Marnix schreef:Kan je dat toelichten want ik snap jou ook niet echt. Naast verlossing gaat het bij Jezus sterk om Hem volgen, dus doen wat Hij zegt. Heel praktisch. Je naaste liefhebben en God als jezelf. Dus wat doe je als verloste mens. Hoe sta je in het leven. Hoe dien je God en je naaste.
Ik kan goed begrijpen dat je het niet goed snapt. Je kunt het ook alleen snappen als je de twee manieren van navolgen naast elkaar legt en daarvoor moet je ze allebei wel eerst redelijk goed kennen en inhoudelijk begrijpen.
Het is ook niet mijn bedoeling de christelijke manier van Jezus benaderen en navolgen in diskrediet te brengen, ze is alleen anders en zit een stuk minder gerafineerd en ook veel minder expliciet mystiek in elkaar dan de leringen van Jezus zelf.
Voor veel gelovigen is deze moeilijker na te volgen mystiek nog een brug te ver.
Jezus zegt dan ook:
Q 8: 9-10 / Lucas 8: 9-10 = Matteus 13: 11-12a, 13 (= Markus 4: 11b-12)
Aan jullie is het gegeven de geheimen van de Heerschappij van God te kennen; maar voor de rest gaat het via vergelijkingen, zodat ze zien maar niets zullen waarnemen; en luisteren maar niets zullen begrijpen.Q Matteus 7: 6 Sondergut
6
Geef je ringen niet aan de honden; werp je parels niet voor de zwijnen; opdat ze ze niet onder hun poten zullen vertrappen, en zich om zullen keren en je aan stukken zullen scheuren.Het duidelijkste voorbeeld van de enorme verandering tussen de oorspronkelijke leringen van Jezus en de omgevormde christelijke versie is het volgende gezegde, waarbij de vetgedrukte delen (van) het originele gezegde zijn en de schuingedrukte de toegevoegde christelijke aanvullingen vormen, die het gezegde een heel andere invulling en richting geven:
Lucas 17:20b-21 = Matttheus 24:26
De Heerschappij van God komt niet door waarnemen. Ze moeten niet zeggen: "Hij kan waargenomen worden in de wildernis, noch in de binnenste geheime kamers. Want de Heerschappij van God is in je zelf! Mattheus en Lucas maakten daar ongeveer van: Lucas 17: 20a-20b, 21, 23-24, 26-27, 30, 34-35, 37 = Mattheus 24: 23, 37-41, 26-28
20a
Maar gevraagd wordende wanneer de Heerschappij van God komt, antwoordde hij hen en zei: 20b
De Heerschappij van God komt niet door waarnemen. 21
Als ze tegen je zeggen: Kijk hier! of: Daar! Want, zie,
de Heerschappij van God is in jezelf! 23
Als ze tegen je zeggen, hij is in de wildernis ga niet naar buiten; zie, hij is in de binnenste kamers, volg niet. 24
Want zoals de bliksem strijkt van zonsopkomst en flitst zo ver als de zonsondergang, zo zal de Mensenzoon zijn op zijn dag. 26
.. Zoals het plaatsvond in de dagen van Noach, zo zal het zijn op de dag van de Mensenzoon. 27
Want zoals in die dagen zaten ze te eten en te drinken, huwenden en ten huwelijk gevende totdat Noach de ark binnen ging en de vloed kwam en hen allen meenam, 30 zo zal het zijn op de dag dat de Mensenzoon geopenbaard zal worden. 34
Ik zeg jullie, er zullen twee mannen in een veld staan; een zal meegenomen worden en de andere achtergelaten. 35
Twee vrouwen zullen in de molen staan te malen; eentje wordt meegenomen en de andere achter gelaten. 37
Waar ook het lijk ligt, daar zullen de gieren zich verzamelen.Dit is maar een enkel voorbeeld van een verschuiving.
Het bijzondere aan de oorspronkelijke gezegden is dat ze enorm coherent zijn en eigenlijk alleen maar op 1 bepaalde consistente en samenhangende manier begrepen kunnen worden.
In de christelijke context (inclusief de vele aanpassingen) krijgen ze een heel andere betekenis en komen ze ook in een heel ander, nieuw kader te staan, namelijk het kader dat de christelijke evangelisten zelf bedachten.
Dat ze dit deden wordt bevestigd doordat blijkt dat ze deze aanpassingen op geheel eigen wijze deden die vaak inhoudelijk niet overeenkomt met wat de andere evangelist ermee deed.
Maar als je de leringen herstelt naar hun oorspronkelijke vorm, komt de oorspronkelijke leer in zijn consistente samenhang ook weer goed tot zijn recht.