Sinterklaas 2020

Forum voor minder serieuze onderwerpen.

Moderators: johannes1, Moderafo's

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Sinterklaas 2020

Berichtdoor MoesTuin » 05 dec 2020 08:55



Sinterklaas 2020

Hoe ziet dat eruit tegenwoordig anno 2020 binnen christelijk / reformatorisch Nederland?

Neem 5 december, vandaag pakjesavond.
Hoe ziet dit er uit heden avond of op een ander moment?
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Sinterklaas 2020

Berichtdoor MoesTuin » 05 dec 2020 09:01

Hier gewoon Sint en Piet zoals altijd...

5 december, de verjaardag van Sint, pakjesavond.
Het avondeten bestaat uit de bijbehorende Sint lekkernijen (geleverd door de echte bakker).
Ondertussen wordt er uit het niets het heerlijk avondje ingeluidt met hard gebons op de voordeur (verzorgt door de buurman...uhm...Sint / Piet)
Allemaal naar de voordeur....heel verbaast....allemaal zakken kado's...
Uitpakken om en om via dobbelsysteem....
Ouderwetse gezelligheid...

En morgen 6 December...Sint en Pieten zitten op de boot naar Spanje en en vanaf dan tijd voor de kerstboom / spullen...
want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Sinterklaas 2020

Berichtdoor MoesTuin » 05 dec 2020 11:50

Toon Hermans met Snieklaas
Hilarisch....het beste van ooit.... :mrgreen:


want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Gebruikersavatar
Prisma23
Kapitein
Kapitein
Berichten: 800
Lid geworden op: 02 aug 2016 19:29
Locatie: Republiek der Verenigde Nederlanden
Contacteer:

Re: Sinterklaas 2020

Berichtdoor Prisma23 » 05 dec 2020 12:58

MoesTuin schreef:Hier gewoon Sint en Piet zoals altijd...

5 december, de verjaardag van Sint, pakjesavond.
Het avondeten bestaat uit de bijbehorende Sint lekkernijen (geleverd door de echte bakker).
Ondertussen wordt er uit het niets het heerlijk avondje ingeluidt met hard gebons op de voordeur (verzorgt door de buurman...uhm...Sint / Piet)
Allemaal naar de voordeur....heel verbaast....allemaal zakken kado's...
Uitpakken om en om via dobbelsysteem....
Ouderwetse gezelligheid...

En morgen 6 December...Sint en Pieten zitten op de boot naar Spanje en en vanaf dan tijd voor de kerstboom / spullen...


Hier ongeveer hetzelfde alleen werkt Sinterklaas deze keer vanuit huis. zie https://sinterklaasjournaal.ntr.nl/

Gebruikersavatar
Prisma23
Kapitein
Kapitein
Berichten: 800
Lid geworden op: 02 aug 2016 19:29
Locatie: Republiek der Verenigde Nederlanden
Contacteer:

Re: Sinterklaas 2020

Berichtdoor Prisma23 » 05 dec 2020 16:59

Geliefden, In deze week van voorbereiding op het sinterklaasfeest werd ik in een drukke winkelstraat bepaald bij een oud zangversje. Een kinderversje eigenlijk. U kent het misschien nog uit uw jeugd, wellicht heeft u het eertijds uit volle borst mogen meezingen. Het is het lied waarin we een onbekende dichter horen uitroepen: Zie ginds komt de stoomboot (ber.). Bij dit lied willen we deze avond een ogenblik met elkaar stilstaan, en dan wil ik uw aandacht bepalen bij het tweede couplet, daarvan nader de eerste regel, waar we opgetekend vinden: Zijn knecht staat te lachen en roept ons reeds toe.

We schrijven onder deze tekstwoorden: Een roepende knecht.

En dan willen we in een drietal gedachten een ogenblik bij deze roepende knecht stilstaan. Dan letten we in de eerste plaats op:
1. De gestalte van deze knecht.
2. De vreugde van deze knecht.
3. De roep van deze knecht.

