Zoals jullie misschien wel weten, is er in veel kerken morgen biddag.
Het heet landelijke Biddag, maar Zeeland en Urk doen het op een andere datum, dat is van oudsher zo.
Ik ben wel ellendig en arm,
maar de HEERE denkt aan mij; Psalm 40:18a
Wat kan het ons goed doen wanneer we in moeilijke omstandigheden verkeren en mensen tegen ons zeggen: we denken aan je. Dan bedoelen ze: we bidden voor je of we zullen eens kijken of we je kunnen helpen. Dat denken uit zich dus in iets doen. Nu, zoveel te meer mag dat een troost zijn wanneer de Heere aan ons denkt. Omdat het immers niet vanzelf spreekt dat God aan ons denkt.
Het zou terecht zijn wanneer de Heere niet meer aan ons zou denken vanwege onze zonden. Daar hebben we het toch zelf naar gemaakt! Het is dus een wonder van genade dat Hij naar ons omziet.
David spreekt zichzelf geen moed in door te zeggen: ik mag dan wel ellendig zijn, maar ik denk aan de Heere. Dat zou natuurlijk wel een vrome gedachte zijn, maar in wezen zou hij zich dan aan zijn eigen denken ophalen. Nee, het is juist andersom: de HEERE denkt aan mij! Dat geeft voor David de doorslag.
Hij voelt zichzelf ellendig en zeer hulpbehoevend, maar.... Dat alles veranderende woordje maar. Het staat niet eens in de grondtekst, maar je moet het er wel bij denken: Ik ben ellendig en arm. De HEERE denkt aan mij. Wel, daar behoort echt een woord tussen en dat kan niet anders dan een woord zijn dat tegen-stellingen verbindt. Dat is het maar van het geloof.
Ik ben wel ellendig in mijn zonden. Ik struikel zo vaak. Dat blijft niet bij één ding. Het kan mij zo aangrijpen dat ik in wezen niet één van Gods goede geboden houden kan en dat ik schuldig sta aan al Zijn geboden. Ik ben wel ellendig in de moeiten en tegen-slagen in mijn leven. Al die dingen waar ik geen grip op heb en waar ik in eigen kracht niet tegenop kan of niet uit kan komen. En zeker wanneer het lang duurt. Als er gezinszorgen, huwelijksmoeiten, opvoedingsproblemen, stress, lichamelijke kwalen of psychische aandoeningen zijn. Als ik in een dal zit van schaduw des doods... Vul deze opsomming zelf maar aan met waar u of jij juist mee zit.
Wanneer er vragen opkomen over Gods leiding in mijn leven. Waarom lopen de dingen zo? Waarom gaat het niet anders, ondanks dat ik er steeds om bid?
Of wanneer ik twijfel of ik wel een echt kind van God ben. Ja, of de Heere wel ooit in mijn hart begonnen is. Ik ben wel ellendig en arm. Ja, Heere, U weet het waar ik mee zit en wat mij overspoelt.
Maar... Dat is ook het maar van de Heilige Geest. Want Hij overtuigt zondaren toch van hun zonde? En dat doet Hij nooit zonder dat Hij hen ook Gods genade in Christus leert. Dan leren we de Heere Jezus nodig krijgen voor al onze ellende. De Geest van Christus brengt ook tot Christus. Aan het leven, de woorden en het kruis van Christus kunnen wij aflezen dat God aan ons denkt. Hij is de enige goede Herder, Hij zorgt voor onze ziel en leidt ons leven.
Kijk, dan laat de Heilige Geest ons zulke goede dingen van God denken. Dan beseffen we dat het enkel genade is dat Hij Zich met ons leven inlaat. Dan worden we van binnen blij. Dan ontstaat er die blijde zekerheid: de Heere denkt aan mij! Ook aan mij in al mijn ellende en moeite.
Niet alleen maar mensen denken aan mij, hoe goed ze dat ook bedoelen. Maar de machtige en barmhartige Heere denkt aan mij.
Als wij een plaats in Zijn gedachten hebben, dan hebben we die ook in Gods hart. Ja, zo komt het tot de blijde troost. Dan leren we alles over te geven in Zijn zorgende en besturende handen. Ons schuldverslagen hart, maar ook ons twijfelmoedige of wanhopige of bezorgde hart.
David gaf alles aan God over en daardoor kreeg hij innerlijke rust en vertrouwen. Nu stond hij er niet meer alleen voor. Dat scheelde alles. Dat mag ook gelden voor ieder die het bij de Heere zoekt.
Ja, Hij denkt aan mij om Zijn goedheid eer te geven.
ds. H. D. Rietveld