Hem, dan hoor je ook dit teken te krijgen. Hoor je er niet bij, dan (nog) niet.
Wie besneden is hoort bij het fysieke volk van God (Israel), en toen later het Sinaitische verbond kwam ging dit veelal ook over fysieke zaken.
Lees over de zegen en de vloek bij het houden dan wel het verbreken van het verbond.
Maar, zoals ik hierboven citeerde uit Romeinen 2, dat betekent niet automatisch dat je bij het geestelijke volk van God hoort.
Daarvoor moet je in Christus zijn door geloof/wedergeboorte want: ieder die gelooft dat Jezus de Christus is, is uit God geboren 1 Joh. 5 en 'wat uit het vlees geboren is, is vlees Joh. 3.
Dat is dus geen zaak van 'gij en uw huis' maar dat is een persoonlijke zaak.
Jezus zegt in Lukas 12: 50 Ik moet een doop ondergaan, en Ik word hevig gekweld zolang die niet volbracht is. 51 Denken jullie dat Ik gekomen ben om vrede te brengen op aarde? Integendeel, Ik zeg jullie dat Ik verdeeldheid kom brengen. 52 Van nu af aan zullen vijf in één huis verdeeld zijn: drie tegen twee en twee tegen drie. 53 De vader zal tegenover zijn zoon staan en de zoon tegenover zijn vader, de moeder tegenover haar dochter en de dochter tegenover haar moeder, de schoonmoeder tegenover haar schoondochter en de schoondochter tegenover haar schoonmoeder.’
En in Markus 3:
32 Er zat een groot aantal mensen om Hem heen. Toen er tegen Hem gezegd werd: ‘Toen er tegen hem gezegd werd: Uw moeder en uw broers staan buiten en zoeken U, 33 antwoordde Jezus: ‘Wie zijn mijn moeder en mijn broers?’ 34 Hij keek de mensen aan die in een kring om Hem heen zaten en zei: ‘Jullie zijn mijn moeder en mijn broers. 35 Want iedereen die de wil van God doet, die is mijn broer en mijn zus en mijn moeder.’
Kortom, in de praktijk draait het allemaal om persoonlijke keuzes, wat uiteraard niet uitsluit dat God wil dat alle mensen de goede keuzes maken te beginnen bij de eigen huisgenoten van de gelovigen. Zij hebben ook het voorrecht op te groeien onder het evangelie.
Jij legt andere verbindingen dan ik, brengt andere teksten met elkaar in verband, en dus krijgen we verschillende verhalen.
Ik heb voor mezelf wat criteria's opgesteld:
- Van het verbond zelf blijf ik af en laat staan wat er staat.
- Verder wat ik het meest logisch vind en wat het best met de rest past. Ik leg geen accenten op dogma's die maar 1 of anderhalve tekst als basis hebben, zeker niet ten koste van talloze andere teksten die dan ondergesneeuwd worden.
- Occam's scheermes vind ik ook niet te versmaden.
- En last but not least: de realiteit. Wat zie je gebeuren met al die dopelingen? Waarin maken ze nou echt het verschil? Komen de meeste tot geloof?
En hoe zit het dan met 'God verlaat niet wat zijn hand begon?'
elbert schreef:Dat ligt een stuk genuanceerder. Wist je dat in de vroege kerk de kleine kinderen zowel gedoopt werden als het avondmaal ontvingen?
Pas later is men daar voorzichtiger in geworden. Het avondmaal krijgt men nu als men ook het geloof belijdt, want inderdaad: het is wellicht beter om de dood van Christus te gedenken als je weet wat er gebeurt.
Maar bij de doop is het zo dat je daar je hele leven mee kan doen. Onze kleine kinderen gaan binnen een paar dagen na de geboorte al in bad. Daar herinneren ze zich later niks meer van, maar het is wel goed voor ze. Daar hoeven ze ook niks voor te kunnen, ze hoeven het alleen maar te ondergaan. Zo is het ook met de doop: het is geen actie van ons. Als het al een actie is, dan is het er eentje van de kerk, want die heeft de opdracht gekregen om volken te dopen en te onderwijzen (Matth. 28:19). De betekenis van de doop is ons hele leven geldig. Daarom kan ik, die als kind gedoopt ben, daar nog steeds over spreken. Zelfs zozeer, dat deze post misschien wel te lang wordt.
Een baby in bad prima, daar wordt ie schoon van. Maar de doop wast geen enkele zonde af (die hebben babys trouwens ook niet).
En de evangeliebeloften die in de Bijbel staan zijn ook het hele leven geldig.
Een gedoopte baby heeft niets meer dan een kind van een geloofsdoper. Beide groeien op onder het evangelie, beide zullen tot geloof moeten komen.
Alle spreken over Boven komt van beneden, ook het spreken dat beweert van Boven te komen. (Kuitert)