Spreeuw schreef:In Psalm 119:97 staat:
Hoe lief heb ik uw wet!
Zij is mijn overdenking de ganse dag. (NBG'51)
Maar in Galaten 2:19 schrijft Paulus:
Want ik ben door de wet voor de wet gestorven om voor God te leven. (NBG'51)
In Psalm 119 zegt de dichter dus dat hij Gods wet overdenkt, terwijl de schrijver van de Galatenbrief zegt dat hij door de wet voor de wet gestorven is. Overdenkt Paulus de wet dan niet meer? Hoe zit dat precies?
En wat belangrijker is: wat moeten wij doen?
Ook door de wet voor de wet sterven. De ziel die zondigt zal sterven. We zijn gestorven en opgestaan met Christus. Gal. 2:20 Met Christus ben ik gekruisigd en toch leef ik. Dat is niet meer mijn ik, maar Christus leeft in mij. Zodat we kunnen dienen in de nieuwe staat des Geestes en niet in de oude staat der letter.
Rom. 6
Zo moet het ook voor u
vaststaan, dat gij wèl dood zijt voor de zonde, maar levend voor God in Christus Jezus. 12 Laat dan de zonde niet langer als koning heersen in uw sterfelijk lichaam, zodat gij aan zijn begeerten zoudt gehoorzamen, 13 en stelt uw leden niet langer als wapenen der ongerechtigheid ten dienste van de zonde, maar stelt u ten dienste van God, als mensen, die dood zijn geweest, maar thans leven, en stelt uw leden als wapenen der gerechtigheid ten dienste van God. 14 Immers, de zonde zal over u geen heerschappij voeren, want gij zijt niet onder de wet, maar onder de genade.
Col. 3
1 Indien gij dan met Christus opgewekt zijt, zoekt de dingen, die boven zijn, waar Christus is, gezeten aan de rechterhand Gods. 2 Bedenkt de dingen, die boven zijn, niet die op de aarde zijn. 3 Want gij zijt gestorven en uw leven is verborgen met Christus in God. 4 Wanneer Christus verschijnt, die ons leven is, zult ook gij met Hem verschijnen in heerlijkheid.
5 Doodt dan de leden, die op de aarde zijn