Dus in de eerste plaats staan we stil bij de gestalte van de knecht. Want we lezen in onze tekst: hij staat. In de tweede plaats letten op de vreugde van de knecht, als we lezen dat hij lacht. En in onze derde gedachte willen we uw aandacht bepalen bij de roep van de knecht, want we lezen dat deze knecht ons toeroept.
Geliefden, In onze gedachten dwalen we door een kleine havenplaats aan de kust van het huidige Spanje. Vanuit het centrum van het oude stadje beweegt zich een groepje mensen in de richting van de haven. Een vreemde groep is het. Voorop zien we een grijsaard in een rood gewaad, zwaar leunend op een gouden staf. Zijn gevolg wordt gevormd door een groep jonge mannen met een donkere huid en zwart, krullend haar. Hun kleding is kleurrijk en frivool. De laatste man van het groepje voert bovendien een grijs paard met zich mee. Een wonderlijk gezelschap. Wie zijn toch deze mannen? Waar gaan ze naar toe? En waarom draagt ieder van de volgelingen toch zo’n grote jute zak over zijn schouder? Kom, laten we eens kijken waar de tocht naar toe voert. Langzaam nadert het groepje een oude stoomboot die met stevige trossen aan de kade ligt afgemeerd. Dan maakt één van de zwarten zich los uit het groepje, sneltvooruit en brengt een brede loopplank in gereedheid. Zo kan de oude man met vaste tred aan boord gaan van het scheepje. Al ras maakt het gezelschap alles in gereedheid voor vertrek. Kom, laten we nog gauw vragen wie zij zijn, en wat
toch de bestemming is van hun reis. En dan begrijpen we het ineens allemaal: die oude man is de oude Sint-Nicolaas. En de ijverige donkere mannen zijn de Pieten, zijn trouwe helpers. En het doel van de reis? Dat is het verre Holland, want het is de begeerte van de oude sint om dáár zijn komende verjaardag te mogen vieren. Nu worden de trossen losgemaakt, de loopplank binnengehaald. De ketel wordt opgestookt en klagend zingt de stoomfluit over de verlaten kade. Eén meter, twee meter, al groter wordt de kloof tussen de wal en het oude stoomschip. Al gauw ligt de haven achter hen en kiest het scheepje het ruime sop. De stoker gooit nog wat extra kolen op het vuur, de stuurman neemt zijn zeekaarten nog eens door. Het schip stampt en rolt op de oceaangolven die eindeloos af en aan rollen. Maar vóórt gaat het. De stuurman zet koers naar het noorden, het gaat op Holland aan, waar zoveel kinderen naar hen uitzien. De reis verloopt voorspoedig. De stuurpiet, de uitkijkpiet en de stookpiet wisselen hun wacht. Niets lijkt de reis nog te beletten. Maar dan, vanuit het noorden betrekt de lucht. De wind wakkert aan, donkere wolken pakken zich samen boven het eenzame scheepje. De golven worden hoger, een storm steekt op. De wind giert door het want, de mast zwiept, de wimpels klapperen al heen en al weer. Hoog wordt het scheepje opgeheven op de toppen van de golven, om daarna in de diepte neer te smakken. Kolkend slaan de woeste baren tegen de oude romp. Een deel van de lading wordt overboord gezet. In de kajuit vallen potten en pannen klaterend op de vloer, de pieten buitelen over elkaar heen. Hoe langer hoe onstuimiger raast de storm. Regenvlagen striemen over het schip. En toch, dwars door alles heen, houdt de stuurman vast aan zijn koers, de elementen deren hem niet. Pal naar het noorden gaat het. Op Holland moet het aan. Gelukkig, na enkele uren bedaart de storm. De wolken drijven over, de zee wordt vlakker en de lucht klaart op. De Sint en zijn pieten halen opgelucht adem. De stookpiet werpt extra kolen op zijn vuur en met gezwinde spoed snijdt de spitse boeg door het zilte nat. Het zal niet lang meer duren of de Hollandse kust zal in zicht komen. En dan lezen
we daar ineens van die knecht. Een stáánde knecht. Eén van de getrouwen van de Sint. Stil staat hij daar, trouw op zijn post. Hoe lang staat hij daar al? Heeft deze knecht de woedende storm aan dek getrotseerd? Is zijn gelaat gestriemd door de felle regen? Hebben de bruisende golven zijn pietenpak overspoeld?
Onze tekst zwijgt erover. En toch, heel opmerkelijk, we lezen dat deze knecht stáát. Hij behoort niet tot degenen die zich uitstrekken op hun leger als de reis te lang duurt. Ook wordt hij niet gerekend tot degenen die het ervan nemen als er een poosje geen werk te doen is. Nee, door weer en wind is hij staande gebleven. Misschien klappertandend van de kou. Soms met gebalde vuisten wellicht. Maar toch: hij staat. We lezen nergens dat hij zijn post verlaten heeft om zich bij het vuur te warmen, om een maaltijd te nuttigen of om een uiltje te knappen. Hoe de stormen ook woedden, hoe het scheepje ook slingerde en stampte, steeds heeft deze knecht mogen volharden. Achter hem huppelt een paardje het dek op en neer, maar hij weet van geen wijken. Geen klacht komt er over zijn lippen. En toch, dat is geen vrucht van eigen akker. De knecht weet zich steeds steil, diep afhankelijk van zijn oude meester. Van zichzelf kan hij nog over geen pepernootje heen stappen. Maar in de nabijheid van de oude sint weet hij zich door alles heen staande te houden. Hoe is dat met u, met mij? Blijven wij ook staande als het dek onder ons ginds en weder beweegt, als de golven ons overspoelen? Zou men van ons ook kunnen zeggen: kijk, hij heeft volhard, hij staat nog steeds? Neem die vraag eens mee naar huis vanavond. Een staande knecht. Sommige verklaarders menen dat deze knecht de reis in het kraaiennest heeft doorgebracht, turend over de wateren. Anderen wijzen erop dat de schepen in die tijd vaak geen stuurhuis hadden, en dat deze knecht de roerganger geweest moet zijn. Hoe het ook zij, we weten het niet. We moeten dat laten rusten. Het is ook niet belangrijk. Eén ding moeten we vasthouden: door alles heen zien we hier een staande knecht. Eindelijk nadert de stoomboot de Hollandse kust. Nog even en er is land in zicht. Lange stranden en hoge duinen beginnen zich af te tekenen. Daar komt eindelijk het einde van de reis. En nog steeds staat daar die knecht. We lezen niet dat hij geweken is. Hij staat, en kijkt uit naar de kust, naar het land, naar de veilige haven. Misschien heeft hij zijn hand boven de ogen gehouden, we weten het niet. Maar vol verwachting klopt zijn hart! En dan lezen we iets opmerkelijks:de knecht lacht! Deze lachende knecht, daar willen we in onze tweede gedachte samen bij stilstaan.

