TheKeimpe schreef:Hijwel,
staat het niet een beetje dwaas als je bij de dokter komt en zegt: Dokter, ik mankeer niets, maar toch kom ik maar eens bij u langs

TheKeimpe,
Zou het ook niet dwaas zijn om bij een schokkende uitslag van een onderzoek te zeggen tegen de dokter:
Dank u wel, eindelijk zit ik nu goed in de ellende, iets waar ik m'n hele leven al op heb gewacht. Ziet u, een beetje gevoeligheid over een foutje hier of daar is niet voldoende. Je moet echt het doodsbericht thuisgestuurd krijgen. Dank u wel, dat u me dit nu zo stevig hebt aangezegd...nu kan niemand meer mij en ik ook niet meer mijzelf verwijten, dat ik het stuk der ellende zo maar luchtig oversla.
Ik bedoel er maar mee te zeggen: ellende is geen doel, dat met een zekere opluchting wordt gekend in de bekeringsweg.
Ellende is eenvoudig ellende. Het geeft geen enkele reden tot optimisme: het is overduidelijk en evident.
Ellendekennis moet ook niet als een apart aspect tegenover de ellende zelf worden gezet. Zo van: mensen leven ellendig, maar ze weten het nog niet.
Ellende en ellendekennis leiden tot niets. Dat weet elke 'ellendeling'.Het is geen eerste stadium van de heilsweg, geen instrument voor de genade en geen reden tot optimisme over de toekomst.
Het enige dat telt is verlossing. Dat die verlossing door sommigen niet gewaardeerd wordt heeft te maken met het feit, dat veel mensen zich al verlost voelen. Hoe moeilijk gaat een rijk mens naar de hemel. Hij heeft het veel te comfortabel om aan zoiets als verlossing te denken.
Iedereen die iets mist in dit leven, die eenzaam is, de zin van het leven zoekt, zich schuldig voelt of anderszins heeft wel gevoeligheid voor de verlossing.
Maar we moeten juist deze mensen niet nog eens laten wachten op een noodzakelijke eerste vorm van ellendkennis. Alsof hun eigen gemis en onbehagen met zichzelf, anderen of het leven an sich al niet reden genoeg is om hen de verlossing die er is in Christus voor te houden.
Wat mij betreft mogen we dus veel eerder uitgaan van een aanwezig besef van ellende (gewoon: de zoekende mens met vragen) en niet een door-geexcerceerde vorm van ellendekennis voor ingewijden en gevorderden eisen.
De wereld is God kwijt, maar God heeft de wereld lief.
Zo ruim moet ons uitganspunt zijn. We kunnen alle individuele bekeringswegen toch niet in één schema proppen. Daarvoor is de Geest van God te rijk en te vrij.
Dus: neem de ellende van onze naaste serieus en probeer ze niet te vervangen door ons ideaalbeeld van een voorgeschrevenb soort ellende(kennis)
try