Ik heb weleens een lezing over het Jodendom gehoord. Van deze lezing heb ik het een en ander genoteerd. Een samenvatting van mijn notities volgt hieronder:
Binnen het Jodendom is interpretatie het sleutelwoord, zoals in het christendom institutie en incarnatie sleutelwoorden zijn. De opening van Adonai is primair ontwikkeld door teksten, voor Joods besef is er geen spreken van God na de Schrift (canon) mogelijk. God schiep de wereld door de Thora, dat "richtingaanwijzer" betekent. God bestaat in Zijn Woord, wij kunnen er zin aan geven. De tekst is vleesgeworden. De tekst is een levende werkelijkheid. Het Jodendom is vol van fysiek taalgebruik. Zeventig is het getal van de volkeren en er bestaan zeventig innovaties in de vorm van uitleg en traditie. Je kunt God niet in teksten opsluiten. De Talmoed is de joodse voortzetting van de Tenach.
Teksten kunnen dus op verschillende manieren worden geïnterpreteerd. Er bestaat geen specifieke ware uitleg. Typisch voor de interpretatie is: vragen – antwoorden – vragen. De verschillende interpretaties lopen door elkaar heen. Er verschijnen voortdurend nieuwe gezichten in de teksten. We weten niet precies Wie God is, we weten alleen wat Hij wil. Er bestaat een verbod om de Godsnaam uit te spreken. Het Jodendom is hiermee in zekere zin agnostisch. Overigens zegt niet iedere Jood dit.
Het Jodendom is een Schriftreligie. Joods gedacht bestaat de Tenach en de Thora, dat in het christendom het Oude Testament genoemd wordt. Elke week wordt er een gedeelte uit de Thora gelezen. Aan het einde van het jaar is de Thora in zijn geheel gelezen. Er is van te voren bepaald welk stuk op welke sabbat gelezen moet worden. Elke letter roept een bepaalde wereld op. De tekst, het commentaar en de interpretatie zijn niet van elkaar te onderscheiden. Het midden van de Thora bestaat uit de leegte. In de Schrift zelf is de interpretatie zichtbaar.
Aan een Jodendom-kenner: is het bovenstaande een goede weergave van het Jodendom? Moet er nog wat aangevuld worden?
Naar aanleiding van de lezing heb ik enkele vragen, vooral aan een Jodendom-kenner:
1. Is het zo dat binnen het Jodendom interpretatie het sleutelwoord is?
2. Wat bedoelt men met de zin: "In de Schrift zelf is de interpretatie zichtbaar."?
3. Wat wordt bedoeld met het feit dat binnen het Jodendom de tekst "vleesgeworden" is?
4. Als er geen specifieke ware uitleg van de teksten bestaat in het Jodendom, hoe kan er dan sprake zijn van een richtlijn?