2. De vreugde van de knecht
Hoe lang heeft de knecht al aan dek gestaan? De elementen getrotseerd? Het heeft hem niet gedeerd, want zijn hart klopte vol verwachting. Steeds heeft hij op de uitkijk gestaan, altijd was zijn blik gericht op de bestemming van het scheepje. In zijn hart was een uitzien, een uitzien naar het einde van deze reis. Veel heeft hij moeten achterlaten. Vrouw en kinderen heeft hij misschien vaarwel gekust. Huis en haard heeft hij verlaten. Alles heeft hij ervoor overgehad om met zijn meester de baren te bevaren naar dat verre, vreemde land. Wat al stormen heeft hij getrotseerd, wat al ontberingen heeft hij geleden daar op zijn eenzame post. Maar ach, zijn uitzien was groot! En nu, nu de oude stoomboot de kust nadert, nu zien we die knecht nog steeds staan. Trouw aan zijn oude meester, maar ook innerlijk verblijd. En dan, in het zicht van de haven, met al die wachtende kinderen in het gezicht, nu wordt zijn begeerte haast vervuld en dan kan die knecht zich niet langer bedwingen, dan moet zijn hart wel overstromen van vreugde. Want dan lezen we in onze tekst heel opmerkelijk dat deze knecht staat te lachen! Luid klatert zijn lach over het dek, over de golven, het echoot tussen de kademuren als het geklank van zijn schaterlach de samengedromde kinderschare bereikt. Wat een blijdschap komt hierin openbaar, hoe groot is zijn vreugde bij het zien van al dat kroost. Er zijn moderne verklaarders die de lach van deze knecht beschouwen als ‘de lach van een der zotten.’ De spanning van de moeilijke en gevaarlijke reis zou hem teveel geworden zijn. En bij het zien van de haven zou die overspanning zich hebben ontladen in een onzinnig lachen. Wij denken echter dat dit een ernstige dwaling is. We lezen immers nergens dat de knecht niet op zijn taak berekend was. Juist in al die wederwaardigheden is hij pal blijven staan! Juist in de beproevingen is zijn standvastigheid openbaar gekomen. Nee, de lach van deze knecht is een lach van vreugde! Hier komt de sint, hier is eindelijk de goedheiligman waar de kinderen op de kade zo lang en vurig naarhebben uitgezien. Hij komt, hij komt, die lieve goede sint! De knecht kan geen woorden vinden om zijn blijdschap te tonen en hij lacht een lach van vreugde! Jongens, meisjes, kinderen, hebben jullie al iets van die vreugde mogen smaken? Hebben jullie wel trouw je schoentjes gezet, hebben jullie uitgezien naar de komst van de sint? Daar ligt ook een ernstige taak voor ons als ouders. We kunnen nooit te vroeg genoeg beginnen met onze kinderen al in hun jonge
jaren hun schoentjes te leren zetten. Daar kan veel tegenop komen maar zullen we daaraan vasthouden? Vaders, moeders, kent ú iets van de vreugde van deze knecht? Is er onder ons wel een uitzien geweest naar de komst van de sint? Spreken we er wel eens over op het werk, op kantoor of in de fabriek, of de moeders in de gezinnen? Denk er toch niet te licht over! Een slordige wandel kan zo fnuikend zijn voor het komende heerlijk avondje. We hopen daar straks nog op terug te komen. Laten we in deze week van voorbereiding toch steeds waken, begerig uitzien, net als deze roepende knecht. Zeker, dan zijn er ook knechten die met gebalde vuisten over de wereld gaan. Die het niet klein kunnen krijgen dat de sint steeds weer juist de kleine kinderen opzoekt. Hun blijdschap is niet altijd in beoefening. Maar deze knecht mag nog lachen. Laten wij toch elkaar ook gedurig opwekken zolang de maan nog schijnt door de bomen. Dan worden we gunnend, net als de lachende knecht. Dat brengt ons bij onze derde gedachte, de roep van de knecht.
Maar laten we eerst samen nog een versje zingen:
Zijn knecht staat te lachen en roept ons reeds toe:
Wie zoet is krijgt lekkers, wie stout is de roe.
O lieve Sint-Nicolaas, kom ook eens bij mij,
En rijd dan niet stilletjes ons huisje voorbij.

