Berichtdoor Boudewijn » 13 sep 2004 08:38
Hallo Josh,
Ik ben niet op mijn eigen eer uit! Waarom zou ik roemen over iets wat ik niet van mijzelf heb en zelfs, in mijn geloof, nog ontvangen heb. Dat geloof dus. Ik zie het nut er niet van in om een "goeddkope" genade te beërven. Jezus is nog niet teruggekeerd, maar de tijd der benauwdheid zal toenemen. Ik "zie" door de Heilige Geest en de Gave der profetie, doordat ik tracht het Getuigenis van Jezus te zijn, in deze wereld, de profetie (ook) aan mijn geopenbaard. In tegenstelling tot de Joden van het OT, die zelfs door de Heiland, de profetie die hun had kunnen redden, niet zagen.
Maar we leven in een tijd als die van Noach, en weer ziet het volk Israël haar ondergang niet. Vandaar dat de heiland spreekt over een "Overblijfsel". ook al ben ik (nog) niet volmaakt, omdat de VERHEERLIJKING nog moet komen, maar tracht ik te groeien de HEILIGING, welke weg ook Jezus moest gaan, om als een voorbeeld van een volmaakt mens te worden en te verwerven, probeer ik door het Getuigenis uit te dragen van Mijn Heiland en Diens God en Vader, de Almachtige Schepper, mij voor te bereiden op de bewoning van het Hemelse Koninkrijk.
Daarom wil ik groeien in de Gerechtigheid, en de wet en geboden van het Hemelse Koninkrijk, toetsen en ervaren in deze wereld, als bijwoner en als mens, die nooit zo heilg zal worden aangezien, als in mijn vermogen trouw te (kunnen) zijn aan Gods oproep, de Grondwet van Zijn (eeuwig) Rijk te leren aanvaarden en na te leven, dat de gramschap en de woede zal openbaren van de Draak, de Mensenmoordenaar en de Slang van den beginne!
Des te meer ervaren wij het lijden van de Heiland, en weten des te meer Gods trouwe en Eeuwige liefde meer en meer te waarderen, ook al zullen wij in de nabije toekomst schuldig worden bevonden aan datgene, waar de Heiland ons in voorging.!
LES 1
Openbaring 1
1 In dit boek onthult Jezus Christus de geheimen die God Hem bekendgemaakt heeft. Hij zal Zijn dienaren laten zien wat binnenkort moet gebeuren. Daarom heeft Hij Zijn engel naar Zijn dienaar Johannes gestuurd om het hem allemaal te vertellen.
2 Johannes heeft opgeschreven wat hij van God gehoord heeft en wat Jezus Christus hem heeft bekendgemaakt.
3 Gelukkig is hij die deze profetie van de Here voorleest; en dat geldt ook voor de mensen die ernaar luisteren en het zullen onthouden. Want de tijd dat deze dingen werkelijkheid worden, komt steeds dichterbij.
4 Dit schrijft Johannes aan de zeven christengemeenten in Turkije (A): Ik wens u de genade en vrede toe van God, Die is en Die was en Die komt, van de zeven geesten die voor Zijn troon staan en
5 van Jezus Christus, Die ons trouw de hele waarheid bekendmaakt. Hij is de eerste, Die uit de dood terugkwam en niet meer stierf. Hij is de heerser van alle koningen van de wereld. Alle lof en eer is voor Hem, Die ons liefheeft en Die onze zonden heeft afgewassen door Zijn bloed voor ons te geven.
6 Hij heeft ons bijeengebracht in Zijn Koninkrijk en ons tot priesters van Zijn God en Vader gemaakt. Voor Hem is alle lof en eer! Hij regeert voor altijd en eeuwig! Amen.
7 Hij komt op de wolken terug en iedereen zal Hem zien; ook de mensen die de speer in Zijn lichaam staken. En alle volken van de wereld zullen om Hem treuren en jammeren. Ja, amen.
8 "Ik ben de Alfa en de Omega, het begin en het einde van alles", zegt de Here, de Almachtige God, Die is, Die was en Die komt.
9 Ik, Johannes, ben uw broeder en deel in uw lijden terwille van het Koninkrijk van Jezus. Net als u blijf ik Hem trouw, dwars door alles heen! Ik was naar het eiland Patmos verbannen omdat ik de mensen op God had gewezen en hun verteld had wat ik over Jezus Christus wist.
10 Door de Heilige Geest werd mijn geest meegenomen naar de dag van de Here. Ik hoorde een luide stem, die klonk als een bazuin, achter mij zeggen:
11 "Schrijf alles wat u ziet in een boek en stuur dat naar de zeven christengemeenten: Efeze, Smyrna, Pergamum, Thyatira, Sardes, Filadelfia en Laodicea!"
LES 2
14 LAODICEA Schrijf aan de boodschapper van de gemeente in Laodicea: Dit zijn de woorden van Hem Die bevestigt (A), de trouwe en oprechte getuige, het begin van Gods schepping:
15 Ik ken uw doen en laten. Ik weet dat u niet koud en niet warm bent. W s u maar koud of warm!
16 Maar nu u lauw bent, word Ik misselijk van u; Ik zal u uitspugen.
17 U zegt dat u rijk bent en niets tekort komt. Maar u beseft niet dat u er geestelijk ellendig aan toe bent: U bent arm, blind en naakt.
