Marnix schreef:Alleen in plaats van met Hem te regeren in de Hemel, nam Hij het lichaam van een mens aan en werd ook volledig mens. Wat dat betreft hield Hij de gelijkheid aan God niet vast. Dat is heel wat anders dat dat Hij geen God meer zou zijn.... maar dat staat er dan ook niet.
Marnix, dankjewel voor je bijdrage die mijns inziens een nieuw perspectief opent.
Ik begrijp dat je de weergave van de NBV wilt verdedigen door te zeggen dat je deze ook zo kunt uitleggen dat zij overeenkomt met het belijden van de Kerk. Op zich kan ik hier inkomen.
De moeite die ik er alleen mee heb, is dat het vers in de NBV niet zorgvuldig vertaald is. Het is een slordige parafrase waar ik mijn leerlingen nauwelijks een voldoende voor zou geven:
"Hij die de gestalte van God had, hield zijn gelijkheid aan God niet vast, maar deed er afstand van."
- 1. Er staat niet dat Christus de gestalte van God had.
Wel staat er: "Hij, die opkwam uit/aanwezig was in ('huparchoo') de gestalte van God, (...)"
- 2. Er staat niet dat hij zijn gelijkheid aan God niet vasthield.
Wel staat er: "(...) heeft het gelijk zijn aan God niet als een roof beschouwd."
(Het woordje 'zijn' (einai) wijst op Christus' 'wezensgelijkheid' aan God.)
- 3. Er staat niet dat hij 'er' afstand van deed.
Wel staat er: "Hij maakte zichzelf leeg."
Dit zijn moeilijk te begrijpen zinnen. De NBV heeft ze in de samenhang geprobeerd uit te leggen voor de lezer. Wat op zich fijn is, maar helaas wekt de gekozen parafrase onvoldoende de indruk dat de Godheid van Christus op aarde serieus is genomen.
De parafrase die het bijbelgenootschap ons nu biedt in de Bijbel in Gewone Taal, vind ik veel beter, omdat daarin niet de suggestie wordt gewekt dat Christus afstand deed van zijn Godheid:
'Jezus Christus was aan God gelijk.
Maar hij vroeg niet om de hoogste macht en eer voor zichzelf.
Nee, hij gaf zijn hemelse positie op.
Hij maakte zich zo onbelangrijk als een slaaf.
Hij kwam als mens op aarde.'