Flappie schreef:Je zegt dus zelf al dat de bijbel het niet goed vind, vervolgens zeg "maar wij vinden zelf". Dan verhef je je eigen mening dus boven Gods Woord.
Dat vind ik dus een verkeerd argument in de kerk. Ik persoonlijk ben er niet voor, maar ik begrijp dat het een complexe discussie is.
Als je vind dat het wel kan moet je met bijbelse argumenten komen, daar kan dan weer op ingegaan worden. Een argument van, ja maar "wij" vinden terwijl je zelf al aangeeft dat de bijbel het niet goed vind, dat is een verkeerd argument.
Wat wel interessant is dat je aangeeft dat die regels niet meer voor ons gelden dat het een andere tijd is. Dat kan natuurlijk, bij sommige geboden is dat zo bijvoorbeeld de Joodse spijswetten.
Toch vind ik deze bijbeltekst steekhoudend, je weet dat er in 1korinthe 14 het gaat over de vrouw in de gemeente nou zegt Paulus daar op het eind "Indien iemand meent een profeet te zijn, of geestelijke, die erkenne, dat, hetgeen ik u schrijf, des Heeren geboden zijn". En dat vind ik wel steekhoudend, want Gods geboden zijn toch tijdloos?
Maar ik laat me graag corrigeren natuurlijk, dus geef me vooral aan als ik verkeerd zit

Tja waarom zou het niet kunnen veranderen? Waarom zou dit tijdloos moeten zijn? De tijd is compleet anders geworden, zo ook de positie van de vrouw. Sommige dames zouden veel beter op een bepaalde plaats kunnen zitten dan mannen, simpelweg omdat ze competenter zijn. Welk argument moeten we dan gaan gebruiken om ze daar weg te houden?
Overigens is het profeteren gelijk aan Schriftuitleg? Profeteren is namelijk voorspellen of iets namens God vertellen. Dus: verbiedt Paulus hier het voorspellen of namens God vertellen door vrouwen in het algemeen? Paulus heeft het over vrouwen in de gemeente, was dit misschien een bepaalde groep? Wat wel duidelijk is is dat dit regeltje niet alleen tijdens de kerkdienst geldt, maar 'in de gemeente'. Nu krijgen we de hele vreemde situatie dat een vrouw wel mag spreken en leren op een school aan kinderen. Echter ze mag dit niet in onze 'kerkelijke' omgeving. Uit de woorden van Paulus kunnen we dit onderscheid niet maken.
Of zouden we de context niet kennen en het blindelings uit zijn verband rukken?
Paulus heeft het alleen over de positie van profeet [predikant?], dus waarom dan alle ambten over één kam scheren? Dorkas/Tabita zat in het ambt...
Wat te denken valt van de Profetessen Anna en Debora? Of aan Priscilla die met Aquilla het Woord verkondigde aan Apollos [Hand 18]. Mag ik ook Febe uit Romeinen 16 aanwijzen, de dienares [diaken] in de gemeente. Bij Lydia kwam de gemeente samen in haar eigen huis. Euodia en Syntyche, waarvan Paulus schrijft: "die met mij gestreden hebben in het evangelie", de vertaling 1951 scherpt het nog strakker aan: "want zij hebben tezamen met mij in de prediking van het evangelie gestreden" [Filippenzen 4].
Vrouwen uit het ambt weren lijkt me een beetje erg ver gaan op basis van een wat onduidelijk tekst die over het profeteren gaat. We kennen de beweegredenen niet exact van Paulus toen hij dit zei en wat hij erbij in gedachte had.
Mocht deze tekst wel als argument gebruikt worden, laten we dan ook 'recht' doen aan de tekst. Dat betekent dat een vrouw binnen de 'gemeente' op geen enkele plaats meer mag spreken. Dus niet in kerk, niet op school [het bijbelonderwijs wat vroeger in de samenkomst van de gemeente plaats vond, vind nu hier plaats] en niet tijdens de vrouwenmorgens. Zij mag alleen thuis wat navragen.
Overigens lijkt deze tekst het verdacht veel te hebben over interactie [wat wij ook al niet meer kennen].
Te audire no possum. Musa sapientum fixa est in aure.