18 Ik geef u de raad goud van Mij te kopen dat in het vuur gezuiverd is; dan pas zult u rijk worden. En koop witte kleren van Mij, zodat u niet naakt bent en u niet hoeft te schamen. Koop ook ogenzalf en smeer dat op uw ogen, zodat u kunt zien.19 Ik ben heel streng voor de mensen die Ik liefheb. Ik straf u net zo lang totdat u niet meer onverschillig bent en tot inkeer komt.
20 Luister, Ik klop op de deur. Als iemand Mij hoort en de deur opendoet, zal Ik bij hem binnenkomen. Dan zullen wij samen eten; hij met Mij en Ik met hem.
21 Wie overwint, mag bij Mij op de troon zitten. Want Ik heb Zelf ook overwonnen en ben bij mijn Vader op de troon gaan zitten.22 Als u oren hebt, luister dan naar wat de Geest tegen de gemeenten zegt.
LES 3
De religieuze macht die door Rome misbruikt wordt om haar Gezag over de aarde te brengen (de Islam) (Rome werkt "technisch" altijd door anderen)
Openbaring 9
1 De vijfde engel blies op zijn bazuin: Ik zag een ster die uit de hemel gevallen was. Die ster kreeg de sleutel van de bodemloze put.
2 Toen hij die opende, kwam er een dikke rook uit, zoals uit een grote oven. De lucht werd helemaal zwart van de rook, zodat de zon niet meer te zien was.
3 Uit de rook kwamen sprinkhanen, die op de aarde neerstreken. Zij kregen dezelfde macht als schorpioenen.
4 Er werd hun gezegd dat zij het gras, de bomen en de andere planten met rust moesten laten. Het enige wat zij moesten doen, was de mensen te steken die het zegel van God niet op hun voorhoofd hadden.
5 Maar zij mochten hen niet doden. Die mensen moesten vijf maanden lang gepijnigd worden, met gemene steken als van een schorpioen.
6 In die vijf maanden zullen de mensen de dood zoeken, maar hem niet kunnen vinden; zij zullen niets liever willen dan sterven, maar de dood zal hen ontwijken.
7 De sprinkhanen leken op paarden, die klaarstonden voor de veldslag. Op hun kop hadden zij iets dat op een gouden kroon leek. Zij hadden een gezicht als een mens,
8 lang haar als een vrouw en tanden als een leeuw.
9 Het leek of hun borstschilden van ijzer waren. Hun vleugels maakten net zoveel lawaai als een horde paarden en wagens die zich in de strijd storten.
10 Zij hadden een staart met een angel zoals een schorpioen. Met die staart konden zij de mensen vijf maanden lang pijnigen.
11 Hun aanvoerder was een engel uit de bodemloze put. In het Hebreeuws heette hij Abaddon en in het Grieks Apollyon. (A)
12 De eerste vreselijke gebeurtenis is voorbij; maar kijk, er komen er nog twee!
13 De zesde engel blies op zijn bazuin: Ik hoorde uit de vier horens van het gouden altaar, dat voor de troon van God staat, een stem die tegen de zesde engel zei:
14 "Maak de vier engelen los die bij de grote rivier de Eufraat vastgehouden worden."
15 En de vier engelen werden losgelaten. Zij waren klaar gehouden voor het jaar, de maand, de dag en het uur dat zij een derde deel van alle mensen moesten doden.
16 En ik hoorde hoeveel soldaten te paard met hen mee zouden gaan: tweehonderd miljoen.
17 In het visioen zag ik dat de soldaten vuurrode, grijsblauwe en lichtgele harnassen droegen. De paarden hadden een hoofd als een leeuw en uit hun mond kwam vuur, rook en zwavel.
18 Door het vuur, de rook en de zwavel die de paarden uitspuwden, werd een derde deel van alle mensen gedood; het waren drie vreselijke rampen.
19 De dodelijke macht van de paarden zat niet alleen in hun mond, maar ook in hun staart, die er als een slang uitzag. Aan het einde van die staart zat een slangekop en daarmee deden zij de mensen pijn.
20 Maar de mensen die niet bij de rampen waren omgekomen, wilden hun oude manier van leven niet opgeven. Zij bleven doorgaan met het aanbidden van boze geesten en afgoden; goden die zij zelf van goud, zilver, brons, steen en hout hadden gemaakt; goden die niet konden zien, horen of lopen.
21 Zij wilden ook niet ophouden met hun moordpartijen, hun tovenarij, hun overspel en diefstallen.
LES 4
Satan, die de Reine vrouw (het volk van God) door mensen zal bestrijden!
17 De draak werd woedend op de vrouw en ging weg om de rest van haar kinderen de oorlog aan te doen. Dat zijn de mensen die zich houden aan wat God gezegd heeft en die er openlijk voor uitkomen dat zij bij Jezus horen.18 En hij (A) stond op het strand van de zee.
En in vers 18 wordt nog eens benadrukt, dat Satan ook zijn eigen volgelingen tegen elkaar zal opzetten. Goed rondkijken in de wereld van de tegenwoordige Waarheid.
Maar beste Josh, ik neem aan dat jij dit allemaal wel herkent en kunt waarderen op de juiste **(apocalliptische) waarde!
**= Persoonlijke ervaringen met de Heilige Geest (niet die van mijn weergave dus)