3. De roep van de knecht
De trouwe knecht aan boord van de naderende stoomboot lacht zijn lach van vreugde. Dan, als hij zijn emoties weer in de hand heeft, vermant hij zich. Maar dan kan hij zich ook niet langer onbetuigd laten. Want we lezen in onze tekst dat hij gaat roepen. Hij roept ons reeds toe, zo staat er. Zijn roep klinkt in het bijzonder tot de kinderen op de kade, maar zijn roep komt ook tot u, tot mij. Deze roepstem komt tot ieder die het horen wil. Maar wat roept hij dan? Wat is zijn boodschap aan het volk op de kade? We hebben het zojuist opgezongen. Hoor hem roepen: Wie zoet is krijgt lekkers! schalt het over het water. In de grondtekst staat hier een woord dat we ook met ‘zoetigheid’ of ‘marsepein’ mogen vertalen. O wat een heerlijke tijding mag deze knecht op zijn lippen nemen. Namens zijn meester komt hij het uit te jubelen tot eenieder op de haven. Hij mag van lekkers getuigen, lekkers voor ieder die zoet is, ‘t zij arm of rijk, klein of groot, jong of oud. Hoor toch die zoete tonen van deze roepende knecht. Zijn roepstem gaat uit nog vóórdat de stoomboot heeft aangemeerd. Eer dat hij voet op Hollandse bodem zet, mag hij de overvloed van zijn meester al aanprijzen. Zakken vol lekkers hebben zij meegevoerd, ja het ruim van de stoomboot vloeit over van zoetigheid. En dat alles mag deze knecht nu gaan aanbevelen, en straks uit gaan uitdelen. Het is de lust van die knecht om al dat lekkers de kinderen uit gaan stallen. De sint wordt immers van het uitdelen niet armer, en van het inhouden niet rijker. Zouden we daar niet naar uitzien? Maar o, hoe belangrijk is het dan dat we behoren tot degenen die zoet zijn! Want het lekkers waar de knecht van gewaagt is niet voor iedereen! Velen in onze dagen menen dat het zo’n vaart niet zal lopen, dat het om het even is hoe we leven. Zij menen dat er lekkers voor iedereen zal zijn. Sommigen denken zich op grond van een versje tot dat zoete volk te mogen rekenen, maar o, zij bedriegen zichzelf hoor! Onze vaderen hebben vurig tegen zo’n algemene traktatieleer gestreden. O, onderzoek toch uzelf, want het is van tweeën één: of we zijn zoet, of we zijn stout! Een tussenweg wordt ons niet getekend! Zo is het aan de ene kant een blij woord dat de knecht ons toeroept, een goede tijding waar zo’n heerlijke belofte in ligt opgesloten. Maar tegelijk is zijn boodschap ook een heel ernstige. Want er is ook een keerzijde, en die moeten we u vanavond ook voorhouden. We moeten eerlijk met elkaar handelen. De knecht is namelijk nog niet uitgesproken. Hoor, hoe hij vervolgt: Wie stout is [krijgt] de roe! O wat een ernstig woord! Hier gaat hij de scheidslijn tekenen, die dwars door de kinderschare heen loopt. Hier worden de zoeten van de stouten gescheiden. Hij gaat hen aanwijzen die erbuiten vallen. En dat geldt niet alleen de kinderen, dat geldt ook voor ouders, voor u, voor mij. Want oude mensen kunnen stout zijn, maar ook jonge kinderen kunnen stout zijn! En naar zulke kinderen gaat nu zo’n ernstige waarschuwing uit. Zij krijgen de roe! O, de sint zal hen tuchtigen. De roede gaat eraan te pas komen en zij zullen hun kastijding niet ontlopen. Dat zij dan toch hun stoutheid leerden bewenen, al in hun jonge jaren. Dat ze toch leerden te bukken voor die roede, de roede te kussen! Want nog mag ik u en jou vanavond toeroepen: geef toch acht op het woord van deze trouwe knecht. Sla die roepstem toch niet in de wind. Het stoute kind verlate zijn weg, en kere terug naar de paden der zoetheid. Kom, we gaan eindigen. Nog een enkel woord. Een troostvol woord voor zoete én stoute kinderen. Als zij hun wandel in zoetheid vervullen, o wat zal er dan een lekkers voor hun gereedliggen. De sint laat er nog van getuigen door zijn knecht: Wie zoet is krijgt lekkers. Kinderen, jongeren en ouderen, neem toch deze lokroep mee naar huis. Als we zoet zijn hoeven we van de sint niets te vrezen. Dan zal ons niets ontbreken bij de uitdeling van de pakjes en de pepernoten. Laat dan onze kinderen veel vragen of de sint nog naar hen wil omzien: ‘Rijd dan niet stilletjes ons huisje voorbij.’ Dan gaan ze zingen: ‘Strooi dan wat lekkers, in één of and’re hoek.’ En als dan eindelijk het heerlijk avondje zal aanbreken, en de pakjes worden uitgedeeld, dan gaan ze het stamelen zoals een van de ongewijde dichters in een oud versje aanheft: ‘Een bromtol met een zweep erbij, een doos met blokken ook voor mij?’ Om dan, vol verwondering, met alle ontvangen gaven in de gever te mogen eindigen: ‘Alles gekregen van die goede sint.’
Dat zij zo.

