Paulus roept in zijn brief aan de Galaten op om voor iedereen het goede te doen, maar vooral voor onze geloofsgenoten. Waarom schrijft Paulus dit? Waarom "vooral voor onze geloofsgenoten"? Zijn zij meer waard dan anderen?
Galaten 6:8-10 (NBG'51)
8 Wie op de akker van zijn zondige natuur zaait oogst de dood, maar wie op de akker van de Geest zaait oogst het eeuwige leven. 9 Laten we daarom het goede doen, zonder op te geven, want als we niet verzwakken zullen we oogsten wanneer de tijd daarvoor gekomen is. 10 Laten we dus, in de tijd die ons nog rest, voor iedereen het goede doen, vooral voor onze geloofsgenoten.