Er ruischt langs de wolken een lieflijke naam.
Ik kan me herinneren dat we het op Zondagsschool zongen, de laatste regel uit volle borst: "Die naam draagt mijn Heiland, mijn lust en mijn lied!" Er was ook wel verbazing over de voorgaande regel: "Kent gij, kent gij die naam nog niet?". Het wilde er bij mij niet in dat er mensen konden bestaan die de naam van Jezus niet kenden.
Op 11 april 1971, eerste Paasdag, werden we wakker in onze nieuwe slaapkamer. De dag ervoor waren we verhuisd van ons piepkleine "beneden-de-huurwaarde"-huisje in het volkse deel van Kralingen naar ons nieuwe rijtjeshuis, met tuin op het zuiden, in Barendrecht. De babykamer was klaar, mijn vrouw had nog zo'n twee maanden te gaan voor de bevalling. Het zonnetje scheen volop. Het was paasstil, die vroege morgen, de muren van onze slaapkamer waren lichtblauw. Een ongekend geluksgevoel!
Héel zacht hoorden we harmoniummuziek bij de buren, héél zacht hoorden we, aanzwellend, "Er ruischt langs de wolken een lieflijke naam". Voor mij een hemels ontwaken.