Gebruikersavatar
Boekenlezer
Generaal
Generaal
Berichten: 6585
Lid geworden op: 10 jan 2004 21:00
Locatie: Nel centro di Olanda

Re: Sinterklaas 2020

Berichtdoor Boekenlezer » 05 dec 2020 20:36

:roll:
Is dat de preek voor Sinterklaasavond?
Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige omleidingen des duivels. (Efeziërs 6:11)

Gebruikersavatar
MoesTuin
Generaal
Generaal
Berichten: 4598
Lid geworden op: 02 feb 2014 16:00

Re: Sinterklaas 2020

Berichtdoor MoesTuin » 06 dec 2020 08:10

Boekenlezer schreef::roll:
Is dat de preek voor Sinterklaasavond?

Zékers :wink:
Schitterend Prisma, we sluiten nog af door deze woorden in de oude berijming mee te zingen / neurieen.... :-({|= :D

want wij hebben hier geen blijvende stad
maar zoeken de toekomende

De Heere Jezus zegt;
"Wie in Mij gelooft zal Hét Eeuwige Leven ontvangen"

Gebruikersavatar
Marnix
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 23543
Lid geworden op: 03 dec 2002 23:50

Re: Sinterklaas 2020

Berichtdoor Marnix » 07 dec 2020 10:29

Ik zal dit keer de catechismus van Sint Nicolaas van Godfried Bomans maar even achterwege laten.

