Om duidelijk te maken wat ik bedoel sluit ik me maar aan bij dr. Bert Loonstra. Loonstra, die zelf wel beschuldigd werd van schriftkitiek, schrijft, als verdediging op die kritiek, in zijn boek 'De bijbel recht doen' een aantal zinnige dingen over schriftkitiek. Allereerst maakt hij onderscheid tussen schriftkritiek en tekstkritiek. Vervolgens legt hij uit dat het woord 'kritiek' niet per definitie als negatief gezien moet worden. Dat woord komt nl. van het Griekse woord 'krinein' wat 'oordelen', 'onderscheiden' betekent. Hij vervolgt dan met het volgende.
Schriftkritiek kan in overeenstemming hiermee eenzelfde neutrale betekenis hebben. Schriftkritiek houdt zich (...) bezig met de beoordeling van de inhoud van de Schrift. Schriftkritiek wil dan zeggen: het methodische onderzoek naar de historische achtergrond, de functie en de betekenis van alle onderdelen van de Schrift. De betekenis is dan geenszins negatief: het gaat puur om het verdiepen van inzicht in wat de teksten zeggen en bedoelen.
Het in orthodoxe kringen gangbare gebruik van het begrip 'schriftkritiek' heeft echter wél een negatieve klank. Dat heeft te maken met de manier waarop schriftkritiek meestal is beoefend. Van verwerpelijke schriftkritiek is sprake, wanneer buitenbijbelse maatstaven worden aangelegd van waaruit de Bijbel aan een waardeoordeel wordt onderworpen. Daarmee wordt de Bijbel geen recht gedaan als openbaring van God. (...) Bij 'schriftkritiek' staat mij dan een benadering voor ogen, waarin de Bijbel gemeten wordt aan hedendaagse normen voor historiciteit en moraal. De uitkomst van deze bijbelbenadering is, dat daaraan gemeten de Bijbel op veel punten in gebreke wordt gesteld.
Op deze vorm van schriftkritiek doelde ik ook. Omdat je de Bijbel beoordeelt op buitenbijbelse, hedendaagse normen stelde ik de vraag wat die normen dan zijn, want dat levert de nodige bezwaren op. Allereerst natuurlijk het idee dat er een hogere norm is dan de bijbel, maar vervolgens ook het feit dat die normen niet vaststaan. Vandaag is
dit wellicht de norm en morgen weer wat anders. Hoewel ik een voorstander ben van schriftkritiek in de neutrale zin van het woord, acht ik bovengenoemde vorm van schriftkritiek idd verwerpelijk.
Schriftkritiek gaat, tenslotte, niet alleen over het al dan niet letterlijk lezen van de bijbel. De vraag 'letterlijk of overdrachtelijk?' maakt weliswaar deel uit van het onderzoek naar de betekenis van de bepaalde schriftgedeelten, maar is op zich niet datgene wat wordt aangeduid als 'schriftkritiek'. Als je stelt dat een bepaald gedeelte niet letterlijk gelezen moet worden dan is die vraag niet bedoeld om de Bijbel in gebreke te stellen (zoals dat bij bedoelde vorm van schriftkritiek dus wel de bedoeling is) maar om een bepaalde opvatting over de manier waarop je de bijbel leest tegen het licht te houden. De kritiek richt zich dan niet op de SChrift maar op een bepaalde bijbelbenadering.
Klaas