Wij vierden Sinterklaas met 4 gezinnen binnen de schoonfamilie, op twee locaties met twee gezinnen bij elkaar en een videoverbinding. De locaties waren dicht bij elkaar zodat de kado's over de twee locaties verdeeld konden worden. Alle kado's bij elkaar ingepakt, 1 gedicht erbij. In een bak de alle namen dus iedere keer werd er een naam getrokken, die las zijn/haar gedicht voor. Kinderen waren overdag geweest. Wat anders dan anders maar het werkte op zich wel prima. Het was een heerlijk avondje.
“God cannot give us a happiness and peace apart from Himself, because it is not there. There is no such thing.”
― C.S. Lewis”

Gebruikersavatar
benefietdiner
Kolonel
Kolonel
Berichten: 3460
Lid geworden op: 22 jan 2012 14:06

Re: Sinterklaas 2020

Berichtdoor benefietdiner » 07 dec 2020 11:00

Prisma23 schreef:Geliefden, In deze week van voorbereiding op het sinterklaasfeest werd ik in een drukke winkelstraat bepaald bij een oud zangversje. Een kinderversje eigenlijk. U kent het misschien nog uit uw jeugd, wellicht heeft u het eertijds uit volle borst mogen meezingen. Het is het lied waarin we een onbekende dichter horen uitroepen: Zie ginds komt de stoomboot (ber.). Bij dit lied willen we deze avond een ogenblik met elkaar stilstaan, en dan wil ik uw aandacht bepalen bij het tweede couplet, daarvan nader de eerste regel, waar we opgetekend vinden: Zijn knecht staat te lachen en roept ons reeds toe.

We schrijven onder deze tekstwoorden: Een roepende knecht.

En dan willen we in een drietal gedachten een ogenblik bij deze roepende knecht stilstaan. Dan letten we in de eerste plaats op:
1. De gestalte van deze knecht.
2. De vreugde van deze knecht.
3. De roep van deze knecht.

Dus in de eerste plaats staan we stil bij de gestalte van de knecht.
(........)
Dat zij zo.

Bron ??

Gebruikersavatar
Marnix
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 23543
Lid geworden op: 03 dec 2002 23:50

Re: Sinterklaas 2020

Berichtdoor Marnix » 07 dec 2020 11:36

:-)

Onbekend. Refoweb, facebook... maar welke verlichte geest het geschreven heeft...... ja wist ik het maar.
“God cannot give us a happiness and peace apart from Himself, because it is not there. There is no such thing.”
― C.S. Lewis”

Gebruikersavatar
Prisma23
Kapitein
Kapitein
Berichten: 800
Lid geworden op: 02 aug 2016 19:29
Locatie: Republiek der Verenigde Nederlanden
Contacteer:

Re: Sinterklaas 2020

Berichtdoor Prisma23 » 07 dec 2020 14:10

Marnix schreef::-)

Onbekend. Refoweb, facebook... maar welke verlichte geest het geschreven heeft...... ja wist ik het maar.


Inderdaad bron onbekend. Ooit op FB aangetroffen. Ondertussen heb ik geen FB account meer dus kan niets terugzoeken.

Gebruikersavatar
LordJava
Verkenner
Verkenner
Berichten: 84
Lid geworden op: 08 dec 2020 12:02

Re: Sinterklaas 2020

Berichtdoor LordJava » 10 dec 2020 13:09

Marnix schreef:Ik zal dit keer de catechismus van Sint Nicolaas van Godfried Bomans maar even achterwege laten.

Wij vierden Sinterklaas met 4 gezinnen binnen de schoonfamilie, op twee locaties met twee gezinnen bij elkaar en een videoverbinding. De locaties waren dicht bij elkaar zodat de kado's over de twee locaties verdeeld konden worden. Alle kado's bij elkaar ingepakt, 1 gedicht erbij. In een bak de alle namen dus iedere keer werd er een naam getrokken, die las zijn/haar gedicht voor. Kinderen waren overdag geweest. Wat anders dan anders maar het werkte op zich wel prima. Het was een heerlijk avondje.


Dat vind ik wel een hele leuke oplossing. Als je de apparatuur ervoor hebt. :D
In de wereld van vandaag lopen de domkoppen over van zelfzekerheid, terwijl de slimmeriken één en al twijfel zijn.
~ Bertrand Russell ~

Gebruikersavatar
Marnix
Maarschalk
Maarschalk
Berichten: 23543
Lid geworden op: 03 dec 2002 23:50

Re: Sinterklaas 2020

Berichtdoor Marnix » 10 dec 2020 13:35

LordJava schreef:Dat vind ik wel een hele leuke oplossing. Als je de apparatuur ervoor hebt. :D


Het enige wat we hadden waren twee simpele al wat oudere laptops en een bluetooth speakertje met ingebouwde microfoon maar zonder dat laatste was het ook nog wel gelukt.
“God cannot give us a happiness and peace apart from Himself, because it is not there. There is no such thing.”
― C.S. Lewis”


Terug naar “Slow Chat”

Wie is er online

Gebruikers op dit forum: Geen geregistreerde gebruikers en